Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

James Monroe

betekenis & definitie

president der Vereenigde Staten, geb. te Monroe’s Creek in Virginië 28 April 1758, trad tijdens den onafhankelijkheidsoorlog als vrijwilliger in dienst, onderscheidde zich bij den slag van Brandywine, en werd door Washington benoemd tot kolonel. Toen de oorlog geëindigd was, werd M. gekozen tot afgevaardigde bij het congres, en ging 1794 naar Parijs als gevolmachtigd minister bij de Fransche republiek.

In 1810 benoemd tot gouverneur van Virginië, in 1811 tot secretaris van staat, 1814 opperbevelhebber der amerikaansche legers in den oorlog tegen Engeland, werd M. in 1817 gekozen tot president, en als zoodanig herkozen 1821. Onder zijn presidentschap kwam de Unie in het bezit van Spaansch Florida. Ten aanzien van het oogmerk der Heilige Alliantie, om in den omwentelingsoorlog der spaarisch-ainerikaansche koloniën te interveniëeren ten gunste van het absolutistische beginsel, ging van M. de gewichtige verklaring uit, dat iedere poging, die door de europeesche mogendheden beproefd zou worden om de reeds door de Unie erkende nieuwe republieken weder onder het juk der europeesche overheersching te brengen, beschouwd moest worden als eene daad van vijandschap tegen de Vereenigde Staten van Noord-Amerika (deze stelling, waardoor Europa onbevoegd verklaard werd zich in de zaken van Amerika te mengen, is de zoogenaamde Monroe-leer, waaraan men in de Unie steeds is blijven vasthouden). Toen M. het presidentschap nedergelegd had begaf hij zich naar zijn geboortegrond, werkte daar nog veel goeds, stichtte de universiteit van Virginia, en stierf 4 Juli 1831 (te New-York).

< >