Naam van een in de 17e en 18e eeuw zeer gegoed (Oosten) Westzaandams geslacht. Hiervan was Claes Arentsz.
Bloem die een houthandel dreef en op het Kuiperspad (het noordelijke pad dat samen met het zuidelijke Zilverpad de latere Gedempte Gracht vormde) woonde, als vroedschap betrokken bij het verblijf van Czaar Peter in 1697. Hij raakte bevriend met de ‘grootvorst’ met wie hij tochtjes in zijn boeier maakte en die bij hem logeerde. Jacob Bloem woonde aan de naar hem genoemde Bloemgracht (ordonnantie 1755). Voorts is door S. →Lootsma de veiling (1756) vermeld van de bibliotheek van Meyndert Arentsz Bloem, waarin zich ‘naast een lange rij boeken op allerlei (doch vooral op historisch) gebied vrij veel penningen en curiosa bevonden’. Arent Arentsz. Bloem, van iets latere generatie (gestorven 1775), was houtkoper, vroedschap en meermalen schepen van Westzaandam, terwijl hij ook voor de (Bulle)kerk verscheidene functies vervulde.
Hij had zijn werf aan de Nieuwe Haven en woonde op de Hogendijk. Jacob →Honig Jansz. Jr. noemde het geslacht Bloem ‘na Calf de voornaamste kooplieden'.