(de), lat. Arduenna sylva, d. i. het bosch van de jagtgodin der oude Galliërs, naam van het zich ten westen aan het nederrijnsche schieferplateau aansluitende bergland op de noorder-grenzen van Frankrijk, hetwelk zich uit de dalen van de Moezel, Our, Ourlhe, den Hondsrug, de Eifel en het HoogeVeen verheft, en naar het westen tot het laagland van Vlaanderen afdaall.
De gemiddelde hoogte van dit zeer boschrijke plateau bedraagt 1600 vt., met enkele slechts onbeduidend hooger stijgende punten. Dit boschrijke bergland geeft zijnen naam aan het fransche dept. der Ardennen, door welks noordelijk gedeelte zich deze bergstreek uitstrekt. Dit dept. behoort tot de stroombedden van Seineen Maas, grenst ten noorden en noordwesten aan België, ten zuidoosten aan het dept. der Maas, ten zuiden aan de Marne, ten westen aan de Aisne, en vormt een gedeelte van het voormalige Champagne. Bij 94 vierk. mijlen oppervlakte heeft het 330,000 inw. De hier ontspringende Oise met den Ton, de Aisne met de Aire en Vaux, zoomede de Retourne, vormen het Seine-gebied van het dept., terwijl tot het bassin van de Maas behooren de Maas met hare nevenstroomen Chiers, Semoy, Bar,Vence, Sormonne en Viroin. Het Ardennen-Kanaal, 11 mijlen lang, loopt van Chateau-Porcien langs de Aisne over Semoy tot aan de Bar, en langs deze noordwaarts tot beneden Donchery naar de Maas. Behalve de dalen, die vruchtbaar en rijk aan graan zijn, is het terrein meerendeels naakte krijtgrond zonder boomengroei. De bergen bestaan hoofdzakelijk uit dikke schiefer-lagen; in het noorden bij Givet wordt marmer gewonnen, en in hel oosten, waar de schelpkalk heerschend is, vindt men rijke ijzermijnen. De industrie omvat shawl-weverij, zijde-spinnerij, wolmanufacturen, vervaardiging van ijzer-,glas- en aardewerk. Mézières is de hoofdplaats van het dept., dat in de 5 arrondissementen Mézières, Réthel, Rocroy, Sédan en Vouziers ingedeeld is, die gezamentlijk 478 gemeenten tellen in 30 kantons.
