Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Pasteuriseren

betekenis & definitie

door verhitting bacterievrij maken

Begin 1993 maakte de Amerikaanse historicus G.L. Geison bekend dat de grote Franse microbioloog Louis Pasteur zich met regelmaat schuldig had gemaakt aan wetenschappelijk onethische praktijken. Geison baseerde zich op de lang geheim gebleven laboratoriumjournaals van Pasteur. Volgens Geison eigende Pasteur zich resultaten van anderen toe, fraudeerde hij en experimenteerde hij op mensen zonder eerst de benodigde proefdierstudies te hebben gedaan.

In diverse landen brak tumult uit, maar in Frankrijk bleef het nagenoeg stil. Alleen de Franse socioloog Bruno Latour verklaarde na een paar dagen dat hij de conclusies van Geison onzin vond. Pasteur was iemand van de grote lijn, aldus Latour. Hij werkte snel en slordig, maar hij was een briljant strateeg. Volgens Latour was Geison teleurgesteld en verbitterd omdat Pasteur niet voldeed aan zijn traditionele, naïeve beeld van de wetenschapper.

Zeker is dat Louis Pasteur twee gezichten had. Hij was poeslief tegen de Franse keizer en tegen belangrijke geldschieters. Maar in kleinere kring kon hij buitengewoon onaangenaam zijn: hij was zeer achterdochtig, halsstarrig, onbeschaamd ambitieus, opportunistisch, fel en belust op geld en kon geen kritiek verdragen. 'Combative and enormously self-assured', aldus een Engels naslagwerk, 'he could be devastating to the point of cruelty'.

Louis Pasteur werd op 27 december 1822 in Dôle in Frankrijk geboren als zoon van een leerlooier. Hij studeerde wiskunde, chemie en natuurkunde in Parijs en promoveerde op zijn 25ste. Een jaar later bekleedde hij zijn eerste hoogleraarspost. Later doceerde hij natuurkunde, scheikunde, geologie en fysica aan de belangrijkste Franse universiteiten.

Pasteur was de grondlegger van de biochemie en de bacteriologie. Door zijn op de praktijk gerichte onderzoek bespaarde hij de Franse economie veel geld. Zo ontdekte hij in 1866, bij een onderzoek naar de verzuring van wijn, dat gistingsprocessen worden veroorzaakt door micro-organismen. Door verhitting werden deze microben gedood, waarna de wijn veilig kon worden geëxporteerd.

Pasteur publiceerde dit onderzoek in 1866 in Etudes sur le vin, een boek dat hij opdroeg aan de Franse keizer. Het door verhitting onschadelijk maken van bacteriën werd vrijwel onmiddellijk pasteuriseren genoemd, een woord dat in 1886 opduikt in de Winkler Prins. Overigens duurde het tot mei 1894 voordat het eerste Pasteuriseer-apparaat in Nederland werd geplaatst, en wel bij een boterfabriek in het Friese Oosterwolde.

Pasteur deed belangwekkende ontdekkingen op het gebied van de produktie van bier en zijde, maar niets sprak het publiek zo aan als zijn ontdekking van een vaccin tegen hondsdolheid. Het vaccin was nog niet helemaal klaar toen Pasteur er op 6 juli 1885 het leven mee redde van de negenjarige Joseph Meister uit de Elzas, die door een dolle hond was gebeten in zijn handen, onderbenen en dijen.

De gevolgen waren enorm: in 1886 dienden zich bij Pasteur 2500 rabiës-patiënten aan uit alle delen van Europa. De donaties stroomden binnen en stelden de onderzoeker in staat om in 1888 het Institut Pasteur op te richten.

Pasteur werd er directeur maar kon steeds minder uitrichten. Sinds 1868 was hij halfzijdig verlamd. In 1887 kreeg hij een tweede hersenbloeding - nu kon hij nauwelijks meer spreken. Zijn werklust werd hierdoor overigens niet getemperd. 'Ik zou het gevoel hebben dat ik aan het stelen was, als ik een enkele dag niet zou werken', zei hij eens. De proefnemingen moesten nu echter door zijn assistenten worden gedaan.

Zijn slechte gezondheid had grote invloed op zijn manier van doen. 'Zijn passie voor netheid en hygiëne balanceerde op het randje van excentriek', schrijft zijn biograaf. 'Uit angst voor besmetting schudde hij niet graag handen en voordat hij ging eten inspecteerde hij eerst uitgebreid het voedsel en bestek.'

Pasteur overleed op 28 september 1895, 72 jaar oud.