Gepubliceerd op 14-06-2022

Keukenzout

betekenis & definitie

chloornatrium of natriumchloride is een verbinding van chloor en natrium.

In het menschelijk lichaam (dat ongeveer ¼ K.Gr. zout bevat en gemiddeld in het jaar 6 K.Gr. verbruikt), is het zout zeer verbreid; het bevindt zich in alle vochten, weefsels en organen. Ook bij het ontbreken van zout in het voedsel houden de organen zoo lang mogelijk hun zoutgehalte vast. Het K. is door zijn invloed op het diffusieproces een hoofdfactor voor de beweging der vochtmassa’s in het lichaam en staat in een zeer innig verband met het proces van celvorming. Aangezien aan het K. rottingwerende eigenschappen eigen zijn (d.i. daar de met K. doordrongen organische stoffen zich lang goed houden en niet licht tot rotting overgaan) bedient men zich ervan voor inzouten en inpekelen van levensmiddelen.

Verdunde keukenzoutoplossingen zijn een uitstekend middel om dagelijks in den vorm van baden, een zachten prikkel op de huid uit te oefenen, vooral bij chronische huidaandoeningen, scrophulose, witten vloed, bloedarmoede enz. Deze baden komen voor het gebruik gereed in de natuur voor. Zeebaden zijn feitelijk keukenzoutoplossingen van 2—4 pCt., waarvan de prikkelende kracht nog door de lage temperatuur en den golfslag verhoogd wordt. Ook vele keukenzoutbronnen (Soolen) bevatten het juiste gehalte aan K., dat voor dit doel vereischt wordt. Een zoutbad in huis is eveneens gemakkelijk te bereiden, door aan een volbad van 200 L. water 4—6 K.Gr. K. toe te voegen.

De z.g. physiologische keukenzoutoplossing heeft een sterkte van 0.6 tot 0.9 pCt., en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor infusie (hypodermoclyse, zie aldaar). K. heeft verder ook bloedstelpende eigenschappen; een bekend huismiddel, dat dikwijls goede diensten bewijst bij bloedspuwing, is het eten van een lepel K. Een warme zoutoplossing wordt ook wel gegeven als braakmiddel.