Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Martinus (Paus)

betekenis & definitie

naam van vijf pausen, nl.:

I, van 649 tot 653, werd als tegenstander van de Monothelieten en van keizer Heraclius gevangen genomen, en naar den Chersonucsus verbannen, waar hij in 655 stierf.

II, van 882 tot 884, en III, van 942 tot 946, hebben niets bijzonders verricht.

IV, een Franschman, heette vóór zijne verheffing Simon de Brione, was paus van 1281 tot 1285, en verdedigde de rechten van Karel van Anjou, koning van Sicilië, tegen Petrus van Aragonië. Onder de regeering van M. IV grepen de Siciliaansche Vespers plaats.

V, vroeger Otto Colonna genaamd, werd 1417 tot paus verkoren, nadat de pauselijke stoel eenigen tijd een speelbal was geweest van partijwoede en eerzucht (zie JOHANNES XXIII, GBEGOBIDS XII en BENEDICTUS XIII). Hij presideerde het concilie van Constans tot den einde (22 April 1418), deed door dat concilie de aanhangers van Jan Huss veroordeelen, en stierf 1431, toen bij 't concilie van Bazel dacht te openen.

< >