Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Oostenrijk

betekenis & definitie

Oostenrijk produceert enkele rode wijnen, maar voornamelijk witte. Deze zijn over het algemeen vrij licht, sommige mousserend, andere fris en fruitig.

In 1985 zijn met name de witte Oostenrijkse wijnen in een slecht daglicht gekomen. Bij warenonderzoek bleek dat ter verfijning van de smaak de voor de gezondheid schadelijke stof di-ethyleenglycol was toegevoegd. Om dit in de toekomst te voorkomen, is er een nieuwe, strenge wijnwet in de maak.Tot de grote dagen van de Habsburgers was Oostenrijk het centrum van het grootste Europese keizerrijk. Met een zeer wisselend landschap heeft het ook een enorme verscheidenheid aan druivesoorten. De druiventeelt is hier ouder dan de naam van het land en gaat zo’n 1000 jaar terug in het verleden.

De naam Oostenrijk roept beelden op van Wenen met cafés, slagroomtaarten, barokke bouwwerken, walsen van Strauss en prachtige rijschoolpaarden, van een landelijk decor van meren en bergen, wilde bloemen, wintersport en in leren broeken gehulde, grasmaaiende boeren.

De westelijke provincies Tirol en Vorarlberg produceren (weinig) wijn voor eigen consumptie. Het wijnbouwgebied in Neder-Oostenrijk, Burgenland, Stiermarken en rond Wenen beslaat ongeveer 50 000 ha, wat werk verschaft aan 80 000 Oostenrijkers. De meeste kavels zijn niet groter dan 20 ha. De jaarproduktie bedraagt ongeveer 3 miljoen hl, waarvan 89% wit en 11% rood. Een aantal wijnboeren slaat het grootste deel van de oogst in eigen kelders op, maar in goede jaren nemen coöperaties en handelaren er een deel van voor hun rekening. Ook de Oostenrijkse wijnboeren zien zich graag verenigd in coöperaties die hun wijn maken, bewaren en verkopen.

De coöperaties maken wijn van goede kwaliteit. De Oostenrijkers consumeren jaarlijks 36 1 wijn per hoofd, dat is meer dan het land zelf produceert. Er wordt dan ook vooral rode wijn geïmporteerd uit landen als Spanje, Italië, Frankrijk en meer en meer uit Hongarije, Joegoslavië en andere Balkanlanden. De jaarlijkse wijnimport bedraagt op het ogenblik ongeveer 225 000 hl.

Enkele jaren geleden was de vraag naar wijn zo groot dat bijna de hele oogst in het land zelf werd geconsumeerd. Maar dat is nu niet meer het geval, zodat men tegenwoordig ook in het buitenland Oostenrijkse wijnen ziet, van Schluck (waarschijnlijk gemaakt van de Grüner Veltliner) tot de likeurachtige Spatlesen en Auslesen die op het wijngoed worden gebotteld. De jaarlijkse export bedraagt 190 000 hl. Traditiegetrouw is Duitsland de voornaamste afnemer, maar de verkoop in andere afzetgebieden, in het bijzonder Engeland, neemt toe. In 1968 werd er een wijninstituut opgericht dat de export in goede banen moest leiden. De etiketten geven aan of de wijn een natuurlijke is (naturbelassen) en, wat belangrijker is, of de druiven met de hand zijn geplukt (gerebelt).

Ook worden de naam van het dorp of de streek van herkomst vermeld en in sommige gevallen die van een bepaalde wijngaard. Soms staat er alleen de naam van het druiveras op. Voorbeelden: Wachauer 1974 betekent wijn van de oogst uit 1974 in het belangrijke Wachau-wijndistrict in Neder-Oostenrijk; Grüner Veltliner 1974 betekent wijn uit het jaar 1974 van de Grüner Veltliner-soort; Steiner Veltliner betekent een wijn van 1974 afkomstig uit Stein in het gebied van Wachau, en gemaakt van de Grüner Veltliner.

De beste wijnen worden gemaakt van de Riesling en de Traminer, terwijl er ook wel Spatlesen te vinden zijn van laat geplultte druiven; ook Eiswein komt voor, bijvoorbeeld Nikolaswijn uit Krems. De meest belangrijke namen op de wijnetiketten zijn Krems, Klosterneuburg, Gumpoldskirchen, Retz, Vöslau, Nussdorf, Grinzing, Oggau en Rust. Ze komen meestal voor in de bezittelijke vorm, met het achtervoegsel er.

Geschiedenis van de Oostenrijkse wijn

In het jaar 955 gaf Otto I opdracht tot herbeplanting van de wijngaarden, die sinds de ineenstorting van het Romeinse Rijk in verval waren geraakt. Zoals overal elders werden de wijngaarden door monniken bewerkt, zoals in het klooster van Bavaria. De wijnen die over de Donau naar Duitsland werden vervoerd stonden bekend als Österweine. De Oostenrijkse wijngaard kende een periode van grote bloei in de 16de eeuw toen Hongarije onder Turks bewind kwam en daar de druiventeelt werd verboden. Verlost van zijn voornaamste concurrent verhoogde Oostenrijk de produktie. Het wijngaardoppervlak was in die dagen wel tienmaal zo groot als tegenwoordig. Opper-Oostenrijk, dat tegenwoordig helemaal geen wijn meer produceert, was toen de grootste producent.

Rond het jaar 1580 schreef Johannes Rasch het belangrijkste boek over de Oostenrijkse druiventeelt. In 1673 publiceerde de onder keizerlijk patent gedrukte Landkompass de classificatie van de wijngaarden, die in 1646 al in 3 categorieën waren verdeeld: goed, redelijk en eenvoudig. In de loop der tijden hadden er enkele veranderingen plaats. Wachau, dat vandaag de dag een van de beste wijnstreken is, behoorde destijds tot de derde categorie omdat de wrangheid van zijn wijnen spreekwoordelijk was: ‘Sauer wie der Wachauer’. In 1780 herzag keizerin Maria Theresia de belasting op de wijnen (Getrdnkesteuer). De aristocratie en de hoge geestelijkheid werden vrijgesteld van deze nieuwe wet, die voor de bevolking 8 verschillende belastingen inhield.

Maria Theresia gaf bovendien haar goedkeuring aan ingewikkelde verordeningen betreffende het bewaren en vervoeren van wijnen. Alle producenten hadden het recht hun produkt (Eigenbauwein) zonder extra belasting te verkopen. Deze wet was trouwens ook van toepassing op bepaalde voedingswaren en geeft zelfs heden ten dage nog problemen wat de Heurigen (de populaire wijnen uit de wijngaarden rond Wenen) betreft, die nog altijd krachtens de wet van Maria Theresia worden belast.

Als een wijnboer zijn nieuwe wijn wilde verkopen hing hij voor zijn huis wat takken op. Het Duitse werkwoord aushartgen werd gebruikt voor de naam van deze wijnen, die Hengelweine werden genoemd. De belangrijkste wijnhandelsfirma in Grinzing heet ook nu nog Hengl. De wet van Maria Theresia stelde een wijnboer vrij van belasting over zijn eigen wijn; de producent van een echte Heuriger moest daarom zijn activiteiten staken zodra zijn vaten van dat jaar leeg waren.

Geen enkel boek over Oostenrijkse druiventeelt is compleet zonder de naam van dr. Lenz-Moser. Het belang van zijn werk met betrekking tot de viniferahybriden en vooral de revolutionaire ‘haute culture’-methode die ook naar hem is genoemd, wordt tegenwoordig in alle wijnproducerende landen erkend. In Oostenrijk wordt meer dan de helft van de wijnstokken aangeplant volgens de methode Lenz-Moser.

Oostenrijkse wijnstreken

Neder-Oostenrijk

Deze oostelijke provincie aan de Donau, met meer dan 30 000 ha wijngaarden, is tevens de graanschuur van Oostenrijk. Maar het is ook het land van kerken, barokke kloosters en romantische kastelen. Het is het enige gebied in Europa waar olie wordt gevonden te midden van wijngaarden. De oevers van de Donau zijn aan beide kanten met wijnstokken beplant - het heuvelachtige Weinviertel en het Wienerwald-Steinfeld-district. Men kweekt er voornamelijk de volgende rassen: Grüner Veltliner (levert 23% van alle Oostenrijkse wijnen), Neuberger, Walsch-Riesling, Müller-Thurgau, Rheinriesling, Zierfandler (Spatrot; maakt met de Rotgipfler een van de bekendste Oostenrijkse wijnen - en Gumpoldskirchner). De Muscat-Ottonel en de Pinot blanc (of Weissburgunder of Klevner genoemd) zijn eveneens belangrijk. De Blauer Portugieser en Blaufrankisch brengen de kleine hoeveelheid rode wijn voort.

Het Donau-district begint ten westen van Willendorf in het Wachau-gebied. Het is een verrukkelijk land dat zich uitstrekt van Willendorf tot Krems en Stein, waar de wijngaarden langs terrassen van gneis en micaschist omhoog klimmen. Het district Krems begint bij Stein en behoort tot het Wachau-gebied, waarvan de löss-grond heel goed is voor de wijnbouw. Het sterk glooiende terrein maakt terrasbouw noodzakelijk. Krems zelf is een beroemde stad uit de Oostenrijkse geschiedenis, met grote wijnkelders waar enorme hoeveelheden in kunnen worden bewaard, een wijnbouwschool en een schitterend wijnmuseum. In Strass bij Krems werd er wel eens voor het laatst op 10 december geoogst.

Ook Spitz, Dürnstein (schilderachtig plaatsje aan de voet van de ruïne van een oud kasteel), Weissenkirchen en Loiben zijn een vermelding waard. Zowel in het gebied van Krems als dat van Wachau geeft de Riesling een wijn die steeds hoger wordt aangeslagen met een mooi bouquet.

De wijngaarden op de rechteroever van de Donau strekken zich uit van OberArmsdorf tot Traismauer. Het Kampdal, op de linkeroever van de Donau, is een belangrijk wijndistrict met Langenlois als centrum. Oostelijk van dit dal ligt het district Am Wagram, waarvan de wijngaarden zich terrasgewijs over het landelijk heuvellandschap uitstrekken, net als bij Krems. Stroomafwaarts, op de rechteroever, wordt het dal geleidelijk breder, waarna het uitkomt op het vruchtbare Tullnerfeld, tot het bij Greifenstein weer door de bergen wordt ingesloten. Hier begin het gebied Klosterneuburg, een stad die beroemd is om zijn fijne wijnen. Men vindt hier een experimentele wijnbouwschool, een wijnmuseum en de enorme kelders met 3 verdiepingen van de Chorherrenstift. Verder zijn Zöbing, dat befaamd is om zijn voortreffelijke Riesling, Strass, Schönberg en Kahlenberg in het district Klosterneuburg het vermelden waard.

In het noorden, op de linkeroever van de Donau, wordt op de hellingen van Bisamberg goede wijn geproduceerd.

Ten zuiden van Wenen, op de rechteroever, ligt het Hainburg- en Bruckgebied.

Het Weinviertel strekt zich uit ten noorden van de Donau, rondom Retz en ten zuiden van de districten Eggenburg, Hollabrunn en Ravelsbach. Het omvat tevens het Brünnerstrasse-district aan weerskanten van de oude weg van Wenen naar Brünn, dat een van de meest produktieve van het land is. Dit vruchtbare gebied produceert lichte, aangename wijnen; meer naar het zuidwesten levert de Veltliner kruidige, fruitige wijnen terwijl Matzen goede rode wijnen produceert.

De belangrijkste plaatsnamen van het Weinviertel zijn Retz, Pulkau, Haugsdorf en Mailberg; Eggenburg, Hollabrunn en Ravelsbach; Poysdorf, Zistersdorf (‘Steinberg’), Matzen, Wölkersdorf en Falkenstein.

Het WienerwaldSteinfeld-districv. op de hellingen van het Wienerwald bevinden zich enkele voortreffelijke wijngaarden. Gumpoldskirchen, aan de voet van het Anningen-gebergte, is de bekendste wijnstad. Baden en Traiskirchen produceren vurige, kruidige wijnen. De rode wijn van Vöslau (Vöslauer Rotwein) wordt gemaakt van de Blauer Portugieser.

Burgenland

Deze provincie in het zuidoosten van Oostenrijk behoorde tot 1919 aan Hongarije. Ook nu wonen er in heel wat dorpen van het Burgenland nog Magyaren en Kroaten. Het landschap hier is anders: men komt hier al in de puszta (de Hongaarse steppe), met in het midden het meer van Neusiedl dat wordt omzoomd door rietkragen waarin allerlei vogels nestelen die men nergens anders in Europa vindt. Deze provincie vol boomgaarden en moestuinen is ook zeer geschikt voor de druiventeelt; zo’n 15 000 ha wordt er dan ook in beslag genomen door wijngaarden. De provincie bestaat uit 4 verschillende zones: het Meerdistrict, Eisenstadt, Mattersburg en ZuidBurgenland.

De belangrijkste druiverassen zijn de Muscat-Ottonel, Pinot blanc, Waelschriesling, Neuberg, Grüner Veltliner, Traminer, Bouvier (een ‘inheemse’ druivesoort) en Rheinriesling, alle voor witte wijnen; Blaufränkisch (Gamay) en Blauburgunder (Pinot noir) voor de rode wijnen.

Het Meerdistrict is het belangrijkste; de wijngaarden liggen aan 3 kanten van het Neusiedler meer. Ze worden tegen de koude noordenwind beschermd door de Karpaten en tegen de oostenwind door het gebergte van Stiermarken. Het gladde oppervlak van het enorm grote meer houdt de warmte van de zon vast en reflecteert de zonnestralen. Men maakt er voortreffelijke witte wijnen van de Waelschriesling en de Muscat-Ottonel, evenals zeer aangename rode wijnen van de Blaufränkisch. Na een mooie zomer maakt men van laat geplukte druiven, vooral de Furmint, bovendien Ruster-Ausbruch. De wijngaarden op de zanderige bodem van Seewinkel zijn ontkomen aan de phylloxera-plaag.

Dit gebied is een van de zeer weinige in Europa waar nog wijn van niet-geënte wijnstokken wordt gemaakt. De belangrijkste plaatsen zijn Oggau, Mörbisch, Sankt Margarethen en Rust.

Eisenstadt: het centrum is Gols. De wijngaarden liggen op zandgrond vlak bij het meer; ze zijn immuun voor de phylloxera en produceren de Sandweine. Belangrijkste plaatsen: Gross-Höflein, Klein-Höflein, Sankt Georgen, Podersdorf, Illmitz en Apetlon.

Mattersburg: ten zuiden van Eisenstadt, op de uitlopers van het Rosaliengebergte produceren de wijngaarden vooral rode wijnen die van de Blaufränkisch worden gemaakt. Belangrijkste plaatsen: Pöttelsdorf, Trauersdorf, Neckenmarkt, Deutsch-Kreutz en Lutzmannsburg.

Zuid-Burgenland: de wijnbouw wordt hier bedreven rond Eisenberg en Rechnitz, waar de Blaufränkisch en de Blauer Portugieser zeer aangename, zachte rode wijnen geven.

Stiermarken

Deze provincie ligt tussen het schitterende merengebied van Salzkammergut (met St.-Wolfgang en ‘lm weissen Rössl’) en Joegoslavië. Een groen landschap vol weiden en bossen, met vee en paarden. De riviertjes die tussen de heuvels door stromen zitten vol vis. De hoofdstad is Graz, de op een na grootste stad van Oostenrijk. Vroeger een vredig rustoord voor gepensioneerde officieren, maar tegenwoordig een drukke industriestad. De Steirergewand, het grijze loden kostuum met de groene revers dat in heel Oostenrijk wordt gedragen, is ontstaan in Stiermarken (Duits: Steiermark), waar het de nationale dracht is.

Deze provincie bestaat uit 2000 ha wijngaard en de streken Zuid-Stiermarken, West-Stiermarken en Oost-Stiermarken. De belangrijkste druiverassen voor de witte wijnen zijn de Waelschriesling, Rulander (Pinot gris), Pinot blanc, Traminer, Muscat-Sylvaner-soorten en de Rheinriesling. Voor de Schlicherwein uit West-Stiermarken wordt de Blauer Wildbacher, een ‘inheemse’ soort gebruikt, en voor de kleine rode wijn de Blauer Portugieser, Blaufrankisch en Sankt Laurent.

West-Stiermarken: de wijnen uit deze streek worden geproduceerd in 2 zones, Schilcher en Sausal-Leibnitz. De wijngaarden van Schilcher strekken zich uit van Graz tot Eibiswald bij de zuidgrens. In Stainz wordt een lichte rode wijn gemaakt en in Deutschlandsberg een donkerrode, maar fris, kruidig en gemakkelijk verteerbaar, de zogenaamde Schilcherwein. Andere namen zijn Hitzendorf en Ligist.

Het Sausal-Leibnitz-district: gedeelte dat ten oosten van het Schilcher-district ligt tussen de rivieren Lassnitz en Sulm (beroemd om zijn kapoenen). Op de Demmerkogel zijn de wijnstokken tot ongeveer 60 meter geplant. Zuid-Stiermarken ligt rond de steden Leutschach en Ehrenhausen en strekt zich uit tot het heuvelland ten noorden van de Windische Bühel. De grondsoort lijkt hier erg veel op die van Sausal-Leibnitz. Men kweekt er dezelfde druiverassen (Waelschriesling, Sylvaner, Weissburgunder en Traminer), maar de wijnen zijn sterker en voller. OostStiermarken/Kloch: de wijngaarden liggen rond de stad Kloch tot aan de Joegoslavische grens.

Deze streek produceert kwaliteitswijnen waarvan sommige mousserend, met een charmant bouquet. Vooral als ze jong worden gedronken zijn het bijzonder plezierige wijnen. Belangrijkste plaatsnamen: Radkersburg en Mureck.

De rest van Oost-Stiermarken heeft op wijngebied niet veel te bieden. De wijngaarden zijn tot op een hoogte van 600 meter op de heuvels geplant. Belangrijkste plaatsnamen: Hartberg, Fürstenfeld en Feldbach.

Wenen

Deze prachtige stad wordt bijna helemaal omgeven door bossen en weiden. Op de heuvels van het Wienerwald groeien de druiven. De wijngaarden beslaan hier een oppervlak van 800 ha. Van 2 van deze heuvels, de Kahlenberg en de Leopoldsberg, werden de Turken destijds uit Midden-Europa verdreven. Maar het verhaal gaat dat hun oosterse traagheid er is blijven hangen, waarvan het gezellig lanterfanten in cafés een uiting zou zijn. De wijndorpen Grinzing, Sievering en Nussdorf behoren tegenwoordig tot de voorsteden van de hoofdstad.

De pittige nieuwe wijn (Heuriger) die men in de wijngaarden zelf schenkt, symboliseert de Weense levenslust. Net als vroeger hangt men aan de met wijnranken begroeide huizen bosjes groene takken op ten teken dat de nieuwe wijn klaar is. Sommige komen echt uit de wijngaarden van de eigenaar, maar hij heeft veel meer nodig dan hij zelf zou kunnen maken om al zijn klanten tevreden te stellen, die in zijn uitspanning aan lange tafels zitten en op de muziek van gitaren en citers een vrolijk gezang laten horen. Een nieuwe wet heeft echter bepaald dat een wijnbouwer slechts wijn uit zijn eigen wijngaard mag serveren en dat hij speciale toestemming moet hebben om andermans wijn te kopen.

Belangrijkste druiverassen: Grüner Veltliner, Neuberger en enkele inheemse soorten.