I, zoon van Clotarius II, geb. 602, werd 622 erkend als koning van Austrasiö, bij den dood zijns vaders (628) ook van Neustrië,en in 631 bij den dood van zijnen broeder Caribert ook van Aquitanië. Hij onderwierp de Saksen, de Gascoguers en de Bretagners; maar hij bezoedelde den luister zijner overwinningen door ,zijne wreedheden, door zijne trouweloosheid, en door zijne verregaande neiging tot wellust.
In 632 stichtte hij Saint-Denis, en stierf 638.IX, bijgenaamd de Jonge, moest 656 zijnen vader Siegbert II als koning van Austrasie opvolgen; doch Grimoald, de majordomus, maakte zich van het bewind meester, en D. bragt een geruimen tijd eerst in gevangenschap, vervolgens als balling in Engeland door. In 674 gelukte het hem echter een gedeelte van zijn rijk te heroveren ; nu regeerde hij vreedzaam tot 679, toen hij door de aanhangers van Grimoald vermoord werd.
III, zoon van Childebert III van Neustrië, kwam 711 op den troon, regeerde onder de opperleiding van den majordomus Pepijn den Dikke, en stierf 715. In de lijsten, waarin alleen de vorsten uit den bloede van Clovis, die over Parijs geregeerd hebben, opgenomen zijn, heet hij D. II.