Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ALEM

betekenis & definitie

dorp aan de Maas, oorspronkelijk Brabants; ligt vanaf 1935 aan de Gelderse kant door de nieuw gegraven Maas; behoorde tot de gemeente Alem-Maren en Kessel, ingesloten door de gemeenten Empel, Rosmalen, Nuland en Lith aan de Noord-Brabantse kant en door Heerenwaarden, Rossum en Driel aan de Gelderse zijde. De overgrote meerderheid van de bevolking is rooms-katholiek.

In 1944-1945 lag Alem in de frontlijn; 85 procent van het dorp werd volkomen verwoest. Eerst na de oorlog werd het, door een grenswijziging, bij de provincie Gelderland gevoegd. Bekend is de heilige St. Odrada uit Alem. Zij leefde in de 12e eeuw.

Vanuit de Belgische Kempen, waar zij een gekruiste tak in de grond stak, die begon te bloeien, de linde van Millegem, - en waar zij op de droge hei een bron liet ontspringen, werd haar lichaam, op haar verzoek, door ossen weg gereden naar de plaats, waar de dieren uit zichzelf zouden stoppen. Dat werd Alem. Haar graf bleef tot het einde van de 16e eeuw in ere. Toen werd het stoffelijk overschot eerst naar Den Bosch en vervolgens naar Antwerpen vervoerd. Hooge Mierde kreeg relikwieën van haar, die later naar Averbode en vervolgens naar haar geboorteplaats Scheps gingen. Ook Schijndel en Macharen hebben relikwieën van haar.