Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BUMA

betekenis & definitie

Naam van verschillende geslachten, zeker niet alle van één stam. Het bekendst: een eigenerfdengeslacht te Deersum, waarvan één in de 17de eeuw de naam B. van zijn vrouw overneemt.

Hieruit Gerlacus B. (1732-1807), Bernhardus B. en Wiardus Willem B. Aan dit geslacht verwant: de geslachten Hopperus B., Van Haersma B. en De Blocq van Haersma B.

Ook Anna Elisabeth B behoort tot deze familie.Zie: Stb. I, 414; 11, 288; V. A. (1862),33-58; Ned. Patr. xxi (1933-34), 11; N.B.W. iv, 342-343; x, 160-161; Sminia, Naamlijst (1816-51), 24; Romein, Naamlijst, 361.