1) geb. 21 Maart 1521 te Freiberg, eerst hertog, daarna Keurvorst van Saksen, oudste zoon van hertog Hendrik den Vrome, omhelsde 1539 het Protestantismus, en volgde 18 Aug. 1541 zijnen vader in de regeering op. In 1544 diende hij Karel V tegen Frankrijk, en 1546 tegen den Schmalkaldischen bond, dien hij eerst in ’t geheim ondersteund had.
Toen hij den slag bij Mühlberg had gewonnen (1 Juli 1547), waarbij hij zijnen neef keurvorst Johan Frederik gevangen nam, werd hij, volgens de heimelijke voorafspraak tusschen hem en den keizer, met den titel van keurvorst beloond. In 1551 veroverde hij Maagdenburg voor den keizer; doch omdat deze zijn schoonvader Filips van Hessen gevangen hield en baarblijkelijk naar onbeperkte alleenheersching in 't staatkundige en kerkelijke streefde, sloot M. 5 Oct. 1551 een verbond met Frankrijk tegen keizer Karel V, die zich nu genoodzaakt zag in onderhandelingen te treden, welke uitliepen op het tractaat van Passau (22 Aug. 1552). In zijnen zegevierenden oorlog tegen Albrecht, marktgraaf van Brandenburg, werd M. 9 Juli 1553 bij Sievershausen doodelijk gekwetst, en stierf kinderloos twee dagen daarna.2) graaf van Saksen, bekend onder den naam van Maarschalk van Saksen, geb. 28 Oct. 1696 te Goslar, natuurlijke zoon van August den Sterke, keurvorst van Saksen, bij de schoone gravin Aurora van Königsmarck (zie KÖMGSMABCK). Op 12-j. leeftijd reeds in krijgsdienst, ontving M. zijne opleiding onder prins Eugenius, nam deel aan 't beleg van Belgrado (1717), en ging 1720 in fransche dienst over; 1726 tot hertog van Koerland gekozen door bescherming der hertogin-weduwe Anna-Iwanowna (later keizerin), oorloogde hij vruchteloos om zich in 't bezit van dat hertogdom te stellen, daar Rusland's keizerin Catharina I hem niet wilde erkennen. Onverrichlerzake keerde hij naar Frankrijk terug, maakte als meréchal-de-camp loffelijk de drie veldtochten van 1733, 34 en 35 mede, werd 1736 luitenant-generaal, overdekte zich met roem in den oostenrijkschen successie-oorlog, bemachtigde Praag en Eger, verdedigde den Elzas, en werd 1743 verheven tot maarschalk van Frankrijk. Den veldtocht van 1744 maakte hij tot een meesterstuk van krijgskunst, bestuurde 1745—48 dien in de Nederlanden, bevocht 11 Mei 1745 de schitterende overwinning bij Fontenoy, vermeesterde Ath en Brussel, behaalde nog twee overwinningen (1746 te Rocoux en 1747 te Laufeld), en had zoodoende een werkdadig aandeel aan liet tot stand komen van den vrede van Aken (1748). Ter belooning voor zijne groote diensten schonk Lodewijk XV hem het landgoed Chambord, met een jaarlijksch inkomen van 40 duizend francs en den titel van maarscbalk-generaal. Op zijn kasteel van Chambord omringde hij zich van geleerden en kunstenaars, en stierf 30 Nov. 1750. Hij werd te Straatsburg in de protestantsche kerk (Thomaskerk) begraven, wmar hem een praalgraf opgericht is (een meesterstuk van Pigalle, die langer dan 10 jaren daaraan gewerkt heeft 1765—76). Hij was gehuwd met zekere freule von Löben, doch had bij haar geen kinderen, en leefde van haar gescheiden; bij zekere jufvrouw Dupin had M. eenonechten zoon,die de vader werd van mad. Dudevant (George Sand). M. zelf heeft nagelaten; Mes Rèveries (beste editie 2 dln. Parijs 1751), en Lettres et mémoires choisies parmi les papiers originaux du Maréchal de Saxe (5 dln. Parijs 1794). Als eene opmerkelijke bijzonderheid, en ten bewijze dat M. eene ongemeene spierkracht bezat, vermelden wij nog, dat hij met zijne handen een drieguldenstuk door midden kon breken.