Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BUITENKERKELIJKHEID

betekenis & definitie

De term buitenkerkelijk of onkerkelijk ziet op de binding aan de kerkelijke gezindte. We hebben hiervoor een statistisch-sociografisch criterium in de gegevens der tienjaarlijkse volkstelling.

Personen, die niet tot een bepaalde gezindte wensen te behoren, manifesteren deze subjectieve wens objectief door de vraag naar de gezindte negatief te beantwoorden. Buitenkerkelijken treden afzonderlijk als groep op in de telling van 1879.

Frl. telt er dan 3234 ofwel 1 pct. van alle inwoners, het hoogste percentage van alle prov. in Nederland. In Frl. heeft de B. zich als massaal verschijnsel geopenbaard.In 1889 loopt Frl. er het meest uit met procentueel vijf maal zoveel B. als Nederland. Daarna naderen de percentages elkaar. In 1947 telt Frl. 23,5 pct. buitenkerkelijken, Nederland ruim 17 pct. Tot 1910 hield Frl. de hoogste percentages, maar in 1921 stond N.-Holland bovenaan en in 1947 overtrof ook Groningen Frl. De frequentie der B. is hoog in een breed uitlopende baan N.W.-Z.O.: Vlieland 35,3; Terschelling 20,2; Het Bildt 35,3; Menaldumadeel 20,2; Lwd. 37; Idaarderadeel 26,5; Rauwerderhem 24,6; Utingeradeel 39,4; Smallingerland 22,4; Opsterland 39,4; Heerenveen 46,2; O.-Stellingwerf 33,3; W.-Stellingwerf 32,5; Lemsterland 22,2 pct. Buiten deze strook is er sterke B. in Sneek 30,4; Harlingen 37,4 en Franeker 27,7 pct.

Vergeleken met andere prov. heeft Frl. sterkere B. onder boeren en landarbeiders. Toch liggen de hoogste percentages bijna steeds bij industrie-, transport- en bouwvakarbeiders. In deze groepen komen in Lwd., Harlingen, Heerenveen, Het Bildt, Opsterland, Utingeradeel en W.-Stellingwerf percentages voor van boven de 60.

Ter verklaring van de bijzondere Fr. B. kan men uitgaan van de algemene hypothese omtrent de verhouding tussen kerk en volk: Als de kerk niet het karakter heeft van volkskerk, spreekt het behoren tot de kerk niet vanzelf en wordt men ook daarzonder als volwaardig lid der volksgemeenschap erkend. Ontkerstening leidt in een dergelijke situatie gemakkelijk tot onkerkelijkheid. Door een complex van factoren werd in de 19de eeuw het karakter der herv. kerk als volkskerk in Frl. aangetast, een ontbindingsproces kwam op gang. De sociale desintegratie en de spanningen tussen landbouw- en veenkapitaal enerzijds en plattelandsproletariaat anderzijds werkten door in de Herv. kerk. Dit ontbindingsproces werd bevorderd door de richtingstrijd, vaak verweven met sociale tegenstellingen.

Dit alles openbaarde zich vooral in het laatste kwart van de vorige eeuw. Echter, voor verschillende kerkgenootschappen heeft de groei van de B. ernstige bezinning gebracht en vernieuwing van methodiek, evangelisatie en apostolaat, met name in het Z.O.

Zie: J. P. Kruyt, De onkerkelijkheid in Nederland (Groningen 1933); M. Staverman O.F.M., B. in Frl. (Assen 1954); Repert., 412.