Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

bom

betekenis & definitie

Nucleaire bom of atoombom, gebruikt als een oorlogswapen. Door het weglaten van het eerste lid (de beschrijving) worden de gevaren van het tuig (massavernietiging) in feite geminimaliseerd. Het gaat immers maar om een gewone bom, zo zou je kunnen denken. In de jaren zestig deden de ‘ban-de-bommers’ van zich spreken.

Soms gooien we een melkkar om, of we protesteren tegen de Bom.

Renate Rubinstein: Verzameld werk. Artikel gepubl. 19-03-62

Mijn leven is totaal ontwricht ik voel me overboord gegooid vandaag las ik dit nieuwsbericht: de bom valt nooit.

Herman van Veen: De bom valt nooit. 1983

‘De nieuwe wereldorde is een bloedige orde.’ Zijn woorden waren gewet in de retoriek die door de bom het zwijgen moest worden opgelegd en weergalmden op de pro-regeringszender Politika, die uit de lucht moest worden gehaald.

De Morgen, 23-04-99

Er wordt meestal grif verwezen naar de Stones, de Beatles, de bom en de Muur.

De Groene Amsterdammer, 21-07-99