Woordenboek Van Eufemismen En Politiek Correct Taalgebruik is geschreven door Marc de Coster (2004).
Dit boek omvat meer dan 2000 klassieke eufemismen uit de zestiende tot en met de twintigste eeuw. Het is een vermakelijk boek om urenlang in te grasduinen. Tegelijk is het een handig naslagwerk, met definities, verwijzingen, herkomstverklaringen en talrijke vindplaatsen uit de literatuur en de hedendaagse media.
Gedigitaliseerd door: Corry Tersluijsen en Wouter den Hoed
Definities en betekenissen van Woordenboek van Eufemismen
A
- a-woord
- aalkorf
- aan mijn hoela
- aandachtswijk
- aandoen
- aandouwen; Iemand -
- aangebrand
- aangeladen
- aangenomen zoon
- aangeschoten zijn
- aangewit
- aanraken
- aanranding van de eerbaarheid
- aanwenden voor eigen gebruik
- aanwijzing
- aap
- aardigheidje
- Aartsvijand (de)
- abattoir
- abnormaliteit
- abortus
- absenteren
- absorptiecapaciteit
- académie d’amour
- achterdeel of achterevel of achterkasteel
Toon meer
B
- b-woord
- B.L.O.
- B.V.
- baan
- baanloos
- baanzoekenden
- bacchanaal
- Bacchus dienen; aan - offeren
- bah doen
- bal hebben
- balken
- ballon(netje)
- banaanstand
- banen
- banen schrappen
- barebacking
- basaal
- batterijen
- bed; naar - gaan met iemand
- bedroefde woorden
- beest met de twee ruggen
- begaving
- begonia’s
- beha, bh
- behandelinrichting
Toon meer
C
- c-woord
- calamiteiten
- Calandstrater
- calculerend gedrag
- calculerende burger
- callgirl
- candyman
- caninette
- carcinogeen
- carcinoom
- cardinaal klantje
- centrum voor geestelijke gezondheid
- chambre Russe
- charlie
- charmespektakel
- chère amie
- chirurgische ingreep
- Christus; zo dom als het paard van -
- circuitvervuiler
- clandestien
- clean
- cliënt
- climax
- clintoniaans
- clown; de - heeft een bloedneus
Toon meer
D
- d-woord
- daad
- dalven
- dame (vrouw) van lichte zeden
- dame van de horizontale kunst
- damesverband
- dammen
- danspeloton
- dattemdattum
- de aardappels afgieten
- de pijp uit gaan
- de pijp uitkloppen
- decimeren-decimering
- deel
- deelnemende partijen
- defeceren
- deficit
- deformatie
- defungeren
- degraderen (van de militaire capaciteit)
- deksels
- delicaat
- delict
- delinquent
- delinquent (bijvoeglijk naamwoord)
Toon meer
E
- echtelijk vermaak
- economisch stimuleringsgebied
- economisch zwakkeren
- economische krimp
- economische terugslag (terugval)
- economy class
- edele delen
- edelvolk
- één mei
- eenpitter
- eensgegeten haver
- eenvoudige vijandelijkheden
- eenzaam
- eeuwige jachtvelden; naar de eeuwige jachtvelden gaan (verhuizen, vertrekken)
- eeuwige rust; de - genieten (ingaan)
- eeuwige slaap
- ei: een - in het riet leggen
- ei(tje)
- eigenhulp
- eisjedies(j) zijn (gaan)
- eit
- ejaculatie
- elfde vinger
- elimineren
- elkanders spek wrijven
Toon meer
F
- f-woord
- fabuleren
- fallus
- famiiiejuweel
- familie; van de - zijn
- Familieblad
- familieomstandigheden
- fantasma
- faux-pas
- feces
- feest(week); het is feest(week)
- feestje; een - met jezelf bouwen
- feestmutsje
- feestpilletje
- fellatio
- fellow-traveller
- fiets
- fietsen
- filtratiekamp
- first nation-volkeren
- flacon; op de - gaan
- flatulentie
- flatus
- fledderjongen
- fleppen
Toon meer
G
- g-woord
- g.g.
- gaan
- garde van Willemientje
- gast
- gastvrouw
- gatsiedarrie, getsiedarrie, getsiedorie
- gave Gods
- gay
- gebaarde vredemaker
- gebeuren
- geboorteplaats
- gebruiken
- gebruiker
- gecontroleerde intimidatie
- gedag zeggen
- gedeporteerden
- gedepriveerd
- gedesoriënteerd
- gedoetje
- gedoogzone
- geelgieter
- geest: de - geven
- gehandicapte
- geheim
Toon meer
H
- H
- h-woord
- Haagse vriendschap
- haagweduwe
- habit
- hairstudio
- hairstylist; haarstylist
- half scheef
- halfzeven; z’n beksmoel op - hebben
- halitose
- halve waarheid
- hand; de - aan zichzelf slaan
- handbediening; -catechesatie, -massage, -werk
- handelingen die indruisen tegen de publieke moraal
- handeltje
- handen wassen
- handewerkersvriendenkring; van de - zijn
- handgeld
- handje; van het - zijn
- handjob
- handkar; met de - (handwagen) (over de zolder) gaan (rijden), de - duwen
- handmassage
- hangmat
- hansje zonder been
- hardcore
Toon meer
I
- iets
- iets hebben
- iets menselijks
- iets onder de pet houden
- ijskast; iets in de - zetten
- immigrant
- implementatiemacht
- impotent
- inactieven
- inbewaringstelling
- incident
- incontinent
- indalen
- infanticide
- informaliteit
- informant
- infotainment
- ingaan (tot een vrouw)
- ingreep
- inhaleringskamer
- inkijkoperatie
- inkomen
- inkrimpen
- inkrimping
- inleveren
Toon meer
J
- jakkes
- Jan zonder handjes
- Jantje Kaas; iemand soldaat maken bij -
- Japans; de -e rok aanhebben
- jas(je)
- jasses
- Je zus
- jeetje (mina), jeetjemikkie
- joekelen
- jokkebrok
- jokkebrokken
- jongeheer
- jongen van de vlakte
- jongensclub
- jongensdeel, -lid
- jongeren-ouderenrelaties
- joodse mensen
- Joost, Joosje
- joystick
- junkmail
- jus primae noctis
- juwelen
K
- K
- k-woord
- kaars: zijn - uitblazen
- kaas; zijn - laten, er zijn - bij inschieten
- kaasschaaf(methode)
- kabberdoes
- kabinet
- kachel
- kaddisj zeggen
- kadetjes
- kale boer
- kalle(tje)
- kamerkat
- kamerverhuurder
- kampement
- kanarie
- kanon
- kansarmen
- kansenzone
- kant: iemand aan de - zetten
- kantjes: er de kantjes aflopen
- kantoor
- kantoor van in- en uitgaande rechten
- kapitaalverplaatser
- kapitein Jas: naar zijn - (gaan)
Toon meer
L
- laaggeletterde
- laan: de - uit sturen
- laatste deur
- laatste reis
- laatste rustplaats
- laatste snik: de - geven
- lachebekjes
- lage prioriteit geven aan iets
- lager geschoolde, lageropgeleide
- lam zijn
- lange-afstandszwemmer
- lat
- laten gaan: iemand -
- latin lover
- latrine
- laveloos zijn
- leefloon
- leeftijd: van - zijn, op - zijn
- leeglopen
- leermoment
- leidinggevende
- lekken
- lenen
- leven
- leven: het - laten; zijn -geven, om het - zijn, uit het - scheiden
Toon meer
M
- M.S.
- m'n pet
- maag
- maan: de - staat bij haar nog achter de kerk
- maand(en)
- maandagvrouwen
- maandroosje: het - bloeit
- maandstonden
- maantje
- maatje pink
- maatregelen
- machtig
- macro, makkero, makreel
- madam
- Magere Hein
- magneetschool
- maintenee
- maisonette
- maitresse
- malversatie
- mama
- man met de zeis
- man van plezier
- management assistant
- manager
Toon meer
N
- Naamloze zonde
- naar Aardenburg zijn
- nabehoedmiddel
- nacht, met iemand de - doorbrengen
- nachtclub
- nachtje
- nachtspiegel
- nachtvlinder
- naderen
- naggen
- najaarspasteitje
- Napels: artycke (koorts ziekte, pokken) van -
- nat zeil, een - hebben
- nathals
- natte droom
- natte gemeente, (lid) van de - zijn
- naturel
- naturist
- natuur
- natuur, zijn - af maken
- natuurlijke behoefte
- natuurlijke charme
- natuurlijke staat, in zijn (haar) -
- navertellen, het niet kunnen -
- necrologie
Toon meer
O
- o-woord
- O.D.
- obesitas
- occasion
- ochtendster
- odol
- oester
- offensief
- offshore-rekening
- ogen: de - sluiten
- ohaën
- olie: in de-
- om persoonlijke redenen
- om: ’m hebben
- omarming
- ombuigen
- ombuigingen, ombuigingspakket
- ome Jan
- omhelzen
- omhelzing
- omissie
- omleggen
- omstandigheden
- omstandigheden: wegens-
- omzetje
Toon meer
P
- p-woord
- p, de - in hebben
- paal
- pacificatie
- pacificeren
- pagger, door de - gaan
- pak, zijn - maken
- pakhaas
- pakje
- pakken
- pakske, met het - zitten
- paling, ze heeft - gegeten
- palliatieve zorg
- pantalon
- pap, haar - is aangebrand
- papegaaienschommel
- paradijskostuum, in -
- parbleu
- paren
- Parijs, naar - gaan
- partij
- partner
- Pasen en Pinksteren
- passende actie
- passeur
Toon meer
R
- raadsman
- raam, achter het - (de ramen) zitten
- raapzaad, om zijn - (varen)
- raffia
- raken: ’m (aardig,flink) -
- rampetampen
- randgroepjongeren
- rare dingen doen
- rationaliseren
- ravot(huis)
- realloceren
- recessie
- recht-op-en-neer
- rechts-populistisch
- recreatiedrug
- recreatiekamp
- recreatiezaal
- reflatie
- regels, de - hebben
- regenjas(je), - zonder mouwen, regenmantel
- reis
- reisagent
- reisbegeleider
- reisbureau (het)
- reisgenoot
Toon meer
S
- s-woord
- sabbatical year (leave)
- safari, op safari gaan
- salamanders
- samenleving hebben, samenleven
- samenwerker
- sanatorium
- saneren
- sanisette
- sanitaire assistente
- sanitaire pauze, - stop
- sanne; sannie
- sassen
- sauna
- scatten
- scène, een - maken
- schaalgevoelig
- schaamdelen
- schaamte
- Schepper (de)
- scheve schaats, een - rijden (schaatsen)
- schoon
- schoonheidsfoutje
- schoonmaakactie, -project, schoonveegactie
- schoonvegen
Toon meer
T
- tactische wapens
- taferelen
- taken laten verdwijnen
- tamp
- tamp; een tamp maken, tampen
- tante Meier, - Betje
- tante op bezoek hebben
- tap
- tappen
- tbc
- tegemoet komen
- tekstschrijver
- telefoneren
- temporiseren
- ter aarde bestellen
- teraardebestelling
- terechtstellen
- terminaal
- terminale sedatie
- terminalen, terminale patiënten, - zieken
- terugbrengen (van het aantal werknemers)
- terugkeerbeleid
- terugkeerder
- terugkeren naar zijn schepper
- terugroepen voor overleg
Toon meer
U
- uitdaging, iets zien als een -
- uitdragen
- uitglijder
- uitkeringsgerechtigde
- uitkomen
- uitpakken
- uitrangeren
- uitschakelen
- uitschuiven, iets voor zich -
- uitslag
- uitstapje
- uitstappen; (er) -
- uitstoot
- uitstroom
- uitstroombeleid
- uittreden
- uitvaart
- uitvaartleider
- uitvinden; het uitgevonden hebben
- uitwijken
- uitzetting
- Ultieme Gelijkmaker (de)
- ultra
- universiteit
- uraniër
Toon meer
V
- vaandelen
- vaderen, tot zijn - verzameld zijn
- Vaderhuis
- vagina
- vakantie; op - zijn
- vallei
- vallen
- valutaire tegenwind
- van boven
- van dattum
- van onderen
- van wippenstein gaan
- vasthouden
- vechtpetje
- vedelen
- veegactie
- veertigplussers, vijftigplussers
- veesten
- veile deerne
- veilig vrijen
- veiligheidsmacht
- vendelzwaaien
- venerische ziekte
- Venus; - dienen, aan - offeren
- venus: vrouw -
Toon meer
W
- w-woord
- waarheid, de - geweld aan doen, het met de - wat minder nauw nemen
- wafelbakken
- wanhoopsdaad
- wapens, de - opnemen (opvatten)
- warm
- warme buurt
- wat
- watbliefje
- waterberging
- Wateren
- wateroverlast
- watersport
- watervink
- wc
- web, het - op het getouw zetten
- wederrechtelijk bezetten
- weeffout
- week, de - hebben
- weg van alle vlees; de - gaan
- wegbrengen
- weggaan
- weggaan om persoonlijke redenen
- weggehaald
- weghalen, het laten -
Toon meer
X
Z
- zaakje, zakie
- zacht doelwit
- zachte wapens
- zaken, de - hebben
- zalig zijn
- zaligheid
- zaligmaker
- zandruiter
- zandwinkeltje: een - begonnen zijn
- Zebedeus
- zedendelinquent
- zeep
- zekere plaats
- zelfdestructie
- zelfgekozen dood
- zelfmassage
- zelfstandig
- zelfverdedigingsorganisaties
- zerotolerance, zero-tolerantie
- zesentwintig(er)
- ziekte (de)
- ziekte van erge pijn
- ziekte van Napels
- zijdelingse schade
- zijspoor, iemand op een - zetten
Toon meer