Wat is de betekenis van bouillon?

aftreksel van vlees, groenten of vis. aftreksel van vlees, vis, groenten of paddenstoelen dat bereid wordt door de ingrediënten met een groentenpakket en kruiden lange tijd te laten trekken in heet water net onder het kookpunt en dat gebruikt wordt als basis voor soepen of sauzen of als bevochtiger in andere bereidingen. Sterk ingeko...

bouillon - Zelfstandignaamwoord 1. (kookkunst) een aftreksel van magere vleesresten, beenderen of vis dat vaak de basis van een soep is ♢ Drink je je bouillon nog op?

bouillon - zelfstandig naamwoord uitspraak: boel-jon 1. aftreksel van vlees of groente ♢ de bouillon is de basis voor de soep Zelfstandig naamwoord: boel-jon de bouillon

Kruidig aftreksel van vis, vlees, gevogelte en/of groenten. Ook de beenderen van slachtvlees en grootwild, karkassen van gevogelte en graten van vis kunnen voor het vervaardigen van bouillon worden gebruikt.

vleesnat; aftreksel van vlees; gevlochten goud- of zilverdraad ter versiering

[Fr. boeljon'], vleesnat, verkregen door vlees of gevogelte in water op een klein vuur te laten trekken.

afkooksel van mager vlees.

krachtig vleesnat; samengerold goud- of zilverdraad

vleesnat, afkooksel of aftreksel van (mager) dierenvlees, zoals dat als licht verteerbaar voedsel (eiwit) gebruikt wordt, maar ook als voedingsbodem in de bacteriologie.