Verademing, het opgelucht ademhalen; aanleiding voor of reden tot opluchting; minder worden van pijn of lijden.
Helemaal zeker is het niet, maar ook dit woord zou het Nederlands binnengekomen kunnen zijn door gebruik in een bijbelvertaling, en heeft de Statenvertaling (1637) bijgedragen aan de verspreiding van het woord. In de laatste komt het eenmaal voor, in 1 Samuël 16:23, ‘Ende ’t geschiedde, als de geest Godes over Saul was, so nam David de harpe, ende hy speelde met sijne hant: dat was Saul eene verademinge, ende het wert beter met hem, ende de boose geest weeck van hem’. De NBV heeft hier ‘Dat luchtte Saul op’; het woord verademing komt in de NBV in het geheel niet voor.
Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), 1 Samuël 16:23. Zie hierboven.
Gebruiksvoorbeeld: Voor de Nederlandse bierliefhebber is de evolutie in eigen land een verademing. Tien jaar geleden nog bijna een 100 procent pilsland, nu een land waar je de ene ontdekking na de andere doet. (Playboy, 1995, nr. 7)
Gebruiksvoorbeeld: Het optreden van Hermans [wordt] in de academische wereld als een verademing ervaren. Na de nerveuze daadkracht van Ritzen te hebben ondergaan, zit men niet verlegen om slimme plannen en grootse visies. Met een bescheiden inzet bereidt hij de instellingen een weldaad. (NRC, 26-6-1999)
