Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Fort

betekenis & definitie

d. i. kleine vesting, aanvangswoord in den naam van verscheidene dorpen en steden, o. a.:

Fort-Augustus, dorp met citadel in het schotsche graafschap Inverness, aan het zuideinde van het Loch-Ness, 1715 aangelegd om het schotsche hoogland in het oog te houden, doch thans zonder geschnt, en slechts voorzien van eene kleine bezetting.

Fort-Dauphin, ook wel Fort-Liberlé genaamd, versterkte zeestad op de noordkust van St-Domingo, 5 mijlen bezuidooslen de fransche kaap; 4000 imv.

Fort-de-France, vroeger Fort Libre genaamd en ook Fort Desaix, en ten tijde van het koningschap Fort Royal, versterkte havenstad op het westindische eiland Martinique, gesticht 1672; thans 12,000 inw.

Fort-Desaix. Zie FOBT-DE-FRANCE.

Fort-George, een fort in het schotsche graafschap Inverness, aan den Moray-Firtb, tegenover Fort-Rose.

Fort-Liberté. Zie FORT-DAUPHIN.

Fort-Libre. Zie FORT-DE-FRANCE.

Fort-Rose, havenstad in het schotsche graafschap Ross, aan de westzijde van de Moray-golf, tegenover Fort-George; circa 1000 inw.; zeebaden.

Fort-Royal

1) zie FORT-DE-FRANCE.
2) stad op het eiland Granada ; zie SAINT-GEORGE.

Fort-St.-David, vesting op de kust van Coromandel, aan de golf van Bengalen, 1 uur gaans benoorden Caddalore en 5 uren gaans van Pondichery; thans vervallen ; speelde in de oorlogen in het midden der 18e eeuw eene gewichtige rol, en werd 1785 door de Franschen aan de Engelschen ontweldigd.

Fort-William, fort in het schotsche graafschap Inverness, aan den westelijken voet van den BenNevis en dc uitvaart van het Caledonische kanaal, vormde vroeger een sleutel tot de schotsche hooglanden, en is het punt van uitgang voor de touristen, die de hooglanden gaan bezoeken.

< >