Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Chili

betekenis & definitie

Chili maakt de beste wijnen van heel Zuid-Amerika. Kwantitatief gezien komt dit land op de wereldranglijst van wijnproducerende landen op de 14de plaats.

Met behulp van irrigatie zijn de bodemgesteldheid en het klimaat zeer geschikt voor de wijnbouw. De Franse wijnbouwers, die er de beste wijngaarden plantten, lieten een hoge traditie na op het gebied van de wijncultuur, maar de Spanjaarden beoefenden de wijnbouw al direct na hun verovering van dit land. De Chileense regering volgde met veel progressieve belangstelling alles wat met de wijnbouw samenhing.Chili heeft ongeveer 120 000 ha aan wijngaarden en produceert jaarlijks zo’n 6 miljoen hl wijn. Daarvan wordt maar amper 100 000 hl geëxponeerd, dus 2% van het totaal, in hoofdzaak naar andere Zuidamerikaanse landen maar ook naar sommige Europese landen en de Verenigde Staten. Vóór de staatsgreep van 1973 exponeerde Chili ook wijn naar Cuba. De Chileense wijn wordt alom gewaardeerd; hoewel niet een echt grote wijn is het beslist een goede, en de verhouding tussen kwaliteit en prijs is in het algemeen zeer gunstig. De jaarlijks per hoofd van de bevolking geconsumeerde hoeveelheid wijn is officieel beperkt tot 60 liter, maar het werkelijk gemiddelde ligt daar een heel stuk onder. Die officiële limiet werd enkele jaren geleden door de regering vastgesteld in het kader van een campagne tegen het alcohoüsme. Van het bouwland in dit land wordt 2% door wijngaarden in beslag genomen, en in de wijnindustrie zijn constant 50 000 mensen werkzaam, d.w.z. viermaal zoveel als in de grote kopermijnen.

Chili produceert 3 typen wijn: likeurwijnen in het noorden, goede tafelwijnen in het midden van het land en gewone tafelwijnen in het zuiden. De goede tafelwijnen uit het centrum van het land hebben vrij veel weg van de wat mindere Bordeauxwijnen, wat niet verwonderlijk is aangezien klimaat en bodem van beide streken erg veel op elkaar lijken. Wat de wijnstokken en wijnbereidingsmethodes betreft, deze werden rechtstreeks uit de Bordeaux geïmponeerd. De Chileense wijnen halen natuurlijk niet het niveau van een rode wijn uit een goed wijnjaar die op het château is gebotteld, maar wel dat van een aantal streekwijnen, die ze bovendien vaak ovenreffen, en ze hebben het voordeel heel wat minder prijzig te zijn. Naast de wijnen die van de Cabernet worden gemaakt en die van het Bordeaux-type zijn maakt men in Chili ook wijnen van het Bourgogne-type, en wel van de Pinot noir, maar deze zijn beduidend minder geslaagd.

Een van de beste Chileense wijnen is de Riesling, waarvan de produktie echter is afgenomen, niet om kwaliteitsredenen maar omdat de wijnbouwers de kostprijs te hoog vinden. Tegenwoordig maakt men witte wijnen van de Pinot blanc, de Sauvignon en de Sémillon. De gewone rode tafelwijnen komen uit het zuiden van het land, waar men zowel de oorspronkelijk Franse rassen als de Pais teelt, een Spaanse druivesoort die echter al zó lang in Chili is ingeburgerd dat hij als inheems wordt beschouwd. De Pais heeft zeer veel weg van het zich snel voortplantende Mission-ras dat veel in Californië voorkomt. De Pais wordt voor 70% van de Chileense wijnen gebruikt.

Bodemgesteldheid en klimaat

De ligging van Chili is zó gunstig dat het land tot dusver aan de verwoestingen van de meeldauw - de meest rampzalige schimmelziekte - en de phylloxera heeft kunnen ontsnappen, ofschoon de druifluis in de wijngaarden van Oost-Argentinië en Noord-Peru zijn tol heeft geëist. Volgens de Chilenen heeft het Andesgebergte, dat hun land scheidt van Argentinië, deze ellendige plaag belet om zich aan de andere kant uit te breiden en heeft de Atacama-woestijn aan de grens met Peru hetzelfde gedaan, en omdat de wind meestal vanuit zee waait is de kans dat hij door de lucht aan komt zetten uiterst gering. Dit optimisme schijnt gerechtvaardigd, want zelfs de meest kwetsbare Europese rassen hoeven hier niet op Amerikaanse onderstammen te worden geënt. Men heeft hier echter wel al ervaring mee, zodat de Chileense wijngaarden met een minimum aan chaos zouden kunnen worden hersteld, mocht de phylloxera onverhoopt toch een keer toeslaan. Gezien de aan de grenzen genomen voorzorgsmaatregelen lijkt deze mogelijkheid echter uiterst onwaarschijnlijk.

Evenals men in Chili 3 wijntypen kent bestaan er ook 3 wijnbouwzones. De noordelijke zone begint bij de Atacamawoestijn en strekt zich uit tot de rivier de Choapa. Men kweekt er voornamelijk de Muskaatsoort, en de beste Chileense tafeldruiven komen daar ook vandaan. Irrigatie is hier van levensbelang omdat het in dit gebied nauwelijks regent. Maar het tekort aan atmosferische neerslag staat in nauw verband met de aanwezigheid van de koude Humboldtstroom die langs de kust van Peru loopt. Wanneer deze stroom door een warmere golfstroom wordt verdrongen heeft dat een catastrofale regenval tot gevolg die de wijngaarden en zelfs bijna de hele streek vernielt.

De wijnstokken worden vooral gekweekt in de dalen die horizontaal door het land liggen, en de irrigatie wordt door de rivieren bewerkstelligd. De wijnen uit deze noordelijke zone zijn vrij sterk en hebben een hoog alcoholgehalte, dat soms nog wordt verhoogd om er aperitiefwijnen van te maken zoals Sherry, Madera of Port.

Kwalitatief gezien is de centrale zone, die zich uitstrekt tussen de rivieren de Aconcagua en de Maulé de belangrijkste. De Bordeaux heeft hier een overheersende en welhaast exclusieve invloed gehad, zowel wat betreft de druiventeelt als de wijnbereiding. Voor de rode wijnen kweekt men hier vooral de Cabemet franc, Cabernet Sauvignon, Merlot, Malbec (in Chili Malbeck) en Petit-Verdot; voor de witte zijn dat de Sémillon en de Sauvignon. Deze rassen zijn allemaal afkomstig uit de Bordeaux. Onder de andere wijnstokken moeten vooral de Pinot noir en de Pinot blanc worden genoemd. De Riesling en de Pais zijn er minder belangrijk.

De wijnstokken worden verzorgd en behandeld volgens de traditionele methodes uit de Bordeaux, met dit verschil dat bijna alle wijngaarden worden geïrrigeerd, waardoor hun rendement hoger is dan dat van die welke het alleen van de regen moeten hebben. Deze factor is voor de kwaliteit van de wijn echter geenszins nadelig. En aangezien de beste Chileense wijnen allemaal uit geïrrigeerde wijngaarden komen is het momenteel niet mogelijk om vast te stellen of ze in andere omstandigheden beter zouden zijn.

De 2 beste sectoren van de centrale zone zijn de dalen van de Aconcagua en de Maipo, die beide gespecialiseerd zijn in de Cabernet; hun wijnen bezitten kracht en verfijning, een mooi evenwicht en een langere levensduur dan de meeste Chileense wijnen. Het hoger gelegen Maipodal, ten zuidoosten van Santiago, de hoofdstad van Chili, heeft terecht de beste reputatie. De bodem, die hier meer kalk bevat dan elders, heeft ook een hoger percentage aan zand en klei. Hierop floreren de Cabernet franc en de Cabemet Sauvignon, die sterke, stabiele wijnen geven, donker van kleur en zeer aromatisch. Het per hectare hoge rendement wordt gedeeltelijk toegeschreven aan de irrigatie.

De zuidelijke wijnzone in Chili strekt zich uit van de rivier de Maulé tot de Bio-Bio. Op enkele uitzonderingen in het uiterste noorden na worden de wijngaarden hier niet geïrrigeerd. De ondergrond is er hard en de bovenlaag bestaat uit een mengsel van klei en modder die soms rijk is aan ijzer, met hier en daar aan de oppervlakte verschijnende kalkafzettingen. De wijnen van deze zone zijn lang niet zo interessant als die van de centrale zone. Hoewel men er van oorsprong Franse druiverassen (Cabernet, Malbec en Sémillon) en wat Riesling kweekt is deze zone vooral beplant met de Pais, die een hoog rendement heeft. Een deel van deze wijnen wordt gebruikt voor versnijdingen, en de rest dient voor de dagelijkse wijn van de Chileen.

Alhoewel hun produkt kwalitatief van lager niveau is dan dat van de meer naar het noorden geproduceerde wijnen is de wijnbouw in dit gedeelte van Chili zeer belangrijk; ongeveer 13 000 kleine wijnboeren vinden er een bestaan in. Ten zuiden van de rivier de Bio-Bio worden geen wijndruiven meer gekweekt omdat het klimaat er te streng is.

Geschiedenis van de wijn in Chili

Hoewel de meeste Zuidamerikaanse landen werden veroverd en bevolkt door Latijnse volken die het wijndrinken gewend waren, duurde het toch tot na de Eerste Wereldoorlog dat de Italiaanse immigranten begonnen toe te stromen voordat ze eigen wijngaarden van enige importantie kregen. Chili en Peru vormen hierop een uitzondering, omdat de druiventeelt daar al sinds de komst van de Spanjaarden bestaat.

De missionarissen, die direct na de Conquistadores het land binnenkwamen, plantten er wijnstokken om zich van voldoende miswijn te kunnen verzekeren. Men gelooft dat de eerste wijnstokken zijn ingevoerd door Francisco de Carabantes of door Bartoloméo de Terrazas, 2 missionarissen die betrokken waren bij het planten van wijnstokken in het buurland Peru. Een van de 2, maar men weet niet precies welke, nam deel aan de Chili-expeditie van Diego de Almagro, tussen 1535 en 1537. Men zegt dat de wijnstokken die hij meebracht kleine rode en zeer smakelijke druiven gaven. De wijnbouw beleefde zijn eerste bloeiperiode rond 1566 in de omstreken van Santiago, vanwaar hij zich verspreidde over het buurland, het huidige Argentinië. Men kweekte er toen vooral Muskaatdruiven, met name de Muskaat van Alexandrië.

Bij gebrek aan een andere naam doopten de Chilenen deze laatste soort: Pais. Het is bekend dat deze uit Spanje afkomstig is, maar verder is de oorsprong van deze druivesoort nogal mysterieus. De wijnen waren in die tijd vooral bestemd voor de mis, of werden op Spaanse wijze verwerkt. Het echte ontstaan van de wijnindustrie had echter pas plaats tegen het midden van de 19de eeuw.

In 1851 bemerkte de vader van de Chileense wijnbouw, Silvestre Ochagavia, dat zijn land geschikt was om een van de belangrijkste wijngebieden van het Amerikaanse continent te worden. Door deze overtuiging gedreven liet hij uit Frankrijk een flink aantal wijnbouw-experts overkomen. Bovendien importeerde hij stekken van de beste Franse wijnstokken, die vooral in het centrale dal van Chili werden geplant, waar zich vandaag de dag nog de meest befaamde wijngaarden van het land bevinden. Zijn experiment bleek zo’n groot succes, dat de Chileense regering in actie kwam en nog meer planten uit Frankrijk liet komen. En zo werd in Chili een nieuwe nationale industrie in het leven geroepen.

De typisch Chileense wijngaard is vandaag de dag zeer klein. Van de 32 000 wijngoederen zijn 26 000 niet groter dan 5 ha, en veelal kleiner. Deze verkaveling schept bepaalde kweekproblemen die een directe invloed hebben op de kwaliteit van de wijn. De kleine Chileense wijnboer bezit kapitaal noch apparatuur en maakt dus weinig kans een hoge kwaliteitswijn te produceren, want daar zou hij zichzelf mee benadelen. De Chileense regering heeft echter een fonds in het leven geroepen dat leningen verstrekt aan de coöperaties om kelders te bouwen en apparatuur aan te schaffen. Zo is een wijnboer niet verplicht om de dure machines, die hij toch nodig heeft, zelf te kopen. De coöperaties hebben technische experts in dienst die de wijnboeren adviseren over de nieuwste en beste methodes.

Het dal van de rivier de Maipo is een gebied waarin enkele van de beste wijngaarden en wijnondememingen van Chili liggen. Concha y Toro bezit 500 ha aan wijngaarden in Pirque, Torconal, Maipo, Cachapoal en San Juan de Peteroa; zijn 2 wijncentra bevinden zich in San Miguel en Pirque. Men maakt daar goede wijnen, voornamelijk van de Cabernet Sauvignon, de Sauvignon blanc, de Sémillon en de Riesling. In Pirque wordt van versnijdingen van de Pinot blanc, Pinot Chardonnay, Pinot gris en Riesling ook ‘champagne’ in bulk geproduceerd.

De wijnonderneming Canepa in Valparaiso produceert een wijn die wordt gemaakt van in het ten zuidwesten van de hoofdstad gelegen Maipo-bassin gekweekte druiven. De meeste Cabernet Sauvignon- en Riesling-wijngaarden liggen langs de zanderige en zeer kiezelachtige oevers van de rivier de Puangue, een gebied dat veel weg heeft van de Bordeaux.

In het ten westen van Santiago gelegen Santa Ana is de Vina Undurraga gevestigd, waarvan de stichter in 1912 als eerste Chileense wijnen naar de Verenigde Staten exporteerde. De wijngaarden van deze firma floreren vandaag de dag in een gematigd klimaat, op een bodem die zijn water uit de rivier krijgt. De meeste goede rassen van de Vitis Vinifera, die in Chili voorkomen, worden hier gekweekt, evenals de Pinot noir. Men produceert er ook mousserende wijn.

In de Llano del Maipo, het Maipo-bassin ten zuiden van Santiago, zijn de Vina Santa Rita, en iets meer naar het oosten de Vina Cusino-Macul gevestigd. In sommige goede Chileense wijngaarden kweekt men wijnstokken die uit de grote Franse wijngaarden zijn geïmporteerd. Dit is ook het geval in CusinoMacul, waar men stammen vindt die afkomstig zijn uit Pauillac in de HautMédoc en uit Martillac in de Graves. Meer dan de helft van de 260 ha van deze firma produceert druiven voor rode wijn, in hoofdzaak Cabemet Sauvignon. De witte wijn wordt voornamelijk van de Sémillon gemaakt. Hier en in Undurraga, om een van de andere vinas te noemen, worden de beste wijnen in vaten van Amerikaans eikehout bewaard.

Twee andere belangrijke wijncentra liggen ten zuiden van het Maipo-gebied; Vina San Pedro in Molina, in de provincie Talca, werd in 1865 gesticht en zijn wijngaarden dateren reeds uit het begin van de 18de eeuw. Deze hebben een oppervlakte van 300 ha, waarvan twee derde druiven voor rode wijn produceert, speciaal de Cabernet Sauvignon en de Merlot. Voor de witte kwaliteitswijnen wordt voornamelijk de Riesling gebruikt.

In de provincie Colchagua ten slotte ligt de Vina Santa Teresa, een wijngaard van 150 ha waar men sinds 1920 verschillende druiverassen kweekt zoals de Pinot Chardonnay, Cot, Cabernet Sauvignon en Sémillon. De wijn van Santa Teresa wordt gemaakt in Santiago.

Controle van de overheid

De Chileense wijnindustrie is een van de best geregelde ter wereld, waarschijnlijk vanwege de verwoede strijd tegen het alcoholisme. Het gevolg hiervan is echter dat de produktie van hoge kwaliteitswijnen wordt aangemoedigd.

Iedere wijnboer wordt een produktiemaximum opgelegd dat hij niet mag overschrijden. Gebeurt dit per ongeluk toch, dan moet hij het overschot op een of andere wijze zien op te ruimen. De meest gebezigde methodes hiervoor zijn export en distillatie tot industriële alcohol. Een wijnboer moet jaarlijks aangifte doen van de hoeveelheid door hem geproduceerde wijn. Als de landelijke produktie het wettelijk gestelde maximum overschrijdt (60 liter per hoofd van de bevolking), moet elke wijnbouwer zich van een bepaalde hoeveelheid van zijn produktie ontdoen al naar gelang het landelijk overschot en de opbrengst per hectare van het wijngoed. Vervolgens moet de wijnboer opgeven op welke manier hij het overschot heeft verwerkt en in welke hoeveelheid.

Om te voorkomen dat de markt door middelmatige wijnen wordt overspoeld heeft de Nationale Raad voor Buitenlandse Handel beperkende maatregelen ingesteld. Om geëxporteerd te mogen worden moeten witte wijnen een alcoholgehalte hebben van minstens 12° en de rode van 11,5°; verder moeten ze allebei helder zijn, van een duidelijke kleur, gezond en op zijn minst een jaar oud.

De controle die de Chileense overheid uitvoert betreft de leeftijd van de wijnen. Er bestaan 4 klassen exportwijn: de courant, die een jaar oud is, de spécial, 2 jaar oud en de reserva, 4 jaar oud; de benaming Gran Vino ten slotte geldt voor wijnen van 6 jaar en ouder. In veel gevallen is de reserva de beste wijn van Chili.

Sterke dranken

Van de produktie van de betere Muskaatwijnen die in het noorden worden gemaakt wordt een groot deel gebruikt voor de fabricage van goede Chileense eau-de-vie en voor eau-de-vie uit enkele andere Zuidamerikaanse landen.

→ Pisco