Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BEETGUM

betekenis & definitie

(Fr.: Bitgum uit Betinga, Badingaheem, um’-naam). Dorp in Menaldumadeel.

Met Beetgumermolen 1725 inw. Landbouw, veeteelt, bloembollenteelt, aardappelexport.

Ned. herv. kerk. Hier tot 1879 het slot Groot-Terhorne of Martena-State.

Ook de geslachten Donia, Buma en Aysma hadden Inrijhek en poortgebouw van het eind 19de eeuw verwijderde GrootTerhome-state te Beetgum. De beelden van de filosofen Democryt en Heraclyt nu in het Fr.

Museum Leeuwarden.staten te B. Bij B. werd in 1888 de Hludana-geloftesteen gevonden. De beruchte Hogerhuis-zaak speelde zich hier af.

Zie: Hepkema Memories, 33; Repert., 176; Algra, De Historie... ir, 184-194; Reg. Leeuw. Cour., 44.