Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Bouillon

betekenis & definitie

eerst heerlijkheid, later hertogdom, groot 7 vierk. mijlen van het boschrijke gebied der Ardennen, met 23,000 zielen (waarvan 4000 in de hoofdpl. B., die met het hertogelijk kasteel aan de Semoi ligt), was aanvankelijk een gedeelte van het graafschap Ardenne, en werd aan Godfried van B. geschonken, die het in 1095 aan den bisschop van Luik verkocht, ten einde de gelden te bekomen, die hij noodig had. voor zijnen eersten kruistogt.De bisschoppen van Luik behielden B. tot 1482 (een klein tusschentijdvak van 7 jaren 1135—1142 niet medegerekend); toen maakte Willem van der Mark, prins van Sedan, zich van B. meester; doch 1521 gaf Karel V het aan den bisschop van Luik terug.

In 1548 echter bemagtigde Robert van der Mark het kasteel van B. weder, en zijne afstammelingen noemden zich voortaan hertogen van B., welke titel door huwelijk overging op de heeren van La Tour d’Auvergne, vicomtes de Turenne. Na reeds 1552 en 1559 bezet geweest te zijn door de Franschen, werd R. voor goed door hen veroverd 1672. Krachtens den vrede van Parijs werd het bij het nieuwe koningrijk der Nederlanden gevoegd, en na de afscheiding van België (1830) werd B. met een gedeelte van Luxemburg 1837 ingelijfd bij België.

< >