Gepubliceerd op 14-06-2022

Zweet

betekenis & definitie

Sudor, het vocht, dat wordt afgescheiden door de zweetkliertjes van de huid (zie aldaar). In den gewonen toestand van lichaam en geest wordt slechts zooveel Z. afgescheiden, dat het dadelijk kan verdampen, en dus niet opgemerkt wordt, ofschoon de hoeveelheid in 24 uur ± 1 liter bedraagt (echter zeer wisselend).

Bij sterken bloedsaandrang naar de zweetkliertjes of bij belemmering van de uitwaseming aan de oppervlakte der huid (b.v. in zeer vochtige lucht, of bij een bad van heeten waterdamp, enz.) vertoont het zich echter droppelsgewijs op de huid. De scheikundige bestanddeelen van het Z. zijn: water (99 pCt.), eenige vluchtige vetzuren (mierenzuur, boterzuur, azijnzuur), vet, cholesterine, sporen van een kleurstof, urinestof en eenige minerale zouten (inz. keukenzout); de reactie van het Z. is in den regel zuur; soms, bij staan in huidplooien, alcalisch. De afscheiding van het Z. heeft plaats door de werking van bijzondere zenuwen, die haar prikkels ontvangen uit een bepaald gedeelte van het verlengde merg, het z.g. zweetcentrum. Dat het zweeten onder invloed van het zenuwstelsel staat, blijkt reeds uit het z.g. angstzweet. Bij overvloedig drinken, hooge temperatuur, zwaren spierarbeid enz. kan de afscheiding stijgen tot 600 gram of nog meer per uur; ook neemt zij toe bij hevige aandoeningen (angst), bij verstikking en bij sommige vormen van vergiftiging. De zweetafscheiding is van veel beteekenis voor het regelen van de lichaamswarmte;het Z. onttrekt bij haar verdamping op de huid aan het lichaam een groote hoeveelheid warmte; ook voert het onbruikbare en schadelijke stoffen buiten het lichaam.

Een overmatige zweetafscheiding, hyperidrosis, kan zijn algemeen of plaatselijk. De algemeene komt voor bij sterke spierinspanning, heftige pijnen of gemoedsaandoeningen, hooge temperatuur der lucht, warme baden of inpakkingen, gebruik van zweetdrijvende middelen (pilocarpine, kamillen, lindebloesem), bij zware benauwdheid, bij daling van koorts (zoowel bij het critisch eindigen der ziekte — b.v. longontsteking — als bij tijdelijke sterke daling der temperatuur — b.v. malaria-aanvallen), bij gewrichtsrheumatisme, Basedow’sche ziekte en in het herstellingstijdperk van zware ziekten. Bij collaps en in den doodsstrijd treedt het z.g. koude zweet op. De plaatselijke hyperidrosis komt v.n.l. voor aan handen en voeten (zie zweetvoeten), verder bij een aantal zenuwziekten; soms betreft zij een geheele lichaamshelft (hemidrosis). Bij teringlijders vindt men dikwijls een sterk nachtelijk zweeten.

Vermindering der zweetafscheiding tot volkomen droogheid der huid toe (anidrosis) vindt men bij hooge, doorloopende koorts, bij ziekten, die met groot vochtverlies gepaard gaan (cholera, suikerziekte, schrompelnier) en bij algemeene waterzucht.

Urine- en zweetafscheiding houden met elkaar verband; is de eene verhoogd dan vindt men de andere in den regel verminderd, en omgekeerd. Bij een aantal ziektetoestanden dient de vermeerderde zweetafscheiding tot uitscheiding van giftige stoffen uit ’t lichaam of wordt zij tot dat doel kunstmatig opgewekt.

De door het Z. vochtig gehouden afschilfering der huid komt licht tot ontbinding en dit veroorzaakt het kwalijkriekend Z. Het uitblijven der zweetafscheiding bij gezonde personen wordt ten onrechte voor een slecht teeken gehouden. Het doorbreken van het Z. bij een ziekte wordt daarentegen over het algemeen als een goed teeken beschouwd (critisch zweet), behalve bij gewrichtsrheumatisme en tering. De beste middelen tegen het kwalijk rieken van zweet zijn: groote zindelijkheid, herhaald verschoonen, veelvuldig baden, wasschingen met zeep en Fransche brandewijn, bepoedering der transpireerende huidplekken met salicylpoeder. Zweetdrijvende middelen (zie aldaar) worden voornl. gebruikt bij verkoudheid en ophooping van vocht in het lichaam. De afscheiding van sterk, bijtend Z. kan wonden en zweetblaartjes (zie aldaar) veroorzaken, en is een zeer lastige aandoening, waartegen salicylzuurpoeder en formaline-alcohol goede middelen zijn. Het zweeten der handen, hetwelk meest voorkomt uit zenuwachtigheid (nervositeit), wordt het best bestreden door vermeerdering van de werkzaamheid van de bloedvaten der hand door snelle afwisseling van warme en koude handbaden.