Godsdienstige beweging, ontstaan in de Verenigde Staten, sinds de jaren '30 van de 20e eeuw in de Zaanstreek actief.
De naam ‘Jehovah’s Getuigen’ kwam in 1931 in zwang voor een reeds in 1870 ontstane bijbelstudiegroep, die geloofde in de onzichtbare wederkomst van Christus. De groep wordt getypeerd door een strenge moraal en een grote discipline. Thans vormen de Jehovah’s Getuigen een wereldwijde organisatie, waarvan de leden samenkomen in sober ingerichte koninkrijkszalen.
De Zaanstreek maakte in de jaren '30 voor het eerst kennis met Jehovah’s Getuigen. Duitse pioniers bezochten de Zaanse dorpen en trachtten op die manier hun geloof te verbreiden. Al voor de oorlog sloten enkele Zaankanters, voornamelijk Zaandammers, zich bij de organisatie aan. Tijdens de oorlog, toen Jehovah’s Getuigen fel werden vervolgd, kwam men regelmatig in het geheim bij particulieren bijeen. Ondanks de repressie nam het aantal volgelingen toe.
Na de oorlog kreeg men in Koog, Zaandijk en Zaandam (’t Kalf) min of meer vaste vergaderplaatsen. In Zaandam werd in 1970 aan de Westzijde (nr. 238) een komnkrijkszaal in gebruik genomen, waar sedertdien de in 1964 ontstane groepen Poelenburg en Zaanoevers bijeenkomen. Ongeveer gelijktijdig met het gereedkomen van de Zaandamse koninkrijkszaal ontstond de groep ZaanstreekNoord, die aanvankelijk in het gebouw Ons Genoegen te Krommenie bijeen kwam en later in het clubgebouwtje van het fanfareorkest Onderling Genoegen. In 1982 werd een koninkrijkszaal aan de Padlaan in gebruik genomen. Begin 1990 had Jehovah’s Getuigen ongeveer 350 actieve verkondigers in de Zaanstreek.
