Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Beaujolais

betekenis & definitie

Rode wijn. Het zuidelijk deel van de Bourgogne, Frankrijk

Beaujolais is een van de meest gedronken rode wijnen ter wereld. Zijn frisheid, als die van een ontluikend meisje van het platteland, is zijn grootste charme. Zo heeft de Beaujolais alle hoofdsteden van de wereld voor zich weten te winnen, maar of deze kuise schoonheid te midden van de talrijke verzoeken van even zovele aanbidders het hoofd boven water zal weten te houden blijft nog de vraag.

Een Beaujolais moet vóór alles jong worden gedronken. Het is een wijn om te drinken, niet om echt te proeven. Het gisten gaat tegenwoordig erg snel in zijn werk, afhankelijk van de rijpheid van de druiven in die bepaalde zomer. En dat maakt hem zo licht, fruitig en fris. Een Fleurie - de allerfijnste Beaujolais - is een karakteristieker wijn dan beroemde crus als een Morgon of een Moulin-àVent. Sommige experts menen in deze wijn een aroma of smaak van abrikozen, perziken of rozen te bespeuren.

Maar hoe dan ook, wat er altijd in te ontdekken valt is de frisheid van bloemen en vruchten die deze wijn zijn charme en distinctie verleent. Om deze reden moet een Beaujolais dan ook jong worden gedronken, hoewel tot op zekere hoogte een uitzondering mag worden gemaakt voor de Morgon en de Moulin-à-Vent. Het land van de Beaujolais, dat zich uitstrekt over de westelijke oever van de Saône, wordt altijd aangedaan door degenen die in noord-zuidrichting door Oost-Frankrijk reizen. Men vindt er een overvloed aan overblijfselen uit het Stenen Tijdperk. De Gallische stammen in de Beaujolais werden door Caesar overwonnen. Zijn naam komen we hier nog veel tegen, te zamen met allerlei sporen van de Gallo-Romeinse beschaving.

Overal muren, ruïnes en kapelletjes, vooral in het noorden, in de buurt van de Maçonnais. Ook plaatsnamen herinneren ons eraan, zoals Juliénas en Romanèche-Thorins. In de tijd van de kruistochten fungeerde de Saône reeds als oostgrens van Frankrijk. Uit die tijd dateert ook een gebruik onder de schippers die op de rivier voeren. Door een ‘Wend de steven naar het koninkrijk’ werd de stuurman bevolen richting Beaujolais te varen, en door het ‘Wend de steven naar het keizerrijk’ in de richting van de andere oever.

Toch is de Beaujolais een betrekkelijk moderne wijn. In de 18de eeuw begon men hem per kar tot aan de Loire te vervoeren, vanwaar hij verder per schip naar Parijs werd gebracht. Tot voor kort werd de Beaujolais eigenlijk alleen maar in Lyon gedronken, waar hij per boot over de Saône naar toe wordt gebracht. Men kent toch de bekende zegswijze: ‘Lyon est arrosé par le Rhône, la Saône et le Beaujolais’ (wat zoiets betekent als: er stromen 3 rivieren door Lyon, de Rhône, de Saône en de Beaujolais). Ook vandaag de dag bestelt een inwoner van Lyon zijn Beaujolais per pot (spreek uit: po), niet per fles. Een pot heeft een inhoud van 50 cl.

Van origine waren dat grijze aardewerk drinkkroezen met blauwe versieringen, die men hier en daar nog wel vindt. Vroeger stonden ze in rijen op de tapkast en de tafels in de cafés, en werd bijna de hele Beaujolaisproduktie door de inwoners van Lyon geconsumeerd.

De Beaujolais ligt precies op de parallel die Noord- en Zuid-Frankrijk van elkaar scheidt. Boven deze lijn zien we over het algemeen puntdaken, terwijl ze eronder steeds platter worden. Het accent van de mensen verandert en het jeu de boules is het belangrijkste tijdverdrijf. Elke rechtgeaarde inwoner van de Beaujolais neemt dit spel hoogst serieus. Er bestaan hele clubs, en zelfs bonden en kranten die geheel aan deze sport zijn gewijd. Elk café heeft een stuk grond voor dit spel, en meestal ook een beeldje van ‘Fanny’, meisje van lichte zeden dat door de verliezer gekust dient te worden.

Tot voor kort leefde men in de Beaujolais zijn eigen leven, ver weg van de drukke, moderne tijd, tot de wijn ineens wereldbekendheid kreeg. De plotselinge veranderingen zijn heel goed te merken aan de mensen zelf. Vroeger leefden ze, net als de bewoners van andere wijngebieden, landelijk, in besloten gemeenschap met eigen gebruiken. Tegenwoordig zijn ze veeleisender als gevolg van de vermaardheid en grote vraag naar hun wijn. Beaujolais heeft recht op de appellatie Bourgogne, mits hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Maar het is niet het type Bourgogne dat uit de Pinot noir wordt verkegen. Beaujolais komt van de Gamay-druif die het in deze streek wonderwel doet, in tegenstelling tot het overige deel van de Bourgogne.

Het is een wijn die jong moet worden gedronken, met een betrekkelijk laag minimum alcoholgehalte van 9%. Dit heeft tot gevolg dat een Beaujolais zo van het vat soms lekkerder is dan wanneer hij via de lange weg in de fles aan de consument wordt aangeboden. Dit voorrecht blijft echter meestentijds slechts aan de bewoners van Lyon voorbehouden. De opvatting dat de waarde van een wijn afhankelijk is van een hoog alcoholgehalte behoort tot het verleden. Er zijn evenwel nog steeds wijnboeren in de Beaujolais die de oude leer aanhangen en hun eigen wijn te lang op fust bewaren, met als gevolg dat hij veel van zijn ‘gewenste’ frisheid verliest.

Sinds enkele jaren maakt de Beaujolais Nouveau of Primeur furore in de gehele wereld. Deze Beaujolais Nouveau heeft niets meer gemeen met de wijn die door de mensen uit de Bourgogne werd gedronken in het jaar dat volgde op de oogst, behalve zijn naam. Voordat deze wijn wordt gebotteld is het nodig hem tweemaal over te hevelen. De eerste keer om hem te ontdoen van het bezinksel, dat mettertijd op natuurlijke wijze zou zijn verdwenen, en de tweede keer om de nadelen van de appel-melkzure gisting te voorkomen. Het is duidelijk dat deze handelingen aan de wijn zijn oorspronkelijke karakter ontnemen. Tegenwoordig wordt de meeste Beaujolais behandeld volgens de macération carbonique-methode (zie aldaar).

Restricties, produktie en begrenzing

Bijna alle Beaujolais is rood, maar dat geldt niet voor alle wijn die in de Beaujolais wordt gemaakt.

De Pinot Chardonnay, die ten noorden van de Beaujolais, op de grens met de Maçonnais is aangeplant, bezit de Appellation Mâcon blanc, met uitzondering van een kleine hoeveelheid wijn die Beaujolais blanc wordt genoemd. Kwalitatief beter dan de Mâcon staat hij op één lijn met de Pouilly-Fuissé, maar is niet afkomstig uit de gemeenten die het recht op deze benaming hebben.

De rode wijnen mogen, als ze uit de belangrijkste plaatsen komen, een Bourgogne-etiket hebben, omdat ze dat ook eigenlijk zijn. Tegenwoordig noemt men ze echter liever Beaujolais, omdat die naam veel populairder is. Hij wordt gemaakt van de Gamay-druif die op het grondgebied van de Beaujolais een heerlijke wijn geeft, maar in de Côte-d’Or, niet meer dan zo’n 50 km noordelijker, slechts een simpel wijntje.

De streek is verdeeld in 2 wijnbouwsectoren: Haut-Beaujolais en Bas-Beaujolais (soms ook Beaujolais-Bâtard genaamd). De scheidslijn tussen deze 2 sectoren wordt gevormd door een riviertje, de Nizerand, dat iets ten noorden van Villefranche in de Saône uitmondt. Deze verdeling wordt verklaard door het verschil in grondsoort. Wat de Gamay-druif betreft is een klimaat dat het midden houdt tussen het strenge noorden en het zachte zuiden, alsmede de korte gisting en de aard van de bodem van zeer groot belang voor de wijn. De beste wijnen komen uit het noordelijke deel, de Haut-Beaujolais met zijn granietachtige bodem, waarvan de ondergrond een hoog mangaangehalte heeft (vlak bij Romanèche-Thorins en Fleurie ligt nog een oude mangaanmijn, die van de Franse Revolutie tot de Eerste Wereldoorlog werd geëxploiteerd). In de Bas-Beaujolais bevat de bodem meer kalk.

De wijngaarden van de Beaujolais beginnen op ongeveer 8 km ten zuiden van Mâcon. Hun oppervlakte is amper 15 km breed en noord-zuid ca 90 km lang. Ze lopen helemaal tot aan de voorsteden van Lyon. Het gebied is door de regering nauwkeurig afgebakend. In het zuiden houdt het op bij de Turdine, in het westen op ongeveer 450 meter hoogte in de bergen van de Lyonnais, in het oosten bij de route nationale nr. 6 en de Saône en in het noorden bij de scheidslijn tussen de Maçonnais en de Beaujolais, net boven het riviertje de Arlais. Afgezien van een klein uitstulpinkje bij Saint-Symphorien-d’Ancelles, tegenover Romanèche-Thorins, overschrijdt de wijngaard nergens de route nationale 6, en wel om de doodeenvoudige reden dat het laagland tussen deze weg en de Saône nooit een behoorlijke Beaujolais zou kunnen produceren.

In het hierboven beschreven gebied worden 4 categorieën wijn gemaakt: Beaujolais, Beaujolais Supérieur, BeaujolaisVillages en 9 crus, te weten SaintAmour, Juliénas, Chénas, Moulin-àVent, Fleurie, Chiroubles, Morgon, Brouilly en Côte de Brouilly.

Beaujolais. Deze wijn die minder dan 10° kan titreren (de rode en de rosé 9° en de witte 9,5°), wordt gemaakt in de 59 gemeenten die geen van alle recht hebben op de benaming supérieure. Behalve 2 smalle stroken in de Haut-Beaujolais, zowel aan de kant van de bergen als aan die van de rivier gelegen, liggen alle wijngaarden die deze wijnen produceren in de Bas-Beaujolais. De opbrengst hiervan wordt bijna geheel door de handelaars opgekocht voor hun versneden wijnen. De maximaal toegestane opbrengst is 45 hl/ha.

Klassering: rode wijn.

Beaujolais Supérieur. De wijnen uit dezelfde gemeenten die minimaal een alcoholgehalte van 10% hebben, mogen deze benaming voeren. De maximum opbrengst van de Beaujolais mag niet boven de 45 hl/ha komen. Gebeurt dat wel, dan mag hij zich nog slechts ‘vin rouge’ noemen, zonder verdere toevoegingen.

De wijngaarden van de Beaujolais, die een oppervlakte beslaan van 17 200 ha, produceren jaarlijks ongeveer 700 000 hl, waarvan iets meer dan de helft Beaujolais is. De 9 crus leveren ongeveer 160 000 hl per jaar. Dan komen de Beaujolais-Villages en de Beaujolais-Supérieur met 225 000 hl.

In de Beaujolais gebruikt men 2 snoeimethodes: de methode Guyot (→ * 09 HOE WORDT WIJN GEMAAKT?) voor de wijnen uit de 2 eerste categorieën, en de gobeletmethode, waarbij de wijnstok kort wordt gehouden (niet hoger dan 30 cm) en de wijnranken niet langs ijzerdraad worden opgebonden. Deze laatste methode is verplicht voor de wijnen die recht hebben op de benaming Beaujolais-Villages of op die van een der 9 crus.

Haut-Beaujolais

De opbrengst van de 9 crus mag niet boven de 40 hl/ha komen, anders moet hij slechts de simpele benaming Beaujolais voeren. In een uitzonderlijk goed jaar staan de autoriteiten echter weleens een bepaalde overschrijding toe, mits de kwaliteit dat toelaat. De 9 crus vormen een blok dat in het zuiden voor een deel in de zone van de Beaujolais-Villages is gesitueerd. Het ligt als een eiland in het gebied van de Beaujolais Supérieur, de benaming waarop alle gemeenten die ten noorden van Villefranche-sur-Saône liggen, recht hebben. Deze sector, het hart van de Beaujolais, produceert het grootste gedeelte van alle wijn. De wijnen die niet tot de 9 crus behoren en slechts de officiële benaming Beaujolais-Villages mogen voeren vermelden op hun etiket ook wel de naam van hun gemeente, met de toenaam Beaujolais.

Bas-Beaujolais

De wijngaarden die niet het voordeel hebben over een granietachtige bodem te beschikken leveren wijnen die over het algemeen weinig distinctie hebben en lichter en minder äf zijn dan die van de Haut-Beaujolais.

Toch lijken ze een beetje op die van de Mäconnais, alsof dezelfde algemene kenmerken zich aan beide uiteinden van de Beaujolais zouden manifesteren. Topografisch gezien lijkt de streek op een grote schaal met allemaal kleine stippeltjes: de boerderijen. Vanaf sommige punten kan men een groot aantal kerktorens bij elkaar zien. De hellingen zijn er maar heel flauw, maar de boeren beschouwen hun land graag als woest en steil. Als we de verhalen die in Anse over hen de ronde doen mogen geloven, waren de boeren vroeger wilder dan hun land. Wanneer een meisje hier tegenover een man het hoofd in de nek gooit en moeilijk te temmen is, zegt men wel dat ze voor de oven van Anse heeft gestaan (‘elle est passée devant le four ä Anse’).

Ook gaat het verhaal dat de vrouwen van Anse in de tijd van Napoleon hun mannen als lastdier gebruikten en hen voor het fornuis aftuigden wanneer ze tegenstribbelden. Sterker nog, ze zouden de dorpspastoor, die een eind aan die barbaarse praktijken wilde maken, in het vuur hebben gegooid.

Beaujolais-Villages

De volgende gemeenten hebben recht op de Appellation Contrôlée Beaujolais-Villages of mogen hun naam aan die van de Beaujolais verbinden:

1. Leynes, Pruzilly, Chânes en SaintVérand, Saint-Amour-Bellevue, die eveneens een witte wijn produceren onder de benaming Maçonnais blanc;
2. De volgende 26 gemeenten die alleen rode wijnen produceren:

Arbuissonnas

Les Ardillats

Beaujeu Blacé Cercié

La Chapelle-deGuinchay

Charentay

Denice

Durette

Emeringes

Jullie

Lancié

Lantigné

Marchampt

Montmélas-Saint-Sorlin

Odenas

Le Perréon

Quincié Régnié

Rivolet

RomanècheThorins

Saint-Etienne-des-Ouillères

Saint-Etienne-la-Varenne

Saint-Julien-en-Montmélas

Saint-Lager

Saint-Symphorien-d’Ancelles

Salles

Vaux-en-Beaujolais

Vauxrenard

Villié-Morgon

Crus

(geklasseerd van de volste tot de lichtste) Moulin-à-Vent

Bijgenaamd de koning van de Beaujolais wordt deze wijn, misschien met uitzondering van de Fleurie, tot de eerste van de nobele crus gerekend. Zijn ronde volheid geeft hem zijn speciale karakter, maar zelfs deze vorstelijke Beaujolais verliest zijn frisheid en fruitigheid als hij langer dan 2 jaar op fles blijft.

De molen die deze wijngaard en wijn zijn naam heeft verleend is een kegelvormige rots die zich al meer dan 3 eeuwen lang als een soort vuurtoren boven een zee van wijnstokken verheft. De snelweg Parijs-Cóte d’Azur, die er op 1,5 km vandaan ligt, ziet er heel wat moderner uit. Neonborden flitsen aan en uit, en sommige ervan wijzen naar Moulin-àVent. Toch is dat de beste plaats om de ware Moulin-à-Vent te genieten.

Chénas is een Appellation Contrôlée, maar het grootste deel van deze gemeente (met een wijngaardoppervlak van ca 475 ha) hoon thuis onder de sector die recht heeft op de Appellation Moulin-à-Vent. De wijnen van Chénas worden dus onder de beroemdste van de 2 namen verkocht. Evenzo produceen driekwart van de gemeente RomanècheThorins (ongeveer 600 ha) Moulin-àVent. De wijnen van Thorins en Moulin-à-Vent, beide al sinds jaar en dag beroemd, werden vanwege hun gelijke kwaliteit dikwijls met elkaar vergeleken, maar tegenwoordig krijgen ze allemaal het etiket Moulin-à-Vent. Hun wijnstokken groeien op ondiepe grond van korrelig graniet. De wortels van de wijnstok dringen diep in de rots en maken de bodem nog losser. Het hoge mangaangehalte van de ondergrond draagt ongetwijfeld bij tot de grote klasse van deze wijnen.

Juliénas

Deze wijn kan vaak vrij lang de aangename fruitigheid van zijn jeugd behouden. Met de Morgon samen is het de duurzaamste wijn van de Beaujolais.

De produktie van dit gebied van 445 ha bedraagt ongeveer 22 000 hl. De beste cru is Château-Juliénas. Andere bekende namen zijn Bessay en Château-LesCapitans.

Morgon

De hardste wijn van de Beaujolais en ook de volste. Hij onderscheidt zich van de andere in die zin dat hij in zijn jonge jaren niet bijzonder lekker is, maar er na enige jaren op vooruitgaat. Een ‘echte Morgon’ wordt pas 7 tot 9 maanden na de oogst gebotteld en moet minstens een jaar op fles blijven. De zwaarste Morgonwijnen hebben zowel enige specifieke kenmerken van de Beaujolais als van de Bourgogne. Het gevolg hiervan was dat heel wat exporteurs ze daarom voor hun versnijdingen gebruikten, en ze bijna nooit in zuivere staat en onder eigen naam de klant bereikten. De zone die de naam Morgon mag voeren heeft een oppervlak van ongeveer 715 ha en is de grootste van de 9 crus.

Maar er bestaat eigenlijk geen echte typische Morgon, omdat de grondsoort van deze zone enorm varieert. De eigenlijke Morgon-sector en die van Villié-Morgon produceren een wijn die over het algemeen aan de lichte kant is. Maar niet de hele zone van Villié-Morgon voert de benaming Morgon; een deel ervan produceert slechts Beaujolais-Villages. Van alle kavels ligt de beste op de helling van de Côte de Py, een heuvel waarvan de grondsoort een korrelige, bruinige leisteen is. De wijnboeren noemen dit de ‘sol pourri’, rotte grond, die de Morgon zijn ‘goût de terroir’ (gronderige smaak) geeft. Deze robuuste en over het algemeen vrij taaie wijnen zijn de enige Beaujolais die de moeite van het bewaren waard zijn.

De huidige tendens in de Morgon is echter om wat lichtere wijnen te maken. Hun ‘lichtheid’ of ‘zwaarte’ kan van jaar tot jaar verschillen; in 1976 waren de wijnen bijvoorbeeld harder en taaier dan normaal en vormden dan ook een uitzondering op de nieuwe tendens.

Chénas

Het grootste gedeelte van de gemeente Chénas ligt in het gebied van de Appellation Moulin-a-Vent. Het kleine stukje dat erbuiten ligt, in het noorden, produceert echter wijnen die onder de naam Chénas worden verkocht. Deze produktie is maar zeer klein, en de wijnen ervan zijn niet helemaal van dezelfde klasse als de Moulin-a-Vent. Maar ze lijken er erg veel op en kunnen waarschijnlijk een goede investering betekenen.

Fleurie

Als de Moulin-a-Vent de korting van de Beaujolais is, dan is de Fleurie de koningin. Met als criterium de specifieke kenmerken van de Beaujolais kunnen we stellen dat de Fleurie de fijnste Beaujolais is. Voordat de duidelijke bepalingen betreffende de herkomstbenamingen werden uitgevaardigd - in de jaren tussen de 2 wereldoorlogen - werd bijna alle Fleurie verkocht onder de naam Moulin-a-Vent, welk gebied aan dat van de Fleurie grenst. Dat is de reden dat de naam Fleurie nog steeds niet zo bekend is als Moulin-a-Vent. Deze wijngaard is de enige van de grote Beaujolais-wijngaarden die in zijn geheel in één gemeente ligt, Fleurie, waarvan echter niet alle wijnen recht hebben op die bepaalde Appellation d’Origine. Enkele wijngaarden in het westen en zuiden van deze gemeente produceren wijnen die als Beaujolais worden verkocht, zonder verdere naam of toenaam.

Het opvallendste kenmerk van deze wijn is zijn uitzonderlijke fruitigheid. Hoewel het wel een van de zwaarste van de Beaujolaiswijnen is, is hij niet zo zwaar als de Moulin-a-Vent, en op een andere manier als de Morgon en de Chénas.

Het wijngaardoppervlak is ongeveer 688 ha, en de gemiddelde jaarproduktie ca 23 000 hl, waarvan een kwart uit de Cave Coopérative komt. De beste wijngaarden zijn Clos de la Roilette, Grand Cour, La Madone, Les Moriers en Augarant. Fleurie telt zo’n 400 wijngaardbezitters.

Saint-Amour

Deze wijngaard, de noordelijkste van de Beaujolais, grenst praktisch aan die van de Pouilly-Fuissé in de Méconnais. Er wordt ongeveer 600 hl witte wijn geproduceerd, die als Mâcon blanc of Beaujolais blanc wordt verkocht en vrij veel gelijkenis vertoont met de PouillyFuissé, en ongeveer 5000 hl rode wijn die wordt verkocht onder de naam SaintAmour, een van de lichtste Beaujolaiswijnen.

De witte zijn even fruitig als de rode en moeten jong worden gedronken.

De wijnstokken groeien op een bodem van graniet en leisteen met daaroverheen een laag kiezelstenen, waarvan sommige zo groot zijn als eieren. De meeste hellingen liggen op het oosten en zuidoosten van de Bessay, waaronder Juliénas ligt, en op een kleinere heuvel, de Eglise genaamd.

Côte de Brouilly

Deze wijngaard ligt midden in Brouilly en heeft een oppervlak van ongeveer 187 ha. De wijnen van deze wijngaard zijn karakteristieker en voller dan die van Brouilly en kunnen langer worden bewaard.

Het centrum van dit gebied is de Mom de Brouilly, een heuvel met op zijn top, omgeven door struikgewas, het beeld van Notre-Dame-du-Raisin. Dit monument is ongeveer 100 jaar oud en werd opgericht door boetelingen, in de hoop de wijngaard te bevrijden van de oïdium, waar hij op dat moment door werd geplaagd. Elk jaar houdt men op 8 september, vóór de aanvang van het oogstseizoen, een bedevaart naar het beeld. De vrienden van de wijn die eraan deelnemen moeten langs een steil, bochtig paadje omhoog zien te klauteren, waar ze heel dorstig van worden. Boven roept men tijdens een godsdienstige ceremonie de zegen af van de Heer over de aanstaande wijnoogst. Daarna mogen de dorstige bedevaartgangers zich tegoed doen aan de zeer welkome Côte de Brouilly. Aan de voet van de Mont de Brouilly, naar het zuiden, ligt een van de beste producenten: Château Thirin.

Brouilly

Dit is de zuidelijkste wijngaard die een fijne wijn produceert. De oppervlakte beslaat ongeveer 875 ha, waaronder de gemeenten Saint-Léger, Cercié, Audenas, Charentay en Quincié (ca 40 ha). Het centrum en tevens het beste deel van Brouilly heeft een eigen Appellation: Côte de Brouilly.

Château de La Chaize, gebouwd door een neef van père La Chaize, de biechtvader van Lodewijk XIV, maakt in zijn ruime kelders een Brouilly. Met zijn prachtige, vrij sobere kamers, geheel in de stijl en de geest van de 17de eeuw, is dit kasteel een ware haven voor de vermoeide toerist.

Chiroubles

De wijn uit deze wijngaard is gewoonlijk even elegant als de Fleurie en minder hard dan de Morgon, waarvan de wijngaarden tegen de westgrens van de Chiroubles liggen.

Dit is een wijn die absoluut jong moet worden gedronken en eigenlijk niet op fles gebracht; ideaal is om hem kersvers uit het vat getapt te drinken. Tot dusver niet zo erg bekend is hij op het ogenblik bezig in Frankrijk de meest geliefde van de lichte, snel op dronk zijnde Beaujolaiswijnen te worden.

Het alcoholgehalte is eigenlijk vrij hoog, maar dat proeft men niet want de wijn heeft een fluwelige, lichte en uitzonderlijk fruitige smaak. Als hij jong is maakt zijn frisheid hem tot een typische Beaujolais. Hij kan al 2 maanden na oogst worden gedronken, en dat is wat men meestal ook moet doen. De produktie van de Chiroubles bedraagt ongeveer 9000 hl.

Midden op het marktplein van Chiroubles, tegenover de kerk, staat het standbeeld dat eigenlijk thuishoort in iedere Franse wijnstad. Geen beeld van Napoleon of Jeanne d’Arc, maar van de achtenswaardige M. Pulliat, de man die tijdens de phylloxera-crisis de eerste geënte wijnstok in de Beaujolais plantte. De beste wijnen van deze streek komen van het Domaine de Raousset en van de wijnboeren Jean Desvigne en Marcel Dufoux.