Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Maximilien Lamarque

betekenis & definitie

(graaf), fransch generaal, geb. 22 Juli 1770 te St.-Sever (dept. Landes), trad 1791 in dienst, onderscheidde zich in de oorlogen der republiek bij de armee der Pyreneén en bij die van den Rijn, en werd tot brigade-generaal bevorderd na den slag van Hohentinden.

In Italië bemachtigde hij Gaeta (1806), en het fort Caprea, dat voor onneembaar werd gehouden (1808). Vervolgens onderscheidde hij zich bij Laibach, bij Wagram, in Rusland, in Spanje, en ook in Frankrijk (1814) tijdens den inval der geallieerden. Bij de restauratie der Bourbons nam hij de wijk naar België, doch bekwam 1818 vergunning om in Frankrijk terug te keeren. In 1828 werd hij afgevaardigde voor het dept. Landes, schaarde zich aan de zijde der oppositie, bestreed na 1830 inzonderheid de buitenlandsche staatkunde van Lodewijk Filips, genoot eene groote populariteit, en werd door de cholera weggerukt 1 Juni 1832; bij zijne begrafenis grepen bloedige republikeinsche ongeregeldheden plaats. Hij heeft nagelaten: Mémoires (3 dln. 1836).

< >