is de uitdrukking der behoefte van het organisme aan de opname van vloeibare stoffen, kenbaar door een droog gevoel in verhemelte en keel, dat echter ook door andere oorzaken ontstaan kan (b.v. inademen van warme of stoffige lucht, ademhaling door den mond, in plaats van den neus, enz.). Het dorstgevoel verdwijnt niet alleen door drinken, maar ook als men langs anderen weg vocht aan het lichaam toevoert.
Een verhoogd gevoel van D. treedt op bij sterker vochtverbruik (koorts, sterk zweeten, verhoogde urineafscheiding, b.v. bij suikerziekte, enz.) en ook na een plotseling groot bloedverlies. Regeling van den vloeistoftoevoer is in deze gevallen van groot belang.