De voorbarige Saul had alle tovenaars, waarzegsters en heksen het land uit gejaagd, maar toen hij het vijandelijke Filistijnse leger zag opmarcheren, zocht hij aarzelend om raad. God de Heer, die vanwege een eerdere weerbarstige houding van Saul niet goed over hem te spreken was, weigert hem dat.
Er blijft Saul niets over dan een oude vrouw, de Heks van Endor, op te laten halen en haar om hulp te vragen: ‘Toen zeide de vrouw: “Wien zal ik u doen opkomen?” En hij zeide: “Doe mij Samuël opkomen.” En zij zeide: “Er komt een oud man op, en hij is met een mantel bekleed.” Toen Saul vernam dat het Samuël was, zoo neigde hij zich met het aangezicht ter aarde en hij boog zich. En Samuël zeide tot Saul: “Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen?”’Hoe het verder gaat kan men vanaf Samuël i (vanaf 28:15) lezen. Deze passage in het Oude Testament geldt in ieder geval als het vroegste document waarin melding wordt gemaakt van iemand die als bemiddelaar tussen de materiële en de bovennatuurlijke wereld optreedt, een medium.
De geschiedenis van de moderne communicatie met gene zijde begint op 31 maart 1848, als in Hydeville, in de staat New York, plotseling klopgeluiden door het huis van de familie Fox weerklonken, en vader, moeder, zoon en drie dochters ervan overtuigd zijn over mediamieke gaven te beschikken - net als daarna vele andere burgers beweerden, onder andere in Europa. ‘Het lijkt wel alsof de geesten, die zich honderden jaren min of meer stil hadden gehouden, plotseling besloten hadden dat de mensheid op dit terrein maar eens een flinke stap vooruit moest doen.’ (Wilson, Das Okkulte)
Een grote stap voor de geesten, een kleine voor de mensheid, zoals in de loop van de komende tien jaar zou blijken. Want de woorden door geesten gesproken waren in de regel noch diepgaand, noch origineel.
Misschien omdat geesten met hersens het niet nodig vinden om in de mensenwereld rond te spoken, zoals de ervaringen van een bekend Duits medium in het begin van de negentiende eeuw, Friederike Hauffe, suggereren. De arts en dichter Justinus Kerner heeft Friederikes ontmoetingen met geesten (Die Seherin von Prost) wereldkundig gemaakt:
‘De geesten die meestal tot mij komen, behoren tot de laagste klassen van het geestenrijk, dat zich in ons luchtruim bevindt, in een zogenaamd tussenrijk (...) Het zijn geesten waarvan de geest zich niet goed ontwikkeld heeft, deels zijn het geesten die niet geloven in de verlossing door het sterven van Jezus Christus, en deels betreft het geesten die tijdens het sterven aardse gedachten in hun ziel hebben meegenomen naar gene zijde, waardoor ze nog steeds aan het leven op aarde gebonden zijn. (...) Dat zijn degenen die het meest tot mij komen, omdat ik hun lot aantrek en zij mij zien en voelen zoals ik hen zie en voel. Ze komen tot mij voor een woord van troost en voor een gebed.’
In die tijd schreef een zekere Friedrich von Meyer in de Blättern für höhere Wahrheit een artikel over het lage geestelijke niveau van de etherische verschijningen:
‘Men stelt zich een geest voor als een verheven wezen, dat wijzer is dan wij; maar dergelijke geesten of zielen komen maar zelden onder de verschijningen voor. Gewoonlijk zijn het verschijningen die van toeten noch blazen weten, menselijke hulp willen, in een soort droomtoestand verkeren, door angstige smart verdoofd en verlamd ronddolen, die in onze wereld noch verstand bezaten, noch zich daar hebben kunnen ontwikkelen. De ziel (...) is dan noodzakelijkerwijze kinderlijk, ja, meer dierlijk dan menselijk.’
Spectaculairder dan de weinig verheffende berichten van gene zijde (Het gaat goed met oma! Doe papa de groeten! Bid voor mij!) was wat begaafde mediums gedurende een seance voor elkaar kregen:
De op 20 maart 1833 in het Schotse dorp Currie geboren Daniel Dunglas Home bijvoorbeeld bestond het - in het gezelschap van duizenden getuigen, onder wie de Russische tsaar en de Franse keizer, die enorm onder de indruk was - om klokken te laten luiden, om handen in de lucht te laten verschijnen, die ter beloning van het geweldige applaus met zakdoeken zwaaiden. Zware meubels begonnen spontaan te dansen, plotseling klonk het klotsende geruis van de branding, planken begonnen te kraken, en aan het eind nam de opgeroepen geest afscheid met een vriendelijk ‘goedenavond, God zij met u’. Toen een katholieke priester probeerde om Home met zijn verderfelijke gezelschap te laten breken, kwamen er diverse klopgeesten te voorschijn die scheten latend protesteerden.
Een collega van Home, Franek Kluski (1860-1949), kon niet alleen geestverschijningen oproepen van eertijds menselijke wezens, maar ook van dieren. Tussen 1919 en 1922 liet de Pool meermalen een soort King Kong verschijnen. ‘Deze aap,’ beschreef een ooggetuige, ‘beschikte over zo’n geweldige kracht dat hij zonder hulpmiddelen een zware boekenkast door de kamer droeg, een sofa boven ieders hoofd tilde, en de zwaarste personen met stoel en al in de lucht hield, ter hoogte van een volwassen persoon. Hoewel het gedrag van de aap de mensen veelal de stuipen op het lijf joeg, was hij nimmer kwaadaardig. Integendeel, hij toonde vaak goede wil en gehoorzaamheid.’
Home en Kluski hoorden tot de weinige mediums die nooit als bedriegers zijn ontmaskerd. In tegenstelling tot de talrijke derderangs acteurs waarop de beroemde ontsnappingskunstenaar Harry Houdini (1874-1926) het gemunt had. Alleen al in Los Angeles werden dankzij hem binnen twee jaar zeventig charlatans gearresteerd.
De bloeitijd van de mediums duurde tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Daarna wisselden spiritistische hoog- en laagconjunctuur elkaar af. Onder de mediums van de afgelopen vijftig jaar neemt de Londense huisvrouw Rosemary Brown een bijzondere plaats in. In het midden van de jaren zestig trad ze eerst met Franz Liszt, en later ook met Beethoven, Schubert, Chopin, Brahms en Debussy in contact. De heren componisten dicteerden mevrouw Brown - die maar matig thuis was op de piano - nieuwe werken, die in 1970 op grammofoonplaat werden uitgebracht. Volgens de Engelse huisvrouw is Beethoven nogal in zichzelf gekeerd, is Chopin altijd goed gemutst, draagt Schubert geen bril meer, en heeft Liszt immer aandacht voor haar zorgen omtrent het huishoudgeld. Bovendien hangt hij graag voor Rosemary’s televisie.
De paranormale vaardigheden van een heks van Endor, van een Daniël Dunglas Home, van een Rosemary Brown of van een Jomanda, tegenwoordig Nederlands bekendste vertegenwoordigster op dit gebied, worden door sommigen beschouwd als neptoverij van overspannen hysterici, en anderen ervaren het als werkzame krachten uit het onderbewuste, die ‘aan gene zijde liggen van de ons bekende menselijke mogelijkheden’ (Feldes, Magie). Harry Houdini schreef in zijn boek A Magician Among The Spirits, dat hij nog nooit een waarachtige materialisatie had meegemaakt. Karl Markus Michel daarentegen is onder de indruk van de scherpe controle. ‘Nergens, behalve misschien in de exacte wetenschappen, wordt er sinds honderd jaar zo streng opgelet of de verschijningen ofwel op een vergissing berusten, ofwel een product van zwendel zijn.’ (Kursbuch 86) Aldous Huxley schrijft op 30 december 1942 in een brief aan J.B. Rhine dat alle occulte fenomenen voortkomen uit de menselijke geest en niet gegenereerd worden door bovennatuurlijke krachten:
‘Dat betekent dat elke religie waar maar hevig genoeg in geloofd wordt, de objecten van haar verering zal voortbrengen - goden, gevallen heiligen en dergelijke. Deze objectiveringen of projecties kunnen Medium 159 in energie omgezet worden, die het gebed, de wensen en het voorstellingsvermogen van de gelovigen versterkt (...) De enige volkomen neutrale werkelijkheid is het heldere licht van de leegheid.’
→Channeling/Transcommunicatie, → Ectoplasma, → Geesten, → Glazen schuiven, → Psychose, → Waarzeggen.