Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Paulus

betekenis & definitie

de Apostel der Heidenen, geb. anno 2 na Chr. te Tarsus in Cicilië, heette aanvankelijk Saulus, was een leerling van Gamaliël en ijverend Phariseër. Aanvankelijk een hevig bestrijder van het Christendom, totdat hij, op eenen tocht ter vervolging van de Christenen, door een wonder des hemels bekeerd werd, waarop hij door Barnabas in de gemeente der Christenen ingeleid werd; en van dat oogenblik af werd hij met voorbeeldeloozen ijver werkzaam ter verbreiding van Christus’ leer.

Drie tochten volbracht hij tot dat einde (44, 51 en 54 na Chr.), op welke tochten hij een aantal gemeenten stichtte in Griekenland (o. a. op het eiland Cyprus, in Galatië, te Ephesus, te Philippi, te Thessalonica, te Athene, te Corinthe), in Macedonië en in KleinAzië. Anno 58 teruggekeerd te Jeruzalem, werd P. door de joodsche bevolking mishandeld en in levensgevaar gebracht, daarop door den joodschen hoogepriester gedagvaard voor den tribuun Lysias, door Felix (romeinsch stadhouder van Judca) twee jaren lang gevangen gehouden te Cesarea, en, ingevolge het door hem (P.) ingestelde hoogerberoep, door Festus (den nieuwen rom. stadhouder) naar Rome opgezonden, om in het hoogste ressort gevonnisd te worden door Cesar. Hier vrijgesproken en in vrijheid gesteld, keerde hij terug naar bet Oosten, om de vroeger door hem gestichte gemeenten te bevestigen, kwam omstreeks 63 of 64 weder te Rome, waar het Christendom reeds aanhangers had tot in het keizerlijk paleis; hij bewerkte te Rome nog vele bekeeringen, doch haalde zich door de stoutheid zijner antwoorden het misnoegen van den keizer op den hals, en werd anno 66, te gelijk met Petrus, te Rome onthoofd. Zijn sterfdag (29 Juni) en de dag zijner bekeering (25 Jan.) worden door de Roomsche Kerk als heilige dagen gevierd. Men heeft van P. 14 zendbrieven, welke opgenomen zijn in het N. T., aan de verschillende gemeenten door hem gesticht, nl. aan de Romeinen, Corintken [1 en II], Galaten, Ephesen, Phiiippenzen, Colossenzen, Thessalonicenzen [I en II]; aan Timotheüs [I en II], aan Titus, aan Philemon, aan de Hebreen); alleen van laatstgenoemden zendbrief is door sommigen de echthetd betwijfeld. Door den rijkkom vanzijnen geest is P. de grootste man in de gansche geschiedenis van hel apostolische tijdvak (zie de Handelingen der Apostelen in het N. T.), die verreweg het meest van allen gedaan heeft, om het Christendom uit te breiden.