Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

KASTEEL VAN HEESWIJK

betekenis & definitie

het kasteel van Heeswijk, dat reeds in het jaar 1100 zou zijn gesticht, is ondanks het feit dat het in de loop der tijden herhaaldelijk is gewijzigd en van wat vreemd aandoende aanbouwsels werd voorzien, door het behoud van zijn opzet kasteel en voorburcht, gescheiden door een dwarsgracht nog altijd zeer imposant te noemen. Heeswijk behoort tot de oudste kastelen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch.

De noordwestelijke hoek, uit de 14de eeuw, is het oudste gedeelte van het tegenwoordige gebouw, het heeft net als het gehele kasteel de aanvallen van de Gulikers en de Geldersen in 1371 en 1372 goed doorstaan, evenals de aanval van de Geldersen in 1398, toen het dorp Heeswijk met de grond gelijk werd gemaakt. Omstreeks 1417 bouwde Hendrik van der Leek een kasteelkapel. Heeswijk kreeg uiteindelijk een buiten- en een binnenkapel. Als patronen in 1417 worden genoemd de apostel Jacobus en Antonius, abt, en als eerste rector Dirk van Erp. Maar in 1457 schijnt de buitenkapel gewijd te zijn aan de H. Antonius en de binnenkapel aan St. Jan, de Evangelist.

Het kasteel heeft nog een oud gedeelte in de twee wat schuin op elkaar staande vleugels, die tussen hoektorens staan; alleen die naast de brug is nog uit de 15de-16de eeuw. De ronde toren is in neo-gotische stijl gebouwd, maar wel op de oude grondslagen; zij stond aanvankelijk in verbinding met de poorttoren en met een overigens al eerder verdwenen — achtergebouw. De voorburcht, die ook omgracht is, heeft aan de zuidkant een over een brug toegankelijk poortgebouw uit het einde van de 16de eeuw, met trapgevels; het muurwerk hiervan is voorzien van lagen natuursteen en van kruisvensters.

In de 17de eeuw heeft het kasteel van Heeswijk gediend als hoofdkwartier van de legers van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, die er even persoonlijk verblijf heeft gehouden en toen kwam er ook een vrede tot stand, beter bekend als het Verdrag van Heeswijk van 16 juli 1672 tussen het Frans-Engelse verbond en de Nederlanden.

In 1713 speelde het kasteel wederom een historische rol, toen men hier bijeenkwam om de voorwaarden te bespreken van de zgn. „Utrechts vrede” tussen de keizer en de koning van Frankrijk. Heeswijk zou nog meer strijdende rollen spelen. In augustus 1794 werd het het hoofdkwartier van de Engelse luitenant-generaal Abercrombie en al heel gauw daarna, op 16 september 1794, van de Franse generaal Pichegru, die met 40.000 man Nederland was binnengevallen en daar de steun kreeg van de patriotten.

In 1835 kocht André J. L. baron van den Bogaerde van Terbrugge de heerlijkheid Heeswijk-Dinther met het kasteel en liet tegen het hoofdgebouw een vleugel aanbouwen. In 1871 werd op een hoek van het kasteel de zgn. IJzertoren bijgebouwd, die met de „wapenzaal” uit 1835 d.m.v. een kloostergang werd verbonden. Na de dood van de jongste zoon in 1895 staat het kasteel onbewoond.

Bron: A. van Oirschot, Middeleeuwse kastelen in Noord-Brabant, 1981.