(don), geb. 1526, groot-kommandeur van Castilié, was de mentor van don Juan vau Oostenrijk in den oorlog tegen de Mooreu der Alpujarres (1568—70), vergezelde hem op den zeetocht naar Lepanto (1571), was eenigen lijd bewindvoerder in het Milaneesche, en werd toen als opvolger van den hertog van Alba naar de Nederlanden gezonden (1573), waar hij, zonder eenigszins de kansen van den oorlog te versmaden, nogtans blijk gaf van gezindheid om te onderhandelen (1574). Hij leed de nederlaag te water bij Reimerswaal, doch bevocht te land op bodewijk van Nassau de overwinning bij Mook (1574) in de nabijheid van Nijmegen, en kwam vervolgens het beleg opslaan voor Leiden, welke stad het hem echter niet gelukte te bemachtigen.
Hij had het plan gevormd, om alle gemeenschap tusschen Holland en Zeeland af te snijden, door zich meester te maken van de rivierwegen (Rijn, Maas en Waal). Dit plan, dat de Nederlanders met een groot gevaar dreigde, was op het punt verwezenlijkt te worden, toen R. bij het beleg van Zierikzee (1576) door eene ziekte aangetast werd, waaraan hij stierf.