Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HEESWIJK-DINTHER

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Oost-Brabant in de driehoek ’s-Hertogenbosch-Oss-Veghel, ontstaan m.i.v. 1 jan. 1969 door samenvoeging, omvattende de kerkdorpen Dinther, Heeswijk en Loosbroek alsmede een zestal buurtschappen en gehuchten, w.o. Kaathoven (ged.), Rukven en Beugt.

Heeswijk-Dinther telt 7943 inwoners (1984) en is 3407 ha groot. Ze grenst aan de gemeenten Berlicum, Heesch, Nistelrode, Veghel en Schijndel.

Wapen: Op 12 november 1969 is de gemeente bij KB een nieuw wapen verleend: „Gedeeld: I in zilver een omgewende leeuw van sabel, getongd, genageld en gehalsband van keel. II in sabel een leeuw van zilver met schouderschildje van azuur, beladen met zes gouden penningen, geplaatst 3, 2 en 1.” Het wapen is gevormd naar gegevens van de oude wapens van Heeswijk en Dinther, terwijl de penningen verwijzen naar het wapen van een van de vroegere heren van Dinther, Jan van Benthem.

Sinds 1973 heeft Heeswijk-Dinther ook een gemeentevlag: „Twee banen van gelijke lengte, evenwijdig aan de broekzijde, van wit en zwart, met op het midden een leeuw van het een in het ander, en in de bovenhals een blauw, rood gezoomd vierkant waarop zes gele schijven in een cirkel geplaatst.” Geschiedenis: In de eerste helft van de 12de eeuw wordt zowel Dinther als Heeswijk reeds genoemd. In een oorkonde uit 1139 van paus Innocentius II is reeds sprake van de „Ecclesia de Dinthre” en een oorkonde uit omstreeks 1150 maakt gewag van ene Amelrick van Heeswijk die een schenking doet aan de Norbertijnen. Voor het ontstaan van beide namen, kan voor Dinther mogelijk het oude „thia”, een open plaats in aanmerking komen, waarbij „Dinther” dan „dorp in gerooid bos” zou betekenen. Het „hees” van Heeswijk kan (beukenjbos betekenen. Overigens is de naam „Bernheze”, reeds in 1196 een gangbare plaatsaanduiding, ouder. Op die plaats, die buiten de bebouwde kom ligt, begonnen de paters Nobertijnen hun eerste nederzetting.

In de geschiedenis van de heerlijkheden Heeswijk en Dinther komt men steeds weer het kasteel van Heeswijk en de Abdij van Berne tegen. De Norbertijnen hebben zich hier kunnen vestigen dankzij schenkingen van de eerder genoemde Amelrick en van Albert van Dinther, die in 1196 na de dood van zijn vrouw al zijn have en goed aan de kloosterorde schonk. Deze Albert, waarschijnlijk een afstammeling van de graaf van Megen, wordt ook door velen beschouwd als de eerste bewoner van het kasteel van Heeswijk, een der zetels van de hertogen van Brabant. In zijn tijd was de omgeving van Heeswijk een vrijgebied, dit in tegenstelling tot Dinther, dat leenroerig was aan de hertog van Brabant.

De burcht is door de eeuwen heen het middelpunt van veel krijgsrumoer geweest. In begin 16de eeuw waren het de Geldersen, onder aanvoering van de beruchte roofridder Maarten van Rossum, die het gebied onveilig maakten. Toen het in 1513 niet lukte het kasteel in te nemen, liet Van Rossum als wraak de dorpen Heeswijk en Dinther met de grond gelijk maken. Vijftien jaar later hielden de Geldersen er opnieuw huis.

In 1555 komt het bezit in handen van de graven van Oost-Friesland. In 1621 krijgt het bekende geslacht ’t Serclaes in de persoon van ridder Jan de heerschappij over Heeswijk en Dinther, die het echter nadat het reeds in 1629 door Frederik Hendrik is ingenomen enkele jaren voor de Vrede van Munster van de hand doet. Dan zijn, in 1572, de monniken al lang uit Berne verdreven en is, in 1579, het klooster geplunderd en in brand gestoken. In 1636 werd bovendien de r.k. geestelijkheid verdreven en de kerk in Dinther in 1645 door de Staatse troepen gesloten. Jan ’t Serclaes zag als katholiek de bui hangen en verkocht zijn bezit. Het kasteel ging daarna geregeld in andere handen over.

In het rampjaar 1672 sloot Lodewijk XIV, de Zonnekoning, op het kasteel het verdrag van Heeswijk. Ten tijde van de Franse overheersing, rond 1794, was de burcht het hoofdkwartier van Charles Pichegru, de bevelhebber van Napoleons Noorderleger, dat de Nederlanden bezette. Later heeft ook Napoleon zelf er verblijf gehouden.

In 1833 werd het kasteel eigendom van Andreas Johannes Ludovicus Baron van den Bogaerde van Terbrugge, een uit Vlaanderen afkomstig edelman, die één jaar eerder door koning Willem I was benoemd tot gouverneur van Noord-Brabant. Zijn familie is tot op de dag van vandaag eigenaar.

Bevolking: Heeswijk-Dinther beschikt zelf over weinig industrie. Vandaar dat naast degenen die hun dagelijks brood in de land- en tuinbouw verdienen, ongeveer 40% van de werkende bevolking elders emplooi vinden. Men kan dan ook in beperkte zin spreken van een forensengemeente. De bevolking is bijna geheel katholiek. Er was wel een hervormd kerkgebouw, maar dat werd in 1860 gesloopt.

Monumenten: Kasteel Heeswijk, prachtig gelegen, is ingericht als museum en bevat vele recentelijk gerestaureerde en her-ingerichte vertrekken: o.a. wapens, glas, porselein, zilver, portretten en waardevol meubilair.

Abdij van Berne, waarvan het oudste gedeelte dateert uit begin 13de eeuw. De abdij bezit antieke kostbaarheden, waaronder het beroemde Heeswijkse tafelblad en een verzameling geschilderde portretten van abten sinds 1534, waaronder dat van Joh. Moors. Op de hoek van de abdijkerk staat een beeltenis van de boerenapostel, Gerlacus van den Eisen, die bijna zijn hele leven in Heeswijk heeft gewoond. Museumboerderij, ingericht naar de tijd van omstreeks 1900; verder een aantal boerderijen, huizen en kerken die onder bescherming staan van Monumentenzorg.

In de Heeswijkse bossen, schuin tegenover het kasteel, ligt het natuurtheater ,,De Kersouwe”, in augustus zijn er ’s zondags openluchtvoorstellingen.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis, Plein 1969 2; politiebureau, Raadhuisplein 9; postkantoor, Plein 1969 5; waterschap: De Aa, Hazelbergsestr. 5.

Nutsbedrijven', gas, Obragas. Evertsenstr. 1, Veghel; water: Waterleidingmij. Oost-Brabant, Spoorlijn 5, Veghel; elektriciteit: PNEM, Orthen 63, 's-Hertogenbosch; waterschap: De Aa.

Onderwijs: Heeswijk-Dinther beschikt over 4 scholen voor basisonderwijs (w.o. een meisjesschool), een school voor alg. vormend en beroepsonderwijs, een gymnasium en het St.Norbertuscollege.

Sportaccomodaties: sportparken, sportzaal en zwembad.

Bron: Informatiemap gemeente Heeswijk-Dinther (1982).