Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

George Monk

betekenis & definitie

hertog van Albemarle, engelsch veldheer, geb. 6 Dec. 1608 te Potheridge in ’t engelsche graafschap Devon, deed zijne eerste wapenfeiten in Spanje en in Vlaanderen. In de burgeroorlogen hield hij aanvankelijk de zijde des konings, en ontving van Karel I den rang van generaal-majoor der Iersche brigade; doch door Fairfax krijgsgevangen gemaakt (1644) zag hij zich, ten einde de vrijheid terug te erlangen, genoodzaakt in dienst te treden bij de armee van het Parlement.

Van dat tijdstip af toonde hij zich ijverend voor Cromwell, en werd een der geduchtste tegenstanders van de koningsgezinde partij; in 1653 bevocht hij eene overwinning ter zee op den hollandschen admiraal Tromp, onderwierp vervolgens de Schotten, en werd benoemd tot gouverneur-generaal van Schotland. Maar na den dood van Cromwell sloot hij zich weder aan de koningsgezinden aan, rukte met een leger Engeland binnen, deed het Long-Parlement ontbinden, en riep Karel II als koning uit te Londen 8 Mei 1660. Door den nieuwen koning werd hij met eerbewijzen overladen, tot hertog van Albermarle verheven, en tot gouverneur der graafschappen Devon en Middlesex benoemd. In 1666 kommandeerde hij onder den hertog van York de engelsche zeemacht tegen de hollandsche vloot, bevocht 25 Juni van dat jaar bij North-Foreland eene overwinning op De Ruyter, en stierf 3 Jan. 1670. De titel hertog van Albemarle stierf uit met zijnen zoon Christoph (gest. 1688).

< >