Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Fontainebleau

betekenis & definitie

lat. Fons Blaudi of Fons Bellaqueus, stad in het fransche dept.

Seine-Marne, midden in het groote, door zijne eikenboomen en lanen beroemde Bosch van F., dicht bij den linkeroever der Seine, ruim 3 uren gaans bezuiden Melun, ruim 7 mijlen bezuidoosten Parijs; omstr. 11,000 inw. Het (tegenw. keizerlijke) paleis of kasteel van F. was reeds de residentie van koning Robert in 999, en werd vooral druk bewoond door Lodewijk VII en diens opvolgers tot in de 14e eeuw; van lieverlede gedeeltelijk bouwvallig geworden, liet Frans I het herstellen en vergrooten (1539), en versierde het met kostbare meesterstukken der kunst. Door nagenoeg al zijne opvolgers (inzonderheid door Hendrik II, Hendrik IV, Lodewijk XIV, Napoleon I en Lodewijk-Filips) werd het kasteel van F. verfraaid en vergroot. Een aantal geschiedkundige, meerendeels zeer belangrijke, herinneringen zijn daaraan verbonden : in de hertengalerij liet Christina van Zweden, tijdens haar verblijf op het kasteel, 10 Nov. 1657 Monaldeschi ter dood brengen, of juister gezegd, vermoorden; paus Pitis VII zat op het kasteel van F. gevangen; verscheidene edicten werden daar uitgevaardigd (1539, 1550, 1561); in 1807 werd daar een verdrag geteekend tusschen Frankrijk en Spanje; 4 April 1814 deed Napoleon daar afstand van den troon ten behoeve van zijnen zoon, en 20 April nam hij er afscheid van de »oude garde”; 22 Juni 1815 teekendc Napoleon hier andermaal de acte van abdicatie. F. is de geboorteplaats der koningen Hendrik III en Lodewijk XIII en der dramatische schrijvers Dancourl en Poinsinet.

< >