(prins), zoon van Lodewijk Hendrik, hertog van Bourbon (zieblz. 554) was geb. 1736, diende met onderscheiding in den Zevenjarigen oorlog, en droeg veel bij totdeoverwinning in den slag van Johannisberg. Tijdens de omwenteling was hij een der eersten, die Frankrijk verlieten, en begon 1789 aan de oevers van den Rijn, die armee van uitgewekenen te vormen, die bekend werd onder den naam van armee van Condé.
Na nutteloos wonderen te hebben gedaan van dapperheid te Weissenburg, Hagenau, Bentheiin, was hij genoodzaakt zijne royalistische armee af te danken, en nam 1800 de wijk naar Engeland. Bij het herstel der Bourbons in Frankrijk teruggekeerd, ontving hij van Lodewijk XVIII de titels van grootmeester van het huis des konings en kolonel-generaal der infanterie. Hij stierf te Chantilly 13 Mei 1818. Zijn zoon was Lodewijk Hendrik Jozef van Bourbon (zie BOUBBON), en zijn kleinzoon de ongelukkige hertog van Enghien (zieENGHiEN). Met deze twee laatstgenoemde prinsen is het huis Condé uitgestorven.