Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Hongarije

betekenis & definitie

De beroemdste wijnen van Hongarije, de wijn van keizers en koningen is de → Tokay, de andere wijnen van dit land worden min of meer overschaduwd door de faam van deze glorierijke eerstgeborene. Niettemin zijn er ook daaronder van uitnemende kwaliteit.

De Hongaren kunnen prat gaan op de hoogste normen voor de wijnbereiding en de strengste controles. Hongarije was namelijk een van de pioniers van de appellations d’origine die betrekking hadden op de herkomst en het druiveras.In Hongarije heeft men altijd wijn gemaakt. Driekwart van het wijnareaal werd in 1875 verwoest door de phylloxera en in 1891 door de pernospora, een schimmelziekte van de wijnplant. Evenals in Frankrijk heeft men de wijngaarden weer opgebouwd door de plaatselijke rassen te enten op Amerikaanse stokken. Men heeft meer dan 100 000 ha wijnland bedekt met een zandlaag, omdat zanderige grond de wijnplanten minder kwetsbaar maakt voor de phylloxera. De gemiddelde produktie bedraagt nu ongeveer 5 miljoen hl per jaar, waarvan 70% witte wijn en de rest rode en ‘Siller’. Bovendien is Hongarije de producent van verscheidene rode wijnen van grote kwaliteit.

Wijnbouwgebieden van Hongarije

Hongarije is verdeeld in 4 natuurlijke en geografisch afgebakende gebieden: I Hoofddistrict van de Grote Vlakte/Alfbld, II - Hoofddistrict van NoordTransdonau, III - Hoofddistrict van Zuid-Transdonau en IV - Hoofddistrict Noord-Hongarije.

De grote Laagvlakte/Alfold beslaat bijna de helft van het land van de oostoever van de Donau tot de Roemeense grens. Transdonauland, het Roemeense Pannonia, ligt tussen de Donau en de Drava en wordt door het Balatonmeer verdeeld in 2 zones, een noordelijke en een zuidelijke. Het gebied van Noord-Hongarije bij de Karpaten, dat loopt ten oosten van Boedapest langs de Slowaakse grens, is een echt bergland.

Alle Hongaarse wijngoederen werden tussen de jaren 1948 en 1956 opgenomen in een wijnbouwkadaster. Het tegenwoordig met wijn beplante oppervlak van Hongarije bedraagt 200 000 ha, die thans zijn verdeeld in 15 wijnbouwgebieden, waarbij het gebied Tokajhegyalja een natuurlijk wijngebied vormt. Er zijn ook niet-geklasseerde landerijen die wel geschikt zijn voor de wijnbouw.

I HOOFDDISTRICT GROTE LAAGVLAKTE

ha

1. Alfold/Grote Laagvlakte 79 400

II HOOFDDISTRICT TRANSDONAU NOORD

2. Aszar Neszmély 1800
3. Badacsony 2400
4. Balatonfured-Csopak 2000
5. Balatonmellék 2200
6. Mór 1000
7. Somló 400
8. Sopron 1600

III HOOFDDISTRICT TRANSDONAU ZUID

9. Mecsekalja 1500
10. Szekszard 1800
11. Villany-SikloS 2000

IV HOOFDDISTRICT NOORD-HONGARIJE

12. Bükkalja 4000
13. Eger 3400
14. Matraalja 9000
15. Tokajhegyalja 6500

Naar hun produktie en de kwaliteit van hun wijnen worden de wijngebieden als volgt ingedeeld:

1. Gebieden die witte wijnen van superieure kwaliteit produceren: Tokajhegyalja, Badacsony, Balatonfured-Csopak en Somlo.
2. Gebieden die hoofdzakelijk witte wijnen van ‘uitnemende kwaliteit’ produceren: Aszar-Neszmély, Balatonmellék, Bükkalja, Matraalja, Mecsekalja en Mór.
3. Gebieden die hoofdzakelijk rode wijnen van ‘uitnemende kwaliteit’ produceren: Eger, Sopron, Szekszard en Villany.Siklós.

De grote Laagvlakte/Alfbld produceert het grootste deel van de Hongaarse handelswijn, met name die van de zandgrond-wijngoederen waarvan hierboven sprake is geweest.

Druiverassen

Hongarije heeft een groot aantal oorspronkelijke druiverassen, waarvan enkele de meest gewaardeerde wijnen opleveren. Wat de witte wijnen betreft zijn de voornaamste de Furmint, het hoofdbestanddeel van de Tokay (Tokaj), de Harslevelü (hetgeen betekent ‘lindeblad’ vanwege de typische vorm van zijn gebladerte; dit is in belangrijkheid het tweede bestanddeel van de Tokay, de Kéknyelü (hetgeen betekent ‘blauwe twijg’, een typerend kenmerk van de wijn) en de Szürkebarat (‘grijze mon ik’), een soort Pinot gris. Van de overige oorspronkelijke wijnen moeten worden genoemd de Ezerjó (‘duizend weldaden’), de Leanyka (‘jong meisje’), de Mézesfehér (‘witte honing’), de Juhfark (‘lamsstaart’), de Budai en de Piros Cirfandi. Van de rassen van andere Europese herkomst willen wij noemen de Olaszrizling (Walschriesling of Italiaanse Riesling) die momenteel de meest verbreide witte wijn is in Hongarije; een beetje Rheinriesling, de Sylvaner (Szilvani), de Traminer, de Pinot blanc (Feherburgundi), de Sauvignon, de Grüner Veltliner, Müller-Thurgau en de uit Oostenrijk afkomstige Bouvier, en verder 2 Muskaatdruiven, de Ottonel en de Sargamuskotaly (‘gele Muskaat’), waarvan een kleine hoeveelheid bij de bereiding van de Tokay wordt gebruikt.

Wat de rode wijnen betreft teelt Hongarije voornamelijk de Kadarka des Balkans, en van Westeuropese herkomst de Pinot noir, de Kékfrankos, de Médoc noir (Merlot), de Cabernet franc en de Cabernet Sauvignon en verder wat Oostenrijkse Portugees blauw.

De Tokay, de grootste Hongaarse wijn en zeker ook een van de grootste wijnen ter wereld, wordt uitvoerig in een aparte rubriek beschreven. Badacsony, Balatonfüred-Csopak en Balatonmellék, de districten 3, 4 en 5 hierboven vermeld, beslaan het wijnland op de heuvels die zijn gelegen op de naar het zuidoosten georiënteerde noordoever van het Balatonmeer. Hier heeft men zich sedert meer dan 2000 jaar beziggehouden met wijnbouw en wijnbereiding; tijdens de Romeinse overheersing werden de voortreffelijke wijnen uit Balaton overgebracht naar de keizerlijke kelders in Rome. De bodem van het district Badacsony bestaat uit bazaltgesteente dat goed warmte opneemt, bedekt met een laag löss; wanneer men dit kenmerk voegt bij de zichtbare details en het microklimaat van de omgeving van het Balatonmeer, krijgt men terrasvormige wijngaarden op de hellingen van de heuvels die witte wijnen van topklasse produceren op basis van Szürkebarat en Kéknyelü, en sedert de nieuwe aanplant na de phylloxera-epidemie, ook Olaszrizling.

De Hongaarse wijnen voerden altijd etiketten met de plaats van herkomst, gevolgd door het possessief i en de naam van het gebruikte druiveras, bijvoorbeeld Badacsonyi Kéknyelü.

De heuvels in de buurt van Balatonfured-Csopak hebben een verschillende geologische structuur (kristallijnen leisteen, bedekt met een laag zandsteen) en worden begunstigd door een bijzonder warm klimaat. De wijnen, die zoeter en rijker zijn dan die van Badacsony, worden bereid uit Traminer, Sylvaner, Olaszrizling en Muskaat. Ze zijn van uitstekende kwaliteit, hebben een zeer sterke persoonlijkheid en kunnen, in hun eigen stijl, wedijveren met de beste witte wijnen uit Frankrijk en Duitsland. De overige gebieden in het district Balaton leveren witte wijnen van goede kwaliteit, licht en heel prettig, in het populaire genre, gemaakt met Olaszrizling, Sylvaner en de Hongaarse rassen Mézesfehér en Ezerjó.

Somló, het zevende van de grote wijndistricten, is een kleine vulkanische berg, bedekt met wijngaarden en uit de hoogte neerkijkend op de Donauvlakte. Sedert de tijd van St.-Stephanus (de eerste koning van Hongarije uit de 11de eeuw) produceert het al wijnen van zeer grote kwaliteit die met de Tokay als de beste wijnen van het land worden beschouwd. De produktie is beperkt: ze bestaat uit krachtige dessertwijnen op basis van de rassen Furmint, Olaszrizling en Traminer, en in de minder begunstigde wijngoederen van plaatselijke rassen. De wijnen van Somló hebben de naam de geslachtsdrift te stimuleren, vandaar dat ze zo werden gewaardeerd door de Habsburgers, en waarschijnlijk om andere redenen door koningin Victoria. Evenals de Tokay hebben deze wijnen tijd nodig willen zij goed belegen en rijp worden; omdat de produktie beperkt is, zijn ze altijd aan de prijzige kant.

De districten Aszar-Neszmély en Mór (nrs 2 en 6, pag 399), zijn naar Hongaarse maatstaven zeer jonge wijngoederen waarvan het oudste gedeelte door Beierse emigranten in het midden van de 18de eeuw is aangeplant op open plekken in de bossen. Ze zijn vooral interessant door de Ezerjó (Móri Ezerjó), afkomstig uit de wijngaarden die groeien op de zanderige, kwarts- en micarijke bodem in het district Mór. Omdat de phylloxera op dit soort gronden niet blijft leven, groeien de wijnstokken op hun eigen wortels. De Ezerjó, die in andere Zuidoosteuropese landen nauwelijks opvallende wijnen levert, geeft in deze bijzondere omstandigheden een droge wijn van uitnemende kwaliteit met een fijn en geurig bouquet.

Het district Mecsekalja (nr 9) maakt deel uit van een wijngebied in het zuiden van de Donauvlakte dat teruggaat tot de Romeinse tijd en vroeger bekend was onder de naam Pécs-Villany. De heuvels van Mecsek vormen een wijnstreek van witte wijn rond de stad Pécs en 5 andere dorpen. Er komen vooral uitstekende witte wijnen vandaan, bereid uit Olaszrizling, Furmint en Cirfandli; het zijn aangename, harmonieuze wijnen die grotendeels in bulk naar Groot-Brittannië worden geëxporteerd waar ze zeer geliefd zijn.

De grote zone van Mdtraalja, of Mdtravidek (nr 14) is, na de grote Laagvlakte, het meest uitgestrekte wijngebied van Hongarije. Aan de voet van het Matragebergte strekten zich vroeger 2 zones uit, Gyöngyos-Visonta en Debrö, waar later het district Eger (nr 13) bij kwam. Het merendeel van de Hongaarse tafelwijn wordt in dit gebied gemaakt op basis van hybriden van Chasselas, en er worden eveneens goede rode en witte wijnen gemaakt van Olaszrizling, Leanyka, Traminer, de Muskaat Ottonel en Kardarka, maar het district Matraalja is vooral befaamd door zijn uitstekende groene wijn, heel zoet en geurig, de Debröi Harslevelü. Deze wijn wordt bereid met een wijnplant waarvan het blad lijkt op een lindeblad en die Harslevelü heet.

De beste gebieden voor rode wijnen

De meest befaamde van de Hongaarse rode wijnen is de Egri Bikavér, het ‘bloed van de stier van Eger’. Hij wordt gemaakt in de streek rond de mooie en oude barokstad van die naam, op een leemhoudende bodem met een ondergrond van vulkanisch rotsgesteente, een goede grond voor rode wijn. Natuurlijk heeft deze wijn niets te maken met stieren of bloed; hij wordt gemaakt op basis van de druiverassen Kadarka, Kékfrankos, Médoc noir, Oporto of Cabernet franc. Op zijn hoogtepunt is het een volle, zachte wijn met een donkere robe, die al rijpend op fles beter wordt, hetgeen maar zelden ook gebeurt. De legende omtrent zijn naam stamt uit een verhaal dat teruggaat tot de 16de eeuw, toen de Turkse strijdkrachten die de stad aanvielen werden teruggeslagen door de troepen van de stad, aangemoedigd door de grote bellen Egri Bikavér die hun vrouwen hun aanreikten. Ook de Egri Kadarka kan uitstekend zijn en hij wordt eveneens beter naarmate hij rijpt op fles. Dit gebied produceert tevens goede witte wijnen en Siller, rijke dessertwijnen die worden gemaakt met de Hongaarse rassen Léanyka en Mézesfehér, terwijl de drogere tafelwijnen worden bereid uit Olaszrizling en Ezerjó en de Siller uit Kadarka.

De beste Hongaarse rode wijn is waarschijnlijk de Kékfrankos, die wordt geproduceerd in de streek van Villany en bekend is onder de naam Villany-Burgundi. Hij deelt tal van kwaliteiten met de druiven uit de Bourgogne, en evenals het merendeel van de overige Hongaarse rode wijnen wordt hij beter als hij een aantal jaren op fles kan rijpen. Ook in het district Villany-Siklos worden uitstekende rode wijnen gemaakt met het ras Kadarka en nogal ruige wijnen met Portugees blauw. Het is in feite een echt goed gebied voor rode wijn. Szekszard, iets meer naar het noordwesten, maakt, eveneens met het ras Kadarka, een goede, krachtige wijn, meer in het genre Bordeaux. Deze streken zijn oude wijngebieden die teruggaan tot het preRomeinse tijdvak, nog voor keizer Probus die afkomstig was uit Pannonië en de wijnbouw bevorderde. Verder wordt er nog Cabernet franc en Kékfrankos verbouwd.

Sopron, het vierde district van Hongarije wat rode wijn betreft, ligt in het uiterste noordwesten van het land, in het Hongaarse Burgenland bij de Oostenrijkse grens. Hier gaat de wijnbouw terug tot de Kelten, in het Voorromeinse tijdperk, en het was de naam Sopron die eeuwen geleden de faam van de Hongaarse wijnen over West-Europa verspreidde. Men maakt hier allerhande wijnen, rode en witte, maar de roem van het district berust op een wijn die wordt gemaakt met een ras dat nauw verwant is met de Gamay bourguignon: de Soproni Kékfrankos, die herinnen aan Beaujolais en die jong en koel behoort te worden gedronken.

De zandgronden

De grote laagvlakte is over het geheel genomen het gebied van de grote staatsboerderijen, op zanderige grond die in de loop van de eeuwen door de Magyaren dienstbaar is gemaakt en veranderd in bebouwbaar land. Het was en blijft ook nu nog een heroïek gevecht, maar de wijnstok met zijn lange wortels kan hier gedijen. Dit was van het grootste belang tijdens de epidemie van de phylloxera, want deze luis kan op dit soort grond niet in leven blijven. Het merendeel van de in Alfold geproduceerde wijn is niet van bijzondere kwaliteit, maar voorziet in de behoefte van bijvoorbeeld Duitsland, waar hij wordt gebruikt voor de fabricage van de Sekt en voor distilleringsdoeleinden, terwijl hij tevens de basis vormt van de vermout. In Alfold treft men echter vroegere oases aan, vooral tussen de Donau en de Tisza: Kecskemét, een oud wijnbouw- en fruitteeltgebied, Jaszberény, Csengöd en Szeged in het uiterste zuiden. Kadarka, Olaszrizling, Ezerjó, Léanyka, Cirfandli en Velteüni zijn in deze streek de voornaamste rassen, vooral in de nieuwe, uitgestrekte wijnvelden, hoewel het grootste gedeelte van de wijnen van dit gebied, waaronder een aantal kwalitatief zeer goede, wordt geproduceerd in oude wijngoederen. In Hajós wordt verder nog een sublieme Cabernet gemaakt.

Typen flessen en etiketten

De Tokaji Aszu en de Tokaji Szamorodni worden op de markt gebracht in de typische witte halveliter flessen (zie een beschrijving van de etikettering naar kwaliteit bij het woord → TOKAY). Het grootste deel van de overige Hongaarse exportwijnen, inclusief de andere typen Tokay, wordt verkocht in hoge, smalle flessen, vergelijkbaar met die van de Duitse wijnen. Maar de Egri Bikavér en 1 of 2 andere zijn in de handel in flessen met smalle en rechte hals in de geest van de wijn van Bordeaux.

De woorden ‘Magyar Allami Pincegazdasag’ in cirkelvorm om het woord ‘Budafok’ heen zijn een garantie voor echtheid. Wie dit embleem op een etiket gedrukt aantreft kan zeker zijn van wat hij koopt. De Hongaarse wijnexport is een staatsmonopolie waarvan het merk Monimpex luidt. Er worden echter grote hoeveelheden in bulk geëxporteerd om door het importerende land te worden gebotteld.

Hongaars gedistilleerd

Hongarije produceert een grote verscheidenheid aan likeuren en brandewijnen. De beroemdste is Barack Palinka (abrikozenbrandewijn), die niet zoet is en die wordt gewonnen door het distilleren van verse abrikozen uit de boomgaarden in Kecskemét. Dezelfde streek produceert eveneens de Kecskeméti Barack-likeur, een zoete abrikozenlikeur die de rijke geur van de vrucht behoudt. De beste overige likeuren worden gemaakt met kersen en goudkleurige peren (in het Hongaars csaszarskorte). Een andere interessante likeur, Hubertus, wordt gemaakt met kruiden en is wat bitterder van smaak.

Van de overige niet-zoete brandewijnen noemen wij nog Szilva Palinka of Szilvorium (pruimenbrandewijn), wodka, kirsch of Eger en rum Casino. Ze genieten alle een zekere bekendheid in GrootBrittannië, Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. De beste Szilva Palinka komen uit het graafschap Sz4tmar en worden gemaakt van 3 verschillende soorten pruimen.