Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

zweet

betekenis & definitie

koffie

In deze betekenis in 1906 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Doorgaans zei men een bak(kie) zweet of een kom zweet. Köster Henke vermeldt als vormvariant zweterik. Hij vermeldt nog drie andere aanduidingen voor ‘een kop koffie’: een bak zog, een bak slobber en een bak leut. E.G. van Bolhuis vermeldde in 1937, in De Gabbertaal, de verbinding zweet met kluif voor ‘koffie met koek’. Ter verklaring van zweet in de betekenis ‘koffie’ schreven Endt en Frerichs in 1974 in hun Bargoens woordenboek: ‘Het koffienat en de transpiratie zijn vergelijkbaar omdat beide naar verwacht kan worden, volgen op de zure arbeid.’

• Zijn de zaken goed gegaan, dan is er van alles te eten in ’t buffet. Anders ’n kop koffie, ‘kom zweet’ naar ze zeggen, -- uitslapen, en... nieuwe plannetjes maken! ¶ M.J. Brusse, Het rosse leven en sterven van de Zandstraat (1917), p. 57
• Hij vreesde, dat de ruwe bonken hun zuster weer zouden pesten of beleedigen met snijdenden woordenspot, zooals ze gisteren nog zijn armen oudsten broer, Salomon Hereira liederlijk hadden gekrenkt, toen hij een extra bakje zweet kwam halen, in het voorbijgaan. ¶ Is. Querido, Het volk God’s dl 1 (1931), p. 36. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Deze burchtvrouwe, idole van al de #gesjochten jongens, aan wie zij gastvrijheid voor den loeienden stormnacht verleent, alsmede den troost van een kom zweet, -- zooals de koffie in de bedelaarsdoelen vernoemd wordt -- en... wel aan, de uiteindelijke rust der goedertierenheid aan haren maagdelijken boezem. ¶ R. Houwink (red.), Volk bij den weg (1937), pp. 132-133