Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ZUIVELFABRIEK

betekenis & definitie

Oprichting eerste particuliere Z. te Veenwouden in 1879, eerste coöp. Z. te Warga in 1886.

Daarna gaat het snel. In 1896 zijn er 87 Z.en, waarvan 44 coöperatief, 1930 106 Z.en (waarvan vijf met minder dan tien man) en vier condens-fabrieken.

Door concentratie zijn er in 1957 nog 87 Z.en en condensfabrieken (73 coöperatief) met 5715 personen.Alle fabrieken produceren boter en kaas, bijna de helft weiprodukten, ongeveer een derde ook melkpoeder. In 1956 is 938 miljoen kg melk (18,7 pct. van Nederland) verwerkt, waarvan 741 miljoen in coöp. bedrijven. De kwaliteit der produktie ligt in het algemeen boven het Nederlandse gemiddelde: in 1956 15 670 t boter (20 pct. van Nederland) en 55 858 t fabriekskaas (36 pct. van Nederland). Na de metaalindustrie is de zuivelindustrie de grootste van Frl.; zij vereist vele toeleveringsbedrijven, is verspreid over het platteland. In 1950 werkte 30 pct. van het Nederlandse zuivelpersoneel in Frl. zie Boter, Condens, Industrie, Kaas, Voedings- en genotmiddelen.