(keizerin), geb. 23 Juni 1763 op Martinique, uit de familie Tascher de la Pagerie, ontving bij den doop de namen Marie Rosé Joséphine, en kwam op haar 15e jaar naar Frankrijk ; 13 Dec. 1779 trad zij in den echt met vicomte Alex. Beauharnais. uit welk huwelijk geboren werden: Eugenins (later hertog van Leuclitenberg) en Hortensia (later gemalin van koning Lodewijk en moeder van keizer Napoleon III).
Nadat zij haren man door het revolutionaire schrikbewind naar het schavot had zien slepen, werd ook zij zelve in den kerker geworpen, en had het behoud van haar leven alleen te danken aan Tatlien. Reeds spoedig oefende zij op haren bevrijder eenen grooten invloed uit; vervolgens op den directeur Barras. Zich met een verzoek tot generaal Bonaparte te wenden hebbende, werd deze derwijze voor haar ingenomen, dat hij haar ten huwelijk vroeg; 9 Maart 1796 trad zij met hem in den echt. Zij deelde in den bijzonderen voorspoed van haren man, en beklom met hem den troon, met den titel van keizerin. Van de macht, waartoe zij zich verheven zag, maakte zij geen ander gebruik, dan om goed te doen; het eenige, waarover Napoleon zich menigmaal te ergeren had, was hare te groote onbekrompenheid in het uitgeven van geld; overigens hield hij innig veel van baar, geljjk zij van hem. Doch hun huwelijk kinderloos blijvende, besloot Napoleon tot echtscheiding, die 16 Dec. 1809 voltrokken werd; veel kostte het J. zich in die scheiding te schikken, en sedert leefde zij in keizerlijke pracht te Navarre bij Evreux; zij stierf ^7 Mei 1814 en werd te Ruel bij Malmnison bijgezet.
