Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Ravenna

betekenis & definitie

stad in Italté, hoofdplaats der provincie R. (die tol 1860 eene delegatie van den Kerkdijken Staat was), ligt een uur gaans van de Adrialische Zee; 20,000 inw.; in de Franciscaner kerk het graf van Dante.

Gesticht door eene volkplanting van Thessatièrs, werd K. vervolgens bezet door de Etrusken, door de Sabijnen, door de Senonische Galliërs, en viel 234 v. Chr. in de macht der Romeinen. Het werd door de romeinsche keizers zeer verfraaid ; destijds had R. eene uitmuntende haven, die echter in den loop der tijden geheel verzand is. Negen jaren na de deeling van het rijk, die plaats had in 395, maakte Hononus van R. de hoofdstad van het Westersch rom. rijk (404). Odoacre (koning der Herulen), Theodorik (koning der Oost-Gothen) vestigden te R. hunne residentie. N'a de vernietiging van het Oostgothische rijk door Narses, werd R. in 568 de hoofdstad van een exarchaat (zie het volgende art.). Het werd in 752 ingenomen door Astulf, koning der Longobarden, aan wien het twee jaren later ontweldigd werd door Pepijn den Korte, die het aan den Heiligen Stoel schonk. In de middeleeuwen herkreeg R. voor eenen korten tijd zijne onafhankelijkheid, doch werd reeds spoedig onderworpen door de Bologneezen, vervolgens door de Venetianen (1440), en na den slag van Agnadel (1509) werd het teruggegeven aan den paus. Het was toen de hoordstad der Romagua. In 1512 bevochten de Franschen, aangevoerd door Gaston de Foix, bij R. eene schitterende overwinning op de Spanjaarden; doch Gaston sneuvelde daarbij. De aartsbisschop van Ravenna was oudtijds primaat van het Exarchaat, en beweerde gelijk in rang te zijn met den paus: doch hij een concilie in 679 werd hij verplicht openlijk afstand te doen van alle aanspraak op onafhankelijkheid.

< >