Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Toneel (aanvulling )

betekenis & definitie

Schrijvers en vertalers van toneelstukken Behalve vele amateurtoneelspelers en -speelsters heeft de Zaanstreek ook een aantal schrijvers voor het amateurtoneel opgeleverd. In het archief van de gemeente Zaanstad bevindt zich een exemplaar van de eenakter ‘Het Zaandamse Spuitmaal’.

De schrijver van dit rond 1814 geschreven werkje is niet bekend. Jan de Jager Szn uit Zaandijk schreef in de tweede helft van de 19e eeuw een toneelspel in drie bedrijven (Getrouwheid of de St. Bartholemeusnacht van het jaar 1572), terwijl de eenakter Een Practische Oplossing waarschijnlijk ook van zijn hand is. In dezelfde periode schreef Jan Dekker Cz uit Wormerveer een mini-musical, waarmee de acteur Nathan Judels overal in het land grote successen boekte (Een uurtje op een dorpsschool) en een blijspel met zang in drie bedrijven (Een paar ton). G.J. ➝ Honig en C. van der Zeijde schreven in 1894 een drama in drie bedrijven plus naspel (De Bloem van Zaandijk). In de 20e eeuw komen we tegen: Willem ➝ Smit met de eenakter Theetaid in de Haremakerai (1933);

Evert Smit met de eenakter De Rafelskaar (1975); Bart ➝ Groeneveld met een

1 mei-spel voor de SDAP-Zaanstreek en een tweetal openluchtspelen (Wormer

en Wormerveer); Siem ➝Kooijman met een thriller in drie bedrijven (Klokslag Twaalf) en de bewerking tot openluchtspel van het blijspel In het Witte Paard; Jan Wit met een toneelbewerking van Cor Bruijn’s Strijd om de Eenhoorn. Tenslotte moet Jaap Woudt worden genoemd als vertaler van een groot aantal toneelstukken uit het Engels in opdracht van de Toneeluitgeverij

J. Heijnis Tsz. te Zaandijk. Zijn broer, Klaas ➝ Woudt, vertaalde Anouilh’s

Gasten op het Kasteel uit het Frans en schreef het driebedrijvige Krijgertje Spelen en een eenakter. Toneeluitgeverij Een aantal Zaanse drukkers heeft zich incidenteel gewaagd aan het uitgeven van een toneelstukje, maar tot een echte toneeluitgeverij brachten zij het niet.

Bij de Zaandijkse drukker en uitgever J. ➝ Heijnis Tsz. was dat anders. Vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw tot het eind van de jaren ’50 der 20e eeuw bouwde men hier een indrukwekkend toneelfonds op. Aanvankelijk publiceerde Heijnis veel werk van Nederlandse schrijvers (J.J. Broekhoff Bz., W. Metz Tz., Henk Bakker, A. den Hertog en anderen), later kwamen daar Duitse dramaturgen bij en na de Tweede Wereldoorlog waren het voornamelijk de Engelse comedy-schrijvers die voor het Nederlandse amateurtoneel werden vertaald. Op het hoogtepunt van haar bestaan putten ongeveer 14.000 toneelverenigingen uit de kwalitatief goede uitgaven van Toneelfonds Heijnis.

Beroepstoneel Verscheidene Zaankanters zijn ooit bij het beroepstoneel gekomen: IJda Andrea, Edy de Boer, Cor Breet, Truus Dekker, Cor Smit, Henny Weel en anderen. Een nog veel groter aantal beroepsacteurs heeft in de streek gewerkt als regisseur. Daarmee droegen zij in niet geringe mate bij aan het soms uitzonderlijk hoge niveau van verschillende verenigingen. Zonder volledig te zijn worden hier genoemd: Albert van Dalsum, Vera Bondam, Vincent en Fien Berghegge, Tilly Perin-Bouwmeester, Jacqueline Royaards-Sandberg, Robert de Vries, Georgette Rejevski, Arend en Teunke Hauer, Alex Faassen Jr., Jan Velzeboer, Gelijn Molier, Joke van den Berg, Heleen van Meurs, Lies de Wind, Jan Anne Drenth, Hans Karsenbarg, Yoka Berrety, John Leddy, Bob van Tol, Cas Baas en Madelon Waldorp, Jacques Commandeur, Jan Wegter en Dick Scheffer.

Als belangrijkste Zaanse amateur-regisseurs zijn vermeldenswaard: Piet Schagen, Maarten Brand, Adam Andrea, P.A.M. Hornmann, Bart Groeneveld en Siem Kooijman.

Zie ook: ➝ Zaans Centrum voor Amateurtoneel (supplement).

R. Kooijman.

Bron (om ): Geschiedenis van het amateurtoneel/Dossier Zaanstreek.

< >