1) zie ALTENA 5).
2) stad in het hertogdom Holstein aan den regter-oever van de Elbe, digt hij Hamburg en daarvan slechts door de landpalen gescheiden, met 40,000 inw., een gymnasium (in 1739 gesticht door Christiaan VI), groote bibliotheek, sterrewacht, munt en verscheidene andere inrigtingen. Door Hamburg met het groote duitsche spoorwegnet, door eenen regtstreekschen spoorweg sedert 1843 met Elinshorn, Glückstadt, Neumunster, Rendsburg en Kiel, en door eene uitgebreide scheepvaart, vooral op Engeland, Frankrijk,de Middellandsche Zee en West-lndié, met de overzeesche landen in gemeenschap, onderhoudt A. zeer levendige en veelzijdige handelsbetrekkingen en is als het ware in het klein een tweede Hamburg, terwijl het zich voor alles wat den groothandel betreft van de hamburgsche beurs bedient en,door menigerlei privilegiën, zelfs in sommige opzigten de voorkeur boven Hamburg verdient. Ook op het gebied der nijverheid heerscht hier veel levendigheid; men vindt er nagenoeg alle takken van kunst, handwerken en fabriekwezen vertegenwoordigd. In het begin der 16e eeuw was A. een gering visschersdorp, in 1604 reeds een vlek, en In 1664 werd het door koning Frederik III van Denemarken tot stad verheven. In 1713 door de Zweden onder generaal Stenbock nagenoeg geheel platgebrand, werd A. later veel schooner dan te voren weder opgebouwd, en is na Koppenhagen de aanzienlijkste stad van geheel Denemarken. Op i mijl afstands van A. ligt het landgoed Flottbek met groote plantsoenen en 280 inw. De voornaamste erfpachtgrond is de boomkweekerij van Both, met hare wereldberoemde broeikassen en een weergaloos uitgebreiden handel in zaden. Vlak bij A. ligt het dorp Ottensen, met het graf van den beroemden Klopstock.