Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Zaandijk

betekenis & definitie

Voormalige zelfstandige gemeente in het centrum van de Zaanstreek; sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van de gemeente Zaanstad. Sindsdien is het bestuurlijke centrum van de nieuwe stad in Zaandijk gevestigd.

Zaandijk behoort tot de jongste dorpen van de Zaanstreek. In 1494 kreeg Hendrik Pietersz (later bijgenaamd ➝ Oud-Hein) vergunning van schout en schepenen van de Banne van Westzanen een woning op de lage dijk langs de Zaan te bouwen. Naderhand ontstond hier een gehucht, dat naar Oud-Hein’s vijf zonen d’Vijf Broers werd genoemd. Nog in het begin van de 17e eeuw werd deze naam voor Zaandijk gebezigd. Het dorp groeide uit tot een van de meest welvarende Zaangemeenten. De Gortershoek, gelegen aan de Zaan tegenover de Zaanse Schans, is daarvan nog steeds een getuigenis.

Meermalen is gepoogd het dorp met één of meer buurgemeenten te verenigen. Gemeentebestuur en inwoners waren hier steeds fel tegen gekant, onder het motto ‘Zaandijk moet Zaandijk blijven’. Wel was er met name met Koog steeds een goede band, zowel op kerkelijk gebied als wat betreft het verenigingsleven. De buurgemeenten deelden ook het gezamenlijke NS-station en het postkantoor, beide op Koogs gebied. Tegen de samenvoeging tot Zaanstad heeft de bevolking zich opnieuw, zij het vergeefs, verzet.

Naam, bijnaam van de bewoners Noch de eerste naam d’Vijf broers, noch de latere officiële naam Zaandijk behoeven nadere uitleg. De naam Zaandijk kwam pas aan het eind van de 16e eeuw in zwang.

De Zaandijkers werden tot het einde van de 19e eeuw ‘krentekakkers’ genoemd, in verband met hun vermeende gierigheid. Van dit laatste getuigt het vroegere scheldversje: ‘Op Zendaik deer benne ze raik, deer ete ze raist met krente. Maar as op zundag de hoisbaas komt, dan hebbe ze gien cente’. Een variant van dit rijmpje luidde: ‘Op Zendaik deer benne ze raik, deer drage ze gouwe kappe. Maar ’s avens as de vraiers komme den benne ’t ouwe lappe’.

Wapen Het dorp Zaandijk maakte tot 1811 bestuurlijk deel uit van de Banne van Westzanen. dientengevolge had het geen eigen wapen. In 1816 koos men een gemeentewapen op basis van het banswapen. Leeuwen en velden verwisselden van kleur, waardoor het volgende wapen ontstond: ‘Gevierendeeld; in het eerste en vierde kwartier een leeuw van keel (rood) in een zilveren veld, en in het tweede en derde kwartier een zilveren leeuw in een veld van keel. De leeuwen zijn naar elkaar toegewend.’ Aldus de omschrijving van de Hoge Raad van Adel.

Omvang en opppervlakte Ingeklemd tussen de Zaan, Wormerveer, Westzaan en Koog, lagen de grenzen van Zaandijk zo vast dat ze nooit een wijziging ondergingen. Afgezien van de Zaan vormden de Watermolensloot, de Watering en de Begijn- of Bagijnsloot de begrenzing. Met een oppervlakte van 209 hectare was Zaandijk een van de kleinste dorpen in de streek. Bevolking Ongeveer 50 jaar na de stichting, in 1543, had d’Vijf Broers naar schatting 75 tot 100 inwoners. Algemeen wordt verondersteld dat direct na de Spaanse tijd van 1578 af de bevolking ging toenemen, zoals dat ook in de andere Zaangemeenten het geval was. Het is echter onbekend hoe deze toename in Zaandijk verliep.

Pas van 1742 af zijn betrouwbare gegevens beschikbaar. In dat jaar woonden er naar schatting 1291 personen. Opmerkelijk is dat het aantal inwoners in de 18e eeuw nog toenam, terwijl elders algemeen een teruggang plaats had. Van der ➝ Woude weet dit aan de welvarende papiermakerij in Zaandijk. In 1795 woonden er 1480 personen in het dorp en in 1811 waren er 1573 inwoners, terwijl dit aantal vier jaar later was gestegen tot 1615. Ter vergelijking: tussen 1795 en 1815 liep de totale Zaanse bevolking terug met ongeveer 3500 personen, een daling van ongeveer 3,5 % tegenover een stijging van