Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Luis de camoëns

betekenis & definitie

de beroemdste dichter der Portugezen, geb. te Lissabon omstr. 1520, behoorde tot eene adellijke, doch arme familie; als student eene minnarij aangeknoopt hebbende met eene hofdame, werd hij gebannen naar Santarem, nam uil baloorigheid dienst bij de afrikaansche armee, en verloor voor Ceula een oog door een geweerschot. Ziende dat hem belooning noch ondersteuning in zijn vaderland gewerd, vertrok bij 1553 naar Oost-Indië, hield eenigen tijd verblijf te Goa, doch werd wegens eene satire op den onderkoning van daar verbannen naar Macao, waar hij zijne zoo beroemd gewordene Lusiade opstelde (os Lusiadas, d. i. de Lusitaniërs), een lofdicht op de heldendaden en ontdekkingen der Portugezen (lat.

Lusilani). Uit de ballingschap teruggeroepen 1561, leed hij schipbreuk onder de kust van Cochinchina, en redde zwemmend zijn leven (en zijn manuscript,dat hij al zwemmende met de eene hand boven water hield). Vervolgens 1569 in Lissabon teruggekeerd, werd daar 1572 zijn heldendicht gedrukt', koning Sebastiaan, aan wien hij het opdroeg, schonk hem een jaargeld van 15,000 reis; doch bij 's konings dood (1578) verloor C. deze ondersteuning, verviel in diepe armoede, en stierf 1579, ruim 60 jaren oud, in het ziekenhuis te Lissabon; zestien jaren later, toen men reeds zijne verdiensten op den waren prijs schatte en hem een praalgraf ging oprigten, had men zeer veel moeite om zijn graf terug te vinden. De laatste druk van zijne Obras completas (in 3 dln.) verscheen 1834 te Hamburg.

< >