(vicomte), maarschalk van Frankrijk, vergezelde Lodewijk XII op zijnen veldtocht naar Italië, onderscheidde zich in den slag van Ravenna 1512, en bekwam daarbij zoo vele wonden, dat hij voor dood achtergelaten werd. Niettemin hersteld, werd hij door Frans I benoemd tot lnitenant-generaal in Italië (1515), onderwierp een gedeelte van het hertogdom Milaan, doch maakte zich derwijze gehaat door zijne wreedheid, dat men hem uit het hertogdom wegjoeg (1521); in het volgende jaar beproefde hij om daar terug te keeren, doch werd verslagen bij Bicocca, en zag zich genoodzaakt Italië te ontruimen.
In 1525 kwam bij andermaal, met Frans I, trachtte te vergeefs dien vorst af te brengen van het plan om de Spanjaarden aan te tasten bij Pavia, en streed dapper aan zijne zijde. Twee jaren later maakte hij zich van Alessandria en van Pavia meester, en liet laatstgenoemde stad plunderen om wraak te oefenen over de vernedering, die de fransche wapenen hadden geleden onder de muren van die stad. Hij stierf 1528 by het beleg van Napels, aangetast dooreene besmettelijke ziekte, die groote verwoestingen aanrichtte onder zijne troepen. Hij was pas 43 j. oud.