Rode Bordeaux. Pauillac in de HautMédoc, Frankrijk
Montaigne, die in de 14de eeuw zelf wijn verbouwde in het land van Bordeaux, spreekt in zijn Essais over Château-Latour. Deze wijn was dus in die tijd al beroemd. Tegen het eind van de 17de eeuw ging het wijngoed door huwelijk over uit handen van Chavanas, secretaris en raadsman van Lodewijk XIV, in die van de familie Ségur. De tweede Ségur in de reeks eigenaren verdiende de bijnaam Prins van de Wijn. Hij was tegelijkertijd eigenaar van Château-Lafite, Château-Latour en ChâteauCalon-Ségur. Tijdens de Revolutie werden de landerijen verdeeld en de familie kreeg de verloren gegane helft pas in 1841 terug.
De Société civile de Château-Latour werd opgericht in 1842. In die tijd was het een uniek geval maar sindsdien is het veelvuldig nagevolgd. In 1963 verkocht de familie de Beaumont haar belangen aan de groep Pearson uit Londen. De firma Harveys kocht toen een derde deel.
De toren - Latour - rijst omhoog te midden van de wijnvelden. Hij maakte deel uit van een door de mensen uit de Médoc in de middeleeuwen opgetrokken muur om zich te verdedigen tegen de zeerovers. Deze versterkingen werden neergehaald tijdens de Honderdjarige Oorlog. Lodewijk XIII gaf opdracht de toren te restaureren en sindsdien is hij in precies dezelfde staat gebleven als tijdens diens regeringsperiode. De wijnschuren staan op de plaats van de resten van het fort. Men vertelt dat destijds een groot aantal goudstukken in de grachten werd geworpen, vandaar de legende van een in Château-Latour verborgen schat.
Misschien is het niet eens een legende. Kort geleden heeft men in de Tower van Londen een kaart ontdekt waarop de aanwezigheid van goud in ChâteauLatour staat vermeld. Er zijn maatschappijen opgericht om ernaar te gaan zoeken, maar tot dusver bleven alle nasporingen vruchteloos.
De grote kwaliteit van Château-Latour moet grotendeels worden toegeschreven aan de bodem, die voor de helft bestaat uit stenen ter grootte van een ei. De ploegscharen van Château-Latour moesten tweemaal daags worden bijgeslepen; de grond is zo hard dat één os niet voldoende was om de ploeg te trekken en een koppel moest worden aangespannen.
Tractoren weten er echter wel raad mee. In deze stenen zit kwarts; sommige laten zich kloven en slijpen. Eertijds deed een markies de Ségur het Hof in Versailles versteld staan door zijn met deze valse diamanten versierde vest. ‘Heren,’ zou Lodewijk XV hebben uitgeroepen, ‘hier ziet u de rijkste man uit mijn koninkrijk. Zijn land brengt nectar en diamanten op!’ Dit soort stenen is te zien in de vestibule van kasteel Latour en in het Musée du vin in Pauillac.
In Latour past men nog een vervangingsmethode van de planten toe die jardinage wordt genoemd. Deze bestaat hierin dat men iedere plant tot zijn maximum leeftijd laat doorgroeien; daarna wordt hij vervangen zonder dat men omkijkt naar de buurplanten. In de meeste wijngoederen gaat men veld voor veld over tot vervanging, op een vastgestelde pensioenleeftijd variërend van 25 tot 40 jaar. Het gevolg daarvan is dat tot voor kort Latour de wijngaarden met de hoogste gemiddelde leeftijd had, en daardoor een wijn met meer body en een hoger alcoholgehalte. Hoe ouder de wijnplant wordt, des te hoger wordt de kwaliteit van de wijn en des te geringer de hoeveelheid. Latour maakt namelijk 250 kistjes wijn per ha, terwijl de minder befaamde wijngoederen er tussen de 310 en 325 maken. Zeventig procent van de druiven van Château-Latour is Cabemet Sauvignon; de rest wordt gedeeld door Merlot, Cabernet franc en Petit-Verdot.
In Château-Latour laat men de most gisten in roestij stalen tanks gedurende 15 tot 20 dagen, naar gelang de eigenschappen van de oogst, d.w.z. bijna tweemaal zo lang als de andere producenten in de Medoc. Dit procédé geeft een hardere wijn die een langere rijpingsperiode vereist waarin hij stijgt tot grote hoogte, maar daarvoor is geduld nodig. Alleen de producent van een dergelijke aristocratische wijn, die zeer hoge prijzen waard is, kan zich een zo kostbare methode veroorloven. Château-Latour is een Premier Grand Cru, samen met Lafite, Margaux, Mouton en Haut-Brion.
Bijzonderheden: een wijn met veel body en hard in zijn jonge jaren, groeit Latour uit tot een wonder van stevigheid, rijkheid en noblesse. Hij heeft een lange rijpingstijd nodig om tot volle ontplooiing te komen, maar hij is zo’n wachttijd waard. Deze cru is soms een succes in jaren waarin de andere niet zijn geslaagd. De strenge keuze van de cuves is een tweede factor die bijdraagt tot de kwaliteit van de wijn. De nevenwijn wordt verkocht onder de naam Les Forts de Latour en de derde wijn onder de gewone Appellation Pauillac. Oppervlakte: 60 ha Gemiddelde produktie: 200 tonneaux
