Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

LITH

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant, bestaande uit de kerkdorpen en gehuchten Kessel, Lithoijen, Maren, Maren-Kessel, Oijen, Teeffelen en Het Wild. Lith grenst ten noorden en ten westen aan de Maas, met de provincie Gelderland aan de overzijde; ten oosten aan Megen c.a. en Oss, ten zuiden voor een klein deel aan Geffen, verder aan Nuland, Rosmalen en ’s-Hertogenbosch.

Aantal inwoners; 5.885 (1984); oppervlakte; 5.406 ha. Lith maakt deel uit van het Stadsgewest Oss.Wapen: In blauw drie naast elkaar staande torens van goud, de middelste met een kruis getopt (1817).

Geschiedenis: De oudst bekende oorkonde, waarin Lith als Litta wordt vermeld, stamt uit 968, het jaar waarin Gerberga, weduwe van Giselbert, hertog van Lotharingen en van Lodewijk IV van Frankrijk haar goed of heerlijkheid Meerssen schenkt aan de abdij van Saint-Remi te Reims. Tot Meerssen behoorde ook Lita. Het goed was voorheen eigendom van de Karolingers. Daar werd in 870 het verdedigingsverdrag gesloten tussen Karel de Kale en Lodewijk de Duitser. Giselbert, hertog van Lotharingen, kreeg omstreeks 922 o.m. weer Lith in zijn bezit. Het kwam dus later aan de Abdij van Reims, wat in 1044 door Hendrik III en in 1119 door paus Calixtus II bevestigd wordt, evenals in 1138 door Koenraad III.

Er wordt dan vermeld, dat graaf Godfried van Leuven zich gedurende vele jaren van Lith meester had gemaakt. Hij gaf het in aanwezigheid van de koning echter weer aan de abdij terug.

In 1147 kwam het recht om pastoors te benoemen aan de abdij, welk recht werd verleend door de bisschop van Luik, tot welk bisdom ook Lith behoorde. Opnieuw kwam Lith in het bezit van de hertog van Brabant tussen 1158 en 1160, maar wederom moest deze het goed afstaan. De bisschop van Luik maakte de wandaden van de hertogen openlijk bekend. Er zou echter weer een verovering volgen, waaruit wel blijkt, dat Brabant veel belang hechtte aan een nederzetting in het noorden. In 1200 was het hertog Hendrik I van Brabant, die ,,Litta minor” aan de abdij teruggaf. In de dertiger jaren van de 14de eeuw zou hertog Jan III van Brabant de goederen van de proosdij van Meerssen onder zijn bescherming nemen.

Later kwamen deze aan de bisschop van Roermond, die zich o.m. proost van Meerssen en heer van Meerssen en Lithoijen noemde. Lithoijen, dat opnieuw eigendom van de abdij zou worden, werd in 1611 verkocht. Het patronaatsrecht kwam aan de abdij van Berne. Het is echter niet zeker of met Lith en Lithoijen dezelfde bezitting wordt bedoeld. Lith werd vroeger ook wel Groot Lith genoemd, terwijl Lithoijen aangeduid werd met Klein Lith (Litta minor). De naam Lithoijen komt het eerst voor in 1288.

Maren en Kessel hebben lang deel uitgemaakt van de bezittingen van het domkappittel van het bisdom Utrecht. Otto III gaf in 997 o.m. Maren, Kessel en Hedikhuizen aan het Johannesklooster bij Luik. De goederen werden door Hendrik II teruggenomen, maar in 1024 werd er door Koenraad II weer afstand van gedaan, nu ten behoeve van het Luikse domkapittel. In 1288 werden de heerlijke rechten over Maren, Kessel en Heerewaarden overgedaan aan de hertog van Brabant. In 1298 worden Maren en Kessel zelfstandige parochies, afgescheiden van die van Lith.

Officieel bleef Lith in het bezit van het prinsbisdom Luik tot 1795 toe, maar de opperheerschappij had Luik al eerder verloren door een overeenkomst van 1671, waarbij de prinsbisschop deze afstond aan de Staten der Verenigde Nederlanden.

In 1504 werd Lith door de Geldersen verwoest, maar weer opgebouwd. In 1581 waren het de Spanjaarden, die het dorp bezetten en er een blokhuis stichtten, maar in 1641 en 1643 volgden de Staatse troepen hen op.

Het door de film van een boek van Antoon Coolen zo bekend geworden „dorp aan de rivier” werd herhaaldelijk door overstromingen getroffen. In 1936 werd bij Lith een grote stuw in de Maas in gebruik genomen.

Lith was tot aan de tweede wereldoorlog een plaats, waar tientallen joden zich vestigden en er een eigen synagoge bezaten; het dorp was en is echter grotendeels katholiek, evenals de andere kerkdorpen van deze gemeente. Ook de hervormden hebben er een kerkje. Het oude katholieke bedehuis, dat in 1672 in protestantse handen overging, werd in 1945 door een vliegende bom verwoest. Met stenen daarvan werd een katholiek weg-kapelletje gebouwd.

Oijen is lang een Gelderse heerlijkheid geweest met een kasteel, dat volgens de ene bron door hertog Jan III van Brabant zou zijn gebouwd in 1334, maar welk huis in 1361 werd verkocht aan Maria van Brabant, die gehuwd was met de graaf van Gelre. Zij zou het kasteel belangrijk hebben uitgebreid. Na haar overlijden in 1399 kwam Oijen, ondanks de tegenstand van Brabant, aan Gelre. Landvoogdes Margaretha gaf in 1511 ’s-Hertogenbosch het recht om het slot van Oijen aan de Maas te slechten. Het slopen van het kasteel kostte de stad 1860 Rijnsguldens en 3 stuivers. Er zou in 1515 al weer een nieuw gebouw zijn opgericht.

Oijen en Dieden was een heerlijkheid, die lang in het bezit is geweest van het geslacht Van Gent, later Van Kettler en vervolgens Van Sweerts de Landas. Uiteindelijk werd het kasteel in 1836 verkocht aan de Eindhovense fabrikant J. Smits, die het gebouw grotendeels liet slopen.

Tot het eind van de vorige eeuw bleef Oijen bij Gelderland; daarna maakte het deel uit van de Noordbrabantse gemeente Oijen-en-Teeffelen. Lith was vroeger ook een eigen gemeente, evenals Lithoijen. De vier dorpen werden later tot een gemeente samengevoegd, met de dorpen Maren en Kessel.

Monumenten: herenhuis uit 1686; v.m. gemeentehuis, grote oude boerderijen, korenmolen Zeldenrust uit omstreeks 1800: Mariakapel, opgebouwd uit oude kerkstenen; in Oijen: restanten van het Kasteel van Oijen, 16de eeuwse hoektorens; waterstaatskerkje uit 1837.

Recreatie: Lith participeert in het recreatieschap „Maasland” en beschikt over haven met loswal, vissport; jachthaven in Lith, watersport op de Maas; eendenkooi; stuw in de Maas, te bezichtigen; wandelingen over de Maasdijk.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis, Marktplein 20; rijkspolitiepost: Mauritsstraat 9; postkantoor: Mgr. Bekkersstraat 1; Waterschap De Maaskant.

Nutsbedrijven: gas: NV Maaslandgas, Kloosterstraat 3, Oss; water: Waterleidingmij OostBrabant, Verwersstraat 64, ’s-Hertogenbosch; elektriciteit: PNEM, Willemsplein 2, ’s-Hertogenbosch.

Onderwijs: Lith heeft een school voor basisonderwijs.

Sportaccomodaties: sportvelden, tennisbanen en een sporthal.

Bronnen: drs. L. v. Tongerloo, Uit de historie van het dorp aan de rivier; Witkamps Aardr. Wb.; A. van Oirschot, Middeleeuwse kastelen van N. Brab.