Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Amerika

betekenis & definitie

het groote westelijke vasteland of de nieuwe wereld, wordt ten oosten door den Atlantischen Oceaan van Europa en Afrika, en ten westen door de Stille Zuidzee van Azië en Australië gescheiden. Ten noordwesten, bij kaap Prince-Wales in de Beringstraat, nadert het Azié tot op eenen afstand van 13 mijlen; noordoostelijk daarentegen komt het, met de oostelijkste punten van Groenland, de kust van Noorwegen slechts nabij op 200 mijlen afstands.

Op het oostelijkste punt ten zuiden van den Equator bedraagt de afstand, tusschen kaap St. Roque en de kust van Sierra Leone in westelijk Afrika, ongeveer 400 mijlen, terwijl de afstand van de zuidwest-kusten van Amerika tot de zuidoost-kusten van Azië en Nieuw-Holland op 2500 tot 3000 mijlen kan geschat worden. Het noordoostelijkste bekende punt van het vasteland van Amerika is Rodd-Baai op het schiereiland Boothia (73° 54 noorderbreedte en 91° 10’ westerlengte); het zuidelijkste bekende punt is kaap Forward (53° 53' 43 ' zuiderbreedte en 71° 18' 17" westerlengte; de afstand van beide punten, in eene regte lijn, bedraagt ongeveer 2000 mijlen. Het zuidelijkste punt van den zuid-amerikaanschen archipel is kaap Hoorn (55° 58 41"zuiderbreedte en 67° 16' 2' westerlengte), liet westelijkste punt van Amerika’s vasteland is kaap Prince-Wales aan de Beringstraat (65° 33'30' noorderbreedte en 167° 59' westerlengte); het oostelijkste, kaap Branco in Brazilië (7° 8 22' zuiderbreedte en 34° 47’ 58'' "westerlengte).A. is in hel midden door de bogten der golf van Mexico en van Garaibië in twee groote continenten Noord- en Zuid-Amerika gesplitst, die door de slechts eene breedte van weinige mijlen beslaande landengte van Panama zijn verbonden en den vorm hebben van eenen driehoek. De beide continenten, te zamen ruim 2000 mijlen lang, hebben tusschen kaap Charles aan den oosthoek van Labrador en kaap Prince-Wales aan den westhoek van russisch Amerika, de grootste breedte, die omstreeks 900 mijlen bedraagt. Onder den naam van Centraal A. of Midden-A. is de lange, smalle streek te verstaan, die de twee groote continenten Noord-A. en Zuid-A. met elkander verbindt, en zich uitstrekt tusschen 7° en 21° 31' noorderbreedte, en 78 en 94 graden westerlengte, bevattende die streek, behalve de eigentlijk gezegde midden-amerikaansche staten, Yucatan, een gedeelte van Mexico en van de Granadasche Confederatie, de Mosquito-kust en Britsch Honduras. In den meer beperkten zin genomen worden onder den naam van Centraal A. of Midden-A. verstaan de republieken Guatemala, San Salvador, Honduras,Nicaragua, Costa Rica en Balize of Britsch Honduras.

De kust-uitgestrektheid van het amerikaansche vasteland wordt op 9400 mijlen geschat, waarvan 6000 voor Noord-A. en 3400 voor Zuid-A. worden gerekend; de geheele oppervlakte bedraagt ongeveer 662,900 vierk. mijlen, waarvan 341,600 op Noord-A. en 321,300 op Zuid-A. komen. Bij de naar evenredigheid slechts weinig grootere horizontale uitgestrektheid van Noord-A., beslaat het kustland voor de noordelijke helft bijna het dubbel, en kenmerkt zich door eene groote menigte schiereilanden en diepe bogten. De voornaamste schiereilanden der oostzijde zijn : Labrador, Nieuw-Schotland, Maryland, Florida en Yucatan, te zamen eene kustlengte van 1320 mijlen; op de westzijde steken in zee uit : Aljaska of Alasjka, Tsjoegatsclien, Clalams-schiereiland en Californie, te zamen 570 mijlen kustlengte. De zuidelijke helft van A., waarvan het noordelijkste punt Punta-Gallinas aan de zee der Antillen (12° 20' 40" noorderbreedte en 71u 46' 37" westerlengte),heeft, behalve eenige onbeduidende schiereilanden op de oostzijde der zuidelijke punt, geen wat men noemen kan verbrokkelde kust, doch slechts kustkrommingen. Met de natuurlijke geledingen van Noord- en Zuid-A. staan de kust-insnijdingen, zeeboezems en zeeëngten in overeenstemming;zij komen derhalve in de noordelijke continentale helft veel talrijker en grooter voor dan in de zuidelijke. De voornaamste zijn :

I. Tot de noordelijke IJszee behoren de volgende: de Kotsebuesond, de straat Davis met hare noordelijke voortzetting, de Balünshaai met de Smiths-sond, de Lancaster-sond, de invaart van Prince-Regent, de Fury- en Hecla-straal, de Groenlandsche Zee.

II.Tot den Atlantischen Oceaan behooren de volgende: de Hudsonsbaai, de Laurentius-golf met de straat van Belle-lsle, de Fundy-baai, de baai van Massachusetts, de Long-Island-sond, de Delaware-baai, de Chesapeakbaai, de Albemarle-sond, de Pamlico-sond met de Raleighbaai, het kanaal van Florida, de golf van Mexico met de baai van Apalachee en de golf van Campeche, de zee der Antillen met de baai van Yucatan, de Hondurasbaai, de Mosquito-baai, de golf van Dariè, die van Maracaibo, die van Triste, de Cariaco-baai en de golf van Paria, de Allerheiligenbaai, de baai van Rio-Janeiro, de golf van St. George, de straat van Magalhaen tusschen het zuid-einde van het vasteland en het Vuurland, die, 81 mijlen lang, den overgang vormt uit den Atlantischen naar den Grooten Oceaan;tot deze laatste behoren : de golf van Penas, van Guaiteca, van Guayaquil, de baai van Choco, de golf van Panama, de baai van Tehuantepec, de groote golf van Californiè, de Fuca-straat, de invaart van Dixon, de Cross-sond, de Prins-Willems-sond, de invaart van Cook, de Beringszee met de Bristolbaai, de Norton-sond en de Bering-straat.

Het tot A. behoorende eilandgebied bestaat uit vier groepen. Tot de eerste groep behoort de groote Arctische archipel ten noorden van het amerikaansche vasteland, waartoe gerekend worden : Groenland, Nord-Devon, Baiïinsland, Cockburn, BoothiaFelix, Nord-Sommerset, de noordelijkste George-eilanden, van-Banksland en Victoria’s land. Deze archipel is, ondanks de vele met moed en groote offers ondernomene noordpool-expeditiën, nog te weinig bekend, dan dat men zijne omtrekken eenigzins duidelijk en met naauwkeurigheid zou kunnen bepalen: de jongste nasporingen hebben echter bewezen, dal Boothia-Felix door eene smalle landtong met het vasteland van A. verbonden is, en dat derhalve eene noordwestelijke doorvaart, wanneer die al mogt bestaan, in ieder geval meer noordelijk gezocht, zou moeten worden. Ten zuiden van deze groep in de Laurentius-golf liggen de eilanden Anticasti en Prins Edward, vóór het laatstgenoemde Nieuw-Foundland en kaap Breton, verder oostelijk in den vollen oceaan de Bermudas-eilanden. De tweede eilandgroep is West-Indié of de Columbische archipel, die als het ware eene eilanden-brug vormt, welke Noord- en Zuid-A. met elkander verbindt. West-Indié splitst zich in verscheidene kleine eiland-groepen; de Groote Antillen (Jamaica, Cuba, Haïti of St. Domingo en Portorico), de Kleine Antillen (Curaçao, Margarita, Trinidad, Tabago, Granada, Sl. Vincent, Santa-Lucia, Barbadoes, Martinique, Dominica, Guadeloupe, Antigua, St. Barthelemy, Ste. Croix en St. Thomas), de Bahama- of Lucayos-eilanden (Inagua, Aklin, San Salvador, Eleuthera en Abaco), en eindelijk verscheidene langs de kust verspreid liggende eilanden. De derde groep, een om de zuidpunt van het vasteland verdeelde archipel, bestaat uit de Vuurlands-eilanden, bezuiden de straat van Magalhaen, de Patagonische eilanden en de Falklands-eilanden. Tot de vierde groep behoort de archipel van Vancouver en van Quadra, alsmede de archipel der Aléuten.

De gedaante der gronds-oppervlakte van A. is over het geheel zeer eenvoudig. Die eenvoudigheid is hoofdzakelijk een gevolg daarvan, dat slechts één hoofd-systeem van bergen, de Andes-keten of Cordilleras-de-los-Andes, den grondvorm uitmaakt van het geheele werelddeel. Deze bergketenen, met hare reusachtige pieken, hare menigvuldige hooglanden, hare

groote menigte vuurspuwende bergen en haren grooten rijkdom aan metalen, loopen, slechts in het midden van het werelddeel door een smal kustgebergte en de West-Indische Zee afgebroken, over eene uitgestrektheid van meer dan 2000 mijlen van de zuidelijkste punt (de klip Diego-Ramirez) tot aan de kusten van de noordelijke IJszee, digt langs de westkust, eenerzijds bijna onafgebroken langs een zich ver uitstrekkend laagland aan de oostzijde. Nogtans vormt deze onmetelijke aaneenschakeling van bergketenen, gescheiden door het laagland der landengte van Panama, twee zich door karakteristieke trekken van elkander onderscheidende gebergte-systemen; terwijl de Cordilleras van Zuid-A., in het westen, in korte terrassen tamelijk steil tot smalle kustvlakten afdalen en, bij eene veelzijdige keten-vorming slechts korte vertakkingen naar het oostelijke vlakke land uitzendende, de hoogste bergmassaas van het werelddeel dragen, loopt het hoofdgebergte van Noord-A. westwaarts in uitgestrekter hoogvlakten tot den kustzoom neer. De afzonderlijke groepen der zuidamerikaansche Andes zijn genoemd naar de betrokkene landen; 'zoo heeft men : de Cordilleras van Patagonié, Chili, Peru, Quito en Nieuw-Granada; de hooglanden van Peru, Quito en Santa-Fé-de-Bogota, met eene menigte met eeuwigdurende sneeuw bedekte pieken, zooals : de Pic van Sorate, de Aroncagua (de hoogste piek van A.), de Chimborasso, Illimanni, Kotopaxi, de Pic vanTolima.envele andere boven de aaneengeschakelde bergenrij, waarop zij rusten, hoog uitstekende punten. De voornaamste Cordilleras van Noord-A. zijn : die van Guatemala, Mexico en Souora, welke het plateau van Anahuac, Nieuw-Mexico en de Oregon-plateaux insluiten en op den Popocatepetl, de Orizaba en de Jamespic, en andere hooge pieken, met eeuwigdurende sneeuw bedekt zijn. Zes, over het algemeen zich niet boven de grenzen van middelbare gebergten verheffende, van de groote Andes-kelen geïsoleerde gebergte-systemen voltooijen de verticale geleding der nieuwe wereld; vier dier systemen ljggen aan de oostzijde der Andes, van dit hoofdgebergte geheel en al afgescheiden, en gelijkmatig over de noordelijke en zuidelijke helft van Amerika's vasteland verdeeld. Op de noordelijke helft zijn het : de bergen-groep der Antillen en de keten der Alleghanys of Apalachiën, met sommige punten, die 7500 voet hoog zijn; op de zuidelijke helft: de groep der Parima en de groep van Brazilië, waarvan de hoogste piek 7700 voet bereikt. Eene gebergte-scheiding tusschen Noord- en Zuid-A. vormt het vijfde afzonderlijke berg-systeem, de oostwaarts vooruitspringende tak der Andes, de kustketen van Venezuela, die zich, ter zuidkust van de zee der Antillen, van het westen naar het oosten uitstrekten door het plateau van Bogota met hel zuidelijke hoofdgebergte orographisch zamenhangt. Het zesde gebergte-systeem vormt de Sierra-Nevada-de-SantaMarta, eene kleine geisoleerde bergen-groep tusschen twee uiteenloopende takken der zuid-amerikaansche Andes, die in de pie kEl-Picacho de hoogte van 16,890 voet bereikt. Even als in de gebergte-vorming der beide groote helften van A. over het geheel eene in het oog loopende overeenkomst wordt waargenomen, is dit ook (zoo al niet wat hunne natuurlijke gesteldheid betreft, toch wat aangaat hunnen vormen hunne ligging) liet geval met de verdeeling der door de bergketenen gevormde laaglanden, van welke men eene uitgestrektheid van 246,000 vierk. mijlen kan rekenen op Zmd-A., en op Noord-A. 161,000 vierk. mijlen; de patagonische steppe, de Pampas-de-la-Plata, de Llanos der Amazonen-rivier en die van den Orinoco, de laagvlakte van Guiana en die van de Magdalena-rivier in Zuid-A. komen overeen met de atlantische kustvlakte, de Savannaas van den Mississippi en de vlakten der arctische terrassen in Noord-A.

De groote vlakten van he tamerikaansche vasteland zijn bijzonder gunstig voor de ontwikkeling der hydrographische gesteldheid van dit werelddeel, hetgeen vooral het geval is in Zuid-A., hetwelk in dat opzigt door geen ander gedeelte der aarde overtroffen wordt. Deze meestal in oostelijke rigting geopende wegen van gemeenschap bieden aan de verbazend snel toenemende bevolking en beschaving de grootste voprdeelen aan. Slechts ééne hoofdrivier neemt, de oostelijke bergketen doorbrekende, haren loop in eene westelijke rigting, namelijk; de Columbia in Noord-A. Even als de stroomend water-systemen in Zuid-A. op eene in het oog loopende wijze tot de hoogste ontwikkeling zijn gekomen, zoo is Noord-A. rijk aan meren van verschillende grootte, die meerendeels onderling met elkander in gemeenschap staan. In de rigting van het zuidoosten naar het noordwesten bevat de noordelijke vervlakking het Winnipeg-, het Athabasca-, het Groote Slavenen het Groote Beerenmeer; deze meren staan deels met het stroomgebied van den Mackenzie, die naar de arctische Ijszee stroomt, deels met den Nelson, Churchill, Albany en Severn, welke rivieren naar de Hudsonsbaai loopen, in middellijke of onmiddellijke gemeenschap. Ten zuiden van de Hudsonsbaai heeft men de tot het groote bekken van de Laurentiusrivier behoorende, en ook onderling verbonden zijnde, groote canadasche meren, met name ; het Bovenmeer, de meren Michigan, Huron,Erie enOntario. Het bekken van den Mississippi vormt de. zuidelijke helft der groote vlakte van Noord-A. Deze reusachtige stroom, welks loop van de bron van den Missouri af 730 mijlen bedraagt en welks stroomgebied 54,000 vierk. mijlen omvat, neemt in zijnen loop den Ohio en den Missouri in zich op, en ontlast zich in de golf van Mexico. In deze golf ontlasten zich tevens, behalve een aantal kust-rivieren, de stroomen van den Rio-del-Norte. Zuid-A. heeft in het noordelijke gedeelte slechts het meer van Maracaibo en het Titicacameer, het eerstgenoemde aan de kust, het andere in het hooge bergland. Daarentegen heeft men hier het stroomgebied van drie verschillende rivieren te onderscheiden, namelijk ; het bekken van den Orinoco (17,500 vierk. mijlen); het bekken van de Amazonenrivier (88,400 vierk. mijlen), waartoe ook dat van den Rio-Negro kan gerekend worden; en eindelijk (72,000 vierk. mijlen) de vlakten va ndenRio-de-la-Plata, welker hoofd-rivieren de Paraguay en de Parana zijn.

Als men den Zuidpool-cirkel uitzondert, heeft A. alle schakeringen van klimaat. Opmerkelijk echter is het, dat de temperatuur in dit werelddeel in het algemeen kouder is dan onder gelijke breedte-graden in de overige werelddeelen wordt waargenomen. De eigenaardige verticale geleding der grond-oppervlakte is menigmaal oorzaak, dat in beperkte ruimten de grootste verschillen naast en boven elkander worden opgemerkt. Terwijl op 38 graden zuiderbreedte nog palmgewassen aaugelrolfen worden, begint 9 graden zuidclijker reeds de bevrozene aardgordel. Scherper nog komen deze kontraslcn uit in de onmiddellijke nabijheid der Andes; de arquatoriale hitte, die in de vlakten en dalen van Quito den vveelderigsten plantengroei voortbrengt, is niet in staat de eeuwige ijskorst te smelten op de bergtoppen, die zich nagenoeg onder de zelfde zone verheffen. In Noord-A neemt de warmte toe van het oosten naar het westen ; in Zuid-A. daarentegen,waar de Zuidpool-stroom langs de westkust strijkt, heeft juist het tegenovergestelde plaats. Noord- en Zuid-A. hebben gelijke dag- en nacht-uren,doch verschillende jaargetijden; hierbij doet zich echter, ten gevolge van de heerschende winden, van den oceanischen invloed en van de ligging der Cordilleras als weer-scheiding, de onregelmatigheid voor, dat bijv. de oostkust van Brazilië den regentijd heeft van Maart tot September, en Peru daarentegen, onder gelijke breedte, van November tot Maart.

A. onderscheidt zich van de overige werelddeelen door bijzondere ontwikkeling van den plantengroei, waarop de uitgebreide bewatering-systemen vooral van gunstigen invloed zijn. Bij de menigte voortbrengselen van allerlei aard, die het grootendeels met andere werelddeelen gemeen heeft, verdienen hier slechts die soorten bijzondere vermelding, die óf in buitengewone mate hier gedijen óf uitsluitend in A. te huis behoren. Rijk is de opbrengst van edele metalen, inzonderheid van goud en zilver; omstreeks de helft der 19e eeuw is Californië het middelpunt der gouddelving geworden. De andere landen in A., die voornamelijk goud leveren, zijn: Nieuw-Granada, Brazilië, Mexico, Chili,Bolivia,Peru, Centraal-A. Zilver wordt geleverd door Mexico, Bolivia, Chili, de Argentijnsche republiek, Centraal-A. Uit het plantenrijk kunnen, behalve suiker, koffij en europesche graansoorten, genoemd worden : katoen, indigo, cacao, vanille, tabak, ananas, yamswortel, kina, sassafras, kaoetsjoek, vele hars- en balsemsoorten, de schoonste vruchten en eene groote verscheidenheid van verw- en timmerhout. Uit het dierenrijk zijn, behalve de ingevoerde europesche huisdieren, te vermelden : bison, bisam-stier, lama, vicuna, tapir, luiaard, gordeldier, jaguar, puma-kat, zee-otter, deamerikaansche struisvogel, condor, ibisen reigersoorten, specht, flamingo, kolibri, vele zee- en trekvogels, klapperslangen, alligator, beef-aal, cochenille, muskitos, termiten en vele andere.

De bevolking bestaat deels uit oorspronkelijke bewoners (behalve de bevolking der poolcirkels, Indianen met eene koperkleurige, roode huid); deels aankomelingen (Europeanen en Negers), deels inboorlingen van europesche afkomst (Creolen); deels lieden van gemengd ras (Mulatten, Mestizen, Chinos of Zambos). De geheele bevolking van A. wordt geschat op 60 millioen menschen, waarvan 36 millioen voor Noord-A., 20 millioen voor Zuid-A., en 4 millioen voor West-Indië gerekend worden : ongeveer 25 millioen behooren tot het Caucasische ras, en 8 millioen zijn Negers. Inheemsche talen telt men er omstreeks 600; van de europesche talen is het Engelse!) het meest verspreid; dan volgt het Spaansch en het Portugeesch. Wat het verschil van godsdienst betreft vindt men omstreeks 23 millioen Roomsch-Katholieken (meest in Zuid-A.), en even zooveel Protestanten (bijna uitsluitend in Noord-A.). De Heidenen zijn voor het grootste gedeelte fetisj-aanbidders. Het getal der inheemsche Indianen neemt meer en meer af; dat der landverhuizers uit Europa daarentegen neemt gestadig toe. De slavernij, door de Engelschen afgeschaft en ijverig bestreden en ook door de noordelijke staten der noord-amerikaansche Unie als misdadig gebrandmerkt, heeft in de zuidelijke staten van die Unie zulke hartstogtelijk voorstanders gevonden, dat die staten zich in de tweede helft der 19e eeuw feitelijk van de Unie hebben losgescheurd, hetgeen een oorlog ten gevolge heeft gehad, waarvan het einde nog niet te voorzien is. De bedrijven der Indianen bepalen zich voornamelijk tot de jagt en de vischvangst. Dat onder de overige bewoners alle takken van europesche kunst en wetenschap in eenen meerder of minder ontwikkelden graad vertegenwoordigd zijn, behoeft wel naauwelijks gezegd.

De eerste, die het amerikaansche continent voor het hedendaagsche Europa ontsloot (October 1492), was een Genuees van geboorte, namelijk de groote wereld-ontdekker Christoforus Columbus; niettemin werd het werelddeel niet naar hem genoemd, maar naar Amerigo Vespuccius, die de eerste beschrijving er van leverde. Door de Spanjaarden, Portugezen en Engelschen, die het eerst de ontdekte landen in bezit namen, ontstonden de groote, in drukkende afhankelijkheid gehoudene koloniën dezer drie mogendheden ; doch naar gelang zij vorderden in europesche beschaving en inwendig toenamen in kracht, groeide in gelijke mate de zucht bij hen aan naar onafhankelijkheid. Zoo gelukte het 1783 aan het grootste gedeelte der engelsche koloniën in A. zich als zelfstandige gemeenebesten van het engelsche oppergezag los te scheuren. In 1810 begon de vrijheidsoorlog in de spaansche bezittingen, en 1822 werd Brazilië onafhankelijk. Uit de koloniën ontstonden zelfstandige staten,enkele monarchien,doch meerendeels republieken; en de grondslag der amerikaansche staatsregeling steunt op de gelijkheid der standen. De tegenwoordige onafhankelijke staten van Noord-A. zijn:

1) De Vereenigde Staten van Noord-A.;
2) Mexico;
3) Guatemala;
4) San-Salvador;
5) Honduras;
6) Nicaragua;
7) Costa-Rica;
8) Yucatan;
9) Haiti;
10) Sint Domingo;
11) Venezuela;
12) Nieuw Granada;
13) Ecuador;
14) Peru;
15) Bolivia:
16) de Argentijnsche republiek;
17) Paraguay;
18) Uruguay;
19) Chili;
20) Brazilië.

Buitendien bezit Rusland : het uiterste noordwesten met de schiereilanden der Tsjoektsjen, der Tsjoegatsjen en Aljaska, alsmede de Aléuten.

Engelsche bezittingen zijn : Opper- en Neder-Canada ;Nieuw-Brunswijk; Nieuw-Schotland; kaap Breton ;prins Edwards-eilanden, Nieuw-Foundland, Honduras, Hudsonsbaai-gebied; de Bermudaseilanden, de Lucayen of Bahama-eilanden, de Kleine Antillen, Trinidad, Tabago, Granada, St. Vincent, Barbadoes, Santa-Lucia, Dominica, Antigua,Barbuda,Anguilla, het Groote Antille-eiland Jamaica, Honduras of Balize in Yucatan, een gedeelte van Guiana en de Falklands-eilanden.

Aan Denemarken behooren: Groenland en de Virginische eilanden Ste Croix, St. Thomas en St. Jean.

Nederlandsche bezittingen zijn: de Antillen onder de wind (Curaçao, St. Martin, St. Eustatius, Saba, enz.), alsmede een gedeelte van Guiana (Suriname).

Frankrijk bezit :Guadeloupe, Martinique, enz., in de Antillen en een gedeelte van Guiana.

Aan Spanje behooren:de eilanden Cuba en Portorico.

Zweden bezit een der Antillen, namelijk : het eiland St. Barthélemy.

Aan A. von Humboldt komt de eer toe, de natuurlijke gesteldheid van A. het wetenschappelijkst en oordeelkundigst onderzocht te hebben: zijne werken baanden den weg, om een meer ernstigen blik te werpen op de natuur en de geschiedenis der nieuwe wereld. Vergelijk :A. von Humboldt Examen critique de l'histoire de la géographie du Nouveau Continent (5 dln. Parijs 1836—39); Long, Porter en Tucker America and the West-Indies geographically described (Londen 1843); Macgregor The progress of America etc. (2 dln. Londen 1847); Andree Amerika (Brunswijk 1851), en meer werken van lateren datum.

< >