Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Bijl

betekenis & definitie

De bijl aan de wortel leggen of zetten (van iets), de uiteindelijke oorzaak (van een misstand) grondig aanpakken; het bestaan of het wezenlijke (van iets) aantasten.

De evangelisten Matteüs en Lucas citeren Johannes de Doper in zijn waarschuwing: ‘Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen’ (Lucas 3:9, NBV). In oudere vertalingen vinden we: de bijl is reeds gezet etc., waar de tweede zegswijze de bijl aan de wortel leggen, zetten is afgeleid is. De laatstgenoemde betekenis hiervan, ‘het wezenlijke van iets aantasten’, is in elk geval niet op een bijbelse betekenis gebaseerd.

Bijbelcitaat: Luikse Diatessaron (1291-1300), p. 26, 32-34. Ende oc seggic v dat nu dat bijl gesett es an de wortele van den bome, ende elc boem die goede vrocht nit en dregt, sal af gehowen werden ende geworpen int vir.

Gebruiksvoorbeeld: Deze minister en haar collega van Economische Zaken verdienen alle lof voor het lef om na al die jaren fröbelen in het geneesmiddelendossier nu de bijl aan de wortel [...] te zetten. (Tweede Kamer, nov. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: Dat [het aantasten van de bestaande arbeidsovereenkomsten] zou volstrekt ontoelaatbaar zijn, omdat het de bijl legt aan de wortel van de arbeidsverhoudingen. (Tweede Kamer, dec. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: Onderwijs legt toch de bijl aan de wortel van het Samburu-bestaan. (NRC, april 1995)