Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Assendelft

betekenis & definitie

Voormalige zelfstandige gemeente, sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van →Zaanstad. De samenvoeging stuitte bij de bevolking op grote weerstand.

Assendelft wenste deze niet en bepleitte (samen met Krommenie) een gemeente Krommenie-Assendelft. De rijksoverheid besliste evenwel anders. In het zicht van de samenvoeging besteedde de gemeente een deel der reserves voor het realiseren van natuurbad De Dolphijn, hetgeen haar niet onverdeeld in dank is afgenomen. Culminerend in de jaren ’85’86, dus toen de samenvoeging allang een feit was, is vanuit de bevolking actie gevoerd om de zelfstandigheid te herkrijgen; deze pogingen bleven vergeefs en er kan ook in de toekomst weinig of geen kans van slagen van worden verwacht. Op sommige gronden waren de bezwaren tegen versmelting met de Zaangemeenten overigens terecht. Assendelft had een sterk agrarisch karakter en onderscheidde zich daardoor van de overwegend industriële Zaanstreek (zie ook: →Landschappen 3.6.), terwijl de bewoners van de banne Assendelft zich historisch gezien overwegend op Kennemerland hadden gericht, aanzienlijk meer althans dan op de Zaanstreek. Bovendien konden de Assendelvers nauwelijks verwachtingen koesteren over bijvoorbeeld een voor hun dorp gunstige verbetering van de infra-structuur.Naam →Boekenoogen vermeldt als oorspronkelijke naam Ascmannedilf (1063), met als variaties Escmundelf (1083), Escmadelf, Eskendelf en Esknemendelf (vóór 1120), Aschamenedelf, Ascamannasdelf, Ascemdelf, Asmundelf en Assemdelf, de laatste naam in het midden der 13e eeuw. Deze namen hangen volgens Von Richthofen (Untersuchung über friesische Rechtgeschichte) samen met ‘Ascomannos’, een benaming voor de Noorse Vikingen. De toevoeging Delft komt vrij zeker van het zo geheten water ten oosten van het dorp (zie; → Delft); er kan echter ook een andere, verdwenen, Delft zijn geweest (Boekenoogen). Dr. G. Karsten (in: Noordhollandse plaatsnamen) verklaart de naam uit een verbinding van de Friese naam Askema met delft (=gracht).

Mr. J. Groesbeek (De Zaende ’51) bestreed dit. ‘Als men uitgaat van het feit dat de veenstroken gekoloniseerd zijn vanuit het kustgebied, dan moet dit ook gelden ten aanzien van Assendelft. Nu zou dit in cultuur brengen van de veenstroken zeer wel geschied kunnen zijn uit Assum.

Als wij Assum moeten verklaren als het heim van de man Aske, dan is het niet ondenkbaar dat mensen van Assum de Delft hebben gegraven om het land te ontwateren.’ Van de verschillende hypothesen (verwijzing naar de Noormannen, of naar de naam Askema, dan wel verband met de buurtschap Assum onder Uitgeest volgens Karsten vroeger ook wel gespeld als Axem en Ackem -) lijkt de laatste het meest plausibel. Zekerheid is er niet. Wapen Het wapen van Assendelft bestond uit de afbeelding van een stappend paard in zilver op een veld van keel (rood). Dit vroegere gemeentewapen was ongeveer gelijk aan het tot 1443 door de Heren van Assendelft gevoerde wapen.

Bijnamen Destijds gebruikelijke bij-(of scheld-)namen voor de Assendelvers waren: gortzakken, gortlanders, gortbuiken, kiplanders, Spanjolen en Spanjaarden. Assendelft zelf werd vroeger wel Spanje genoemd. De laatste vermeldingen verwijzen naar de beginjaren van de Tachtigjarige oorlog. ‘Dit dorp lag eerst in bezetting van een vendel Staatse troepen onder de hoplieden Schetter en Van Keulen, maar zij trokken terug op Wormer toen op 11 december 1572 de Spanjaarden de Schans in Spaarndam veroverden. Toen trokken de Spaanse troepen door naar Assendelft en zij zijn er steeds gebleven’ (G.J. →Honig). Door deze Spaanse bezetting bleef Assendelft, in tegenstelling tot andere dorpen (bijvoorbeeld Westzaan en Krommenie) brandstichting en plundering bespaard. Uiteraard zette dit kwaad bloed, hetgeen in de inmiddels verdwenen scheldnamen nog lang tot uitdrukking kwam.

Omvang, oppervlakte De voormalige gemeente grensde ten noorden aan Krommenie, ten oosten aan Westzaan, ten zuiden aan het vroegere IJ en ten westen aan het (de) Wijkermeer, Heemskerk en Uitgeest. Behalve Assendelft omvatte de gemeente de buurtschappen →Busch en Dam, →Vrouwenverdriet en een groot deel van →Nauema. In feite was dit het gebied van de →Banne Assendelft. Daardoor bedroeg de oppervlakte nagenoeg 5000 hectare (A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1839). In 1974, bij de samenvoeging tot Zaanstad, was de oppervlakte aanzienlijk kleiner, namelijk 3186 hectare., waarvan 2888 ha. cultuurgrond, 97 ha. bebouwde kom en 211 ha. water. Dat het gebied zoveel kleiner werd, was onder meer het gevolg van een grenswijziging met Krommenie (1965, zie verder). Overigens was Assendelft naar oppervlakte steeds de grootste gemeente in de Zaanstreek, vergelijk deze, bij de samenvoeging in 1974, bijvoorbeeld met die van Zaandam (Assendelft 3186, Zaandam 2202 ha).

Grenswijzigingen De oppervlakte van de gemeente wijzigde in belangrijke mate door de inpolderingen van het →IJ in de jaren na 1850, toen de drooggevallen gronden ten dele bij Assendelft werden gevoegd. De in 1848 door minister De Kempenaer voorgestelde samenvoeging van Assendelft met Westzaan en Krommenie (→‘Grietenijenplan’) vond geen doorgang door tegenstand van de provincie. Toen de spoorweg in 1869 de noordelijke kop afsneed van de rest der gemeente, meende Krommenie, dat zij dit gedeelte (Weiver en Spoorbuurt) beter zou kunnen beheren dan Assendelft. In 1894 namen Gedeputeerde Staten dit denkbeeld over. Een wetsvoorstel in deze zin (minister Van Houten, 1895) werd echter weer ingetrokken. In 1910, 1917, 1925 en 1936 maakte Krommenie de kwestie weer aanhangig, de laatste maal meende deze gemeente extra sterk te staan tengevolge van de inmiddels aangelegde Provincialeweg, die de Assendelftse noordkop nog meer van de rest van het dorp had gescheiden. De aanhouder Krommenie won, zij het na lange tijd en ondanks tegenstribbelen van Assendelft, want de rijksoverheid besloot in 1965 dat per 1 juli van dat jaar het gebied ten noorden van de spoorlijn werd overgeheveld naar Krommenie.

Bevolking Vlak voor de samenvoeging telde Assendelft ruim 8000 inwoners, slechts iets meer dan 2,5 per hectare. Uit dit cijfer spreekt het landelijke karakter van de gemeente: Krommenie had toen bijna 30 inwoners per ha, evenals de echte Zaandorpen. In het verleden bedroegen de inwonersaantallen: in het jaar 1514: 1231, 1622: 2501, 1795: 2186,1840: 2711, 1869: 3148,1900: 3411,1940: 5752. Na een verdubbeling in de 16e en het begin van de 17e eeuw bleef het aantal inwoners dus vrij stabiel, tot zich in de eerste helft van de 20e eeuw een geleidelijke groei inzette die zich ook na de Tweede Wereldoorlog voordeed. De bevolking was steeds overwegend op de landbouw (met name de veehouderij) georiënteerd (zie Middelen van bestaan), hoewel er in het verleden ook belangrijke aantallen wevers toe behoorden. De schommeling in bevolkingsaantallen in de eerst vermelde jaren zal grotendeels veroorzaakt zijn door epidemieën van pest en cholera met hoge sterftecijfers.

In 1740 stierf bijvoorbeeld tien procent van de inwoners binnen het jaar. De bevolkingstoename in onze eeuw was deels het gevolg van een (relatief bescheiden) vestiging van industrie, maar vooral van het feit dat Assendelft door zijn landelijke karakter als woongemeente aantrekkelijk bleek voor van elders komende nieuwe inwoners. Na de Tweede Wereldoorlog is door het gemeentebestuur hierop ingespeeld met de aanleg van enkele nieuwe wijken, die als uitstulpingen aan de lintbebouwing van de Dorpsstraat zijn gevoegd. Deze hoofdstraat, waarlangs historisch vrijwel alle bebouwing was geschikt (woonhuizen en boerderijen dooreen, de oostkant destijds voorzien van een wegsloot met bruggetjes naar de woningen) heeft een lengte van ruim zeven kilometer. Kerkelijke gezindheid Waarschijnlijk mede ten gevolge van de Spaanse bezetting in de jaren 1572 tot 1576 (nadat Amsterdam in 1578 de zijde der Staatsen had gekozen zijn de Spaanse troepen uit Noord-Holland weggetrokken) heeft Assendelft in veel sterkere mate dan de Zaangemeenten een rooms katholieke bevolking behouden. Hieronder geven wij de aantallen lidmaten van verschillende kerken gereformeerd (hervormd), rooms katholiek, doopsgezind en luthers in het jaar 1809, absoluut, percentueel en daaronder ter vergelijking de percentages hiervan in de buurgemeenten Westzaan en Krommenie:

Geref. RK doops. Luth.

abs. 1004 1142 4 11 perc. 46.5 52,8 0,2 0,5 Wz % 64,8 9,9 18,9 5,3 Kr % 63,6 21,2 11 1,8 Bij de volkstelling in 1960 was de kerkelijke verdeling in Assendelft als volgt (hier gereformeerden en hervormden gescheiden):

Herv. R.K. Geref. overige geen

839 3402 275 144 2511
11.7% 47,5% 3,8% 2% 35%

Voor de gehele Zaanstreek was dat:

15% 21,9% 9,8% 5,3% 48%

Belangrijke kerken zijn de rooms katholieke Sint Odulphuskerk en de nederlands hervormde kerk.

Bevolking naar politieke gezindheid Hieronder is de samenstelling van de gemeenteraad van 1919 af tot de samenvoeging vermeld. De jaartallen geven de jaren der gemeenteraadsverkiezingen aan. Tot 1949 telde de raad elf leden, daarna waren er 13 raadsleden. Uitsluitend de partijen die voldoende stemmen voor een of meer raadszetels behaalden zijn vermeld (VDB is Vrijzinnig Democratische Bond, PCG is Protestants Christelijke Groepering):