Wat is de betekenis van achterdochtig?

2024-04-29
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

achterdochtig

Achterdochtig is een bijvoeglijk naamwoord dat wordt gebruikt om iemand te beschrijven die geneigd is anderen te wantrouwen of te verdenken, zelfs zonder bewijs. Het kan verwijzen naar een houding van voortdurend vermoeden van kwaad of bedrog bij anderen.

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

achterdochtig

achterdocht koesterend. geneigd om personen of situaties te wantrouwen, hetzij van nature, hetzij in een bepaald geval; achterdocht koesterend. Voorbeelden: De violist liep rond en bleef bij mijn moeder staan. Vroeg of hij iets voor haar mocht spelen. Mijn vader zat er een beetje achterdochtig bij, die vertrouwde dat niet helemaal. ...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achterdochtig

achterdochtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd verdenking te koesteren Hij is de achterdochtigste kerel die ik ken. Iemand die ziekelijk achterdochtig is noemen we paranoïde. Woordherkomst afgeleid van achterdocht met het achtervoegse...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achterdochtig

achterdochtig - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-doch-tig 1. met een gevoel dat je het niet vertrouwt ♢ ze doet wel aardig, maar ik blijf toch wat achterdochtig Zelfstandig naamwoord: ach-ter-doch-tig -er ach...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achterdochtig

adj., erchtinkend, eftertochtich, eftertochtlik.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterdochtig

bn. (-er, -st), argwanend, wantrouwig: hij is altijd zo achterdochtig; een achterdochtige aard, blik.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achterdochtig

bn., bw. wantrouwig, ergdenkend: liefde maakt achterdochtig.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterdochtig

('dochtəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. geneigd tot achterdocht: een -e vrouw. 2. blijk gevend van achterdocht: een weigeren.