Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Blasphemie

betekenis & definitie

= Godslastering, draagt, in onderscheiding van het vloeken-uit-gewoonte, een moedwillig karakter. In het Oude Testament wordt niet alleen het misbruik van Gods Naam verboden (Ex. 20 : 7; Lev. 19:12; Deut. 5:11), maar voor de lastering van dien Naam uitdrukkelijk de doodstraf geëischt (Lev. 24 : 15, 16).

In het Nieuwe Testament wordt de Blasphemie in een bepaald geval — als lastering tegen den Heiligen Geest — als een onvergeeflijke zonde geteekend (Matth. 12 : 31, 32; Marc. 3 : 28, 29; Luc. 12 : 10). — In de oude Christelijke kerk beschouwde men als godslasteraars degenen, die in tijden van vervolging het Christendom afzwoeren (blasphematici), en evenzoo degenen die een leer propageerden, waarin de gronden der Christelijke religie werden aangetast, of die zich in drift vermetele woorden tegen God en Christus lieten ontvallen. De Scholastiek onderscheidde de Blasphemie als onmiddellijk: zich richtend tegen God zelven; en middellijk, als Hem aantastend in zijn Woord, dienaren, sacramenten enz.

In de Middeleeuwen werd de Blasphemie kerkelijk en burgerlijk gestraft, kerkelijk met excommunicatie, burgerlijk met de doodstraf. Tegenwoordig wordt Blasphemie in verschillende landen nog strafbaar geacht, maar gewoonlijk slechts indirect, d.w.z. niet als zonde tegen God, maar als kwetsing van anderer gevoelens.